KLEPPEN DICHT

imageKleppen dicht
Patricia van Slobbe en Michel van Ast
Uitgeverij: Pica
ISBN: 789491806629
Prijs € 24,95

Bij de titel KLEPPEN DICHT denk je onmiddellijk aan een leraar met ordeproblemen. Je hoopt dat de man of vrouw voor de klas, die zo’n uitspraak doet, het de komende jaren nog gaat redden. De lichte wanhoop die uit de titel spreekt raakt de inhoud van het boek. Het gaat er inderdaad om hoe je je als leraar in een klas vol pubers met een tablet of laptop redt. Al op de omslag stellen Patricia van Slobbe en Michel van Ast dat zodra leerlingen in de klas de klep open doen het contact met hun leraar verstoord is. Over het voorkomen van die verstoring gaat “Kleppen Dicht”.

Anders dan mijn inleiding suggereert is het boek een optimistisch en prettig geschreven handleiding over de inzet van ICT in de klas. De klep mag echter pas open zodra een leraar vermoedt dat ICT-gebruik waarde toevoegt. Dat beweert ook professor Compernolle in het voorwoord. Volgens hem moet ICT in de klas ingezet worden als de inhoud bij het brein past. Hij is beducht dat zowel jong als oud slaaf zijn van de technologie terwijl die technologie er juist voor is om ze voor eigen gebruik in te zetten. Het gaat dus om inzet van technologie ten behoeve van het leren in plaats van technologie bij het leren.

In dit boek doen van Slobbe en van Ast een poging om aan te geven wat betekenisvol leren is. Om dat uit te leggen gebruiken ze vijf componenten te weten: actief, constructief, doelgericht, authentiek, coöperatief. Het verdient volgens hen aanbeveling zoveel mogelijk van die componenten in een leeractiviteit te steken. Daarbij geldt dat betekenisvol leren, uiteraard, zowel met als zonder ICT kan plaatsvinden. Een ander belangrijk begrip is activerende didactiek waaronder wordt verstaan dat leerlingen het makkelijkst leren als ze actief met de leerstof aan de slag gaan.
Bij gebruik van ICT kun je dat opsplitsen in leren met ICT of onderwijzen met ICT. De keuze voor onderwijzen met ICT heeft bij de schrijvers de voorkeur, want voor die wijze ontbreekt nog steeds voldoende goed materiaal. Onderwijzen met ICT in een activerende omgeving heeft de meeste voorkeur. Denk daarbij aan bijvoorbeeld leerlingen die een mooi verhaal maken met beeld en geluid in plaats van een Word bestandje. Dat laatste kan ook mooi zijn, maar moet daar een extra activiteit aan gekoppeld zijn waardoor het leren natuurlijker verloopt.
Te veel ICT is natuurlijk ook weer niet goed; nadat leerlingen voor de zoveelste keer een Socrative of Kahoot opdracht hebben gemaakt, is daar ook de lol vanaf.
Wil je als leraar beginnen, laat je dan volgens de schrijvers niet weerhouden van een experiment, desnoods met genoemde programma’s. #FAIL bestaat niet, het is veel eerder een “first attempt in learning”. Daarbij komt, dat als je samen met leerlingen iets probeert het soms veel spannender wordt.

Wie het boek aanschaft raad ik aan te beginnen op pagina 22, daar staat namelijk een handige leeswijzer. Dit boek is niet bedoeld om van voren naar achteren te lezen, maar is eerder een gebruiksboek waar je het nodige uit haalt. Het boek begint na de inleiding met interactie tussen leraar en leerling, dat is immers de basis van het leren. Waar, wanneer en hoe geef je instructie is de kern van het volgende hoofdstuk. Instructie met ICT is dan niet alleen PowerPoint of een YouTube filmpje. Er zijn heel veel interactieve instructies met ICT te bedenken. Een van die creatieve vormen is Flipping the Classroom, een onderdeel waarover Michel van Ast prachtige ideeën heeft.
Toetsen en beoordelen is een lastig en vaak tijdrovend onderdeel. Het is maar de vraag of dat met ICT minder tijd kost. Gelukkig leggen de schrijvers helder het verschil tussen summatieve (beoordelende) en formatieve (educatieve) toetsen uit. Toetsen is echter een belangrijk onderdeel; door dat te doen krijgt de leraar de nodige informatie over een leerling. In leerling producten worden suggesties gegeven over wat leerlingen met ICT kunnen maken. Dat daar verschillen bij optreden en hoe je daar mee moet omgaan komt in het hoofdstuk ervoor aan bod. Informatietechnologie maakt het heel makkelijk om samen te werken aan een bestand. Daarvoor zijn dankzij cloudoplossingen veel mogelijkheden, Google, wiki en diverse al dan niet gratis verkrijgbare ELO’s, en hoe je die gebruikt wordt kort maar helder toegelicht. Ook zijn er met sociale applicaties allerlei samenwerkingsvormen te bedenken met bijvoorbeeld Skype of een WhatsApp groep.
De laatste hoofdstukken waren helaas wat lastiger te doorgronden. Het zijn de hoofdstukken onderwijs organiseren met ICT en onderwijs met ICT organiseren. Gaat het eerste over het ordeningsprincipe, het andere gaat over de inzet van ICT op een verantwoorde didactische en pedagogische wijze. Vooral de opsomming in de laatste van de twee hoofdstukken kon mij niet meer zo boeien. Toch ben ik benieuwd naar wat beide schrijvers als vervolg op deze uitgave gaan brengen. van Slobbe en Van Ast hebben met Kleppen Dicht een bijzonder boek gemaakt dat zeker voor iedereen die al met ICT werkt of ermee aan de slag gaat goed is om door te nemen. In elk geval hoort van dit boek met zoveel didactische tips en tricks op iedere school één exemplaar te liggen.

Bekijk voor meer informatie ook www.kleppendicht.nl

This entry was posted in ICT, Onderwijs, Recentie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.