PIETERPAD Sleen–Coevorden

imageWe zijn al een aardig eind op stap. Vanaf Pieterburen 111 kilometer verder. Het dorp Sleen, ook wel Slien genoemd is een aardig dorp. Wie er rondrijd ziet al snel dat grote boerderijen het dorpsaangezicht overheersen. Sleen was ooit de hoofdplaats van het dingspel Zuidveld. Een dingspel was een rechtsgebied in de provincie Drenthe waar 3 maal per jaar recht werd gesproken. In Drenthe waren 6 dingspelen, vandaar ook de zes sterren in de vlag. Liefhebbers van cijfers zeggen dat er oorspronkelijk drie waren waarnaar de naam Drenthe dan weer verwijst.
Ieder Dingspel had een Etstoel , tot 1791 het hoogste rechtscollege. In Sleen zien we een appartementenhotel, toeristen hebben de weg naar dit stille dorp gevonden.
We zitten eerst nabij de Brink op het terras van restaurant de Deel. Een fantastische kop koffie valt ons ten deel. Helaas is de kwaliteit heel wat minder als we later op de middag terugkomen (koud, slap).

Het kost enige moeite om van het zon verwarmde terras weg te komen. Op dit terras zitten meerdere mensen met een Pieterpadboekje in de hand. Het weer werkt aan de toeristische opleving mee. Voor het restaurant twee borden met reclame voor Gerardusbier. Bier uit Wittum, waar geheelonthouder Louis zijn ICT werkzaamheden verricht.

imageHet dorp Sleen is een beetje saai, het is er gewoon te netjes en de boerderijen staan gescheiden door hoge bomen en keurige gazonnetjes een eind uit elkaar. De ruime buitenwijk van Sleen kan ook niet echt inspirerend genoemd worden. Als we van het terras komen gaat de kerk net uit. Een oerlelijke kerk ontsiert, verderop staat een oude mooiere kerk, maar wel met ontsierend bord van de Protestantse gemeente. De Hervormde (grote) kerk aan De Brink werd in het begin van de vijftiende eeuw gebouwd. Aanvankelijk was het een Roomse kerk. Nadat de zeer opportunistische stadhouder Willem Lodewijk op 10 mei 1598 de Leer van de Reformatie uitriep tot Staatsgodsdienst werd ook Sleen Hervormd. Naast de kerk staat een bord van de Commonwealth War Graves. De oorlogsgraven zijn van bemanningsleden van drie Engelse vliegtuigen die in 1943 zijn neergestort in Schoonoord, Noord-Sleen en Den Hool. Op dit oorlogskerkhof staan een twintigtal graven. Sleen maakt deel uit van het fietsroute netwerk Drenthe, handig voor als je de weg kwijt bent. De terugweg gebruiken we dat om sneller uit Coevorden in Sleen ter komen. Een ander straatsiersel op de Brink is een beeldje van Dr Jan Naarding. Onder het beeld staat “warker veur Drenthes taol en historie, een van oes” De man was een Drentomaan en stond als taalvergelijker te boek. Hij meende een grammatica voor het Drents te moeten ontwikkelen. Diverse toneelverenigingen en plaatselijke taalgebonden groepen zijn naar hem vernoemd.

Een laatste emolument is de Koningin Wilhelmina-boom. De rode beuk werd in 1898 geplant ter ere van de inhuldiging van Wilhelmina. Een beuk wordt 200-300 jaar oud, dus deze zal er nog wel een tijdje De Brink sieren.

Als we het dorp bijna door zijn zien we nog een grote kei liggen, de ondergrond van Drenthe verbergt nog vele stenen die door het schuivende ijs hierheen werden gebracht.

We rijden de Heirweg op. Tot het eind van de 18e eeuw waren de vroegere heerwegen de voornaamste verbindingswegen in de Nederlanden en in andere delen van Europa. Langs deze wegen vinden we sporen van Romeinse villa’s, tumuli (= grafheuvels) enzovoort. De heerwegen waren de eerste goede wegen die werden aangelegd. Dat karwei werd meestal uitgevoerd door de Romeinse soldaten. Zo’n Romeinse weg werd schematisch aangelegd, met lagen van verschillende grondstoffen. De Heirweg hier is de verbinding tussen Coevorden en Groningen. Deze weg over de Hondsrug was vroeger onderdeel van de vaste wegverbindingen naar de stad Groningen waar die uitkomt op de Hereweg. De omgeving van Sleen is niet direct mooi en pittoresk te noemen. Vroeger was hier veel moeras, na de ontginningen van die moerassen is het gebied niet echt bewoond geraakt, tenminste als je de turfstekers niet meerekent. Als we bij de Jongbloedvaart komen rijden we verkeerd, de aanduiding op de hoek van de Kleikolenweg is niet al te duidelijk. De Jongbloedvaart is een kanaal tussen Sleen en de Verlengde Hoogeveense vaart. Vroeger werd deze vaart gebruikt imagevoor scheepvaartverkeer, nu is het groen drillerig en voor scheepvaart ongeschikt. Als we over een slechte weg rijden zien we ineens dat het najaar volop bezig is. Knalrode paddenstoelen langs de kant van de weg. Verderop, bij het buurtschap Holsloot ligt de Verlengde Hoogeveense vaart. Het is dat het Pieterpad hier langs komt en de zon schijnt, maar anders was het een desolaat oord. Langs deze voormalige scheepvaartroute zitten nu vooral vissers een gooi te doen naar vangst. Sommigen hebben zelfs vier hengels om een voorntje te verschalken. Onder het viaduct van de N34 liggen boomwortels te drogen. Menig boom moet onlangs zijn weggehaald. Van Holsloot komen we uiteindelijk in Den Hool. Dit is een prachtig Brinkdorp. Buiten het dorp hebben straten namen als “Marokko” en “De Drift”. Dit maakt Den Hool niet aantrekkelijk, de pittoreske gebouwen des te meer. De boeren zijn te klein om van de landbouw te bestaan dus zijn er vele campings in het dorp. De meest vreselijke naam voor een camping is ”Gezond Boeren verstand”.
Verder op buiten het dorp ligt Samuel Visser op het Joodse kerkhof. Hij was de eerste Jood die na vele jaren weer begraven werd op het kerkhof van Holsloot. Een Joodskerkhof waar ruim 200 jaar de joden uit de omgeving werden begraven. De Joodse begraafplaats aan de Drift te Dalen werd voornamelijk gebruikt in de periode vóór 1768, voor de bouw van de synagoge met begraafplaats in Coevorden.

imageVoordat in 1768 de synagoge van Coevorden werd gesticht begroeven de Joden van Dalen (in Drenthe) hun doden op een eigen begraafplaats die even buiten Dalen was gelegen. Volgens de joodse leer en traditie was het van belang dat een begraafplaats in de loop der eeuwen onaangeroerd zou blijven, opdat eens de overledenen opgewekt zouden kunnen worden om terug te keren naar Israël (gebaseerd op Ezechiël 13). De Joodse gemeenschap van Dalen heeft er nauwlettend voor gezorgd dat deze regels in acht werden genomen, ook nadat zijzelf gebruik gingen maken van de joodse begraafplaats in Coevorden.
Het aantal Joden in Dalen was slechts gering in aantal. In 1942 werden van de zestien Joodse inwoners van Dalen er dertien weggevoerd en vermoord. Hun namen zijn te lezen op het opschrift bij deze begraafplaats.
Vanaf 1997 werd gewerkt aan de restauratie van de oude begraafplaats. Dat jaar werd een gedenksteen geplaatst. Met het plaatsen van een hek was in juli 2001 de restauratie voltooid.
Hoeveel mensen in totaal hier zijn begraven en wat er met de andere grafstenen is gebeurd, is niet bekend.

Dalerveen rijden we zo snel mogelijk door, lelijk. De binnenkomst van Coevorden is ook een tegenvaller. De weg ging niet over gebaande paden, maar onder een viaduct langs tot aan het Stieltjeskanaal. We rijden Coevorden op een zondag binnen. Geen idee wat voor stadje het is, maar mooi kun je het niet noemen. Wel is de omgebouwde HBS (apartementen) bijzonder en lijkt me het heerlijk een park te hebben als het van Heutzpark. Coevorden is een stad met een bijzondere geschiedenis, maar daar zal het de volgende route over gaan.

25 september 2011

This entry was posted in Pieterpad and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.