BADWEG naar de zee

De naam Badweg moet zijn oorsprong natuurlijk ergens hebben, maar waar en wanneer kwam de naam in gebruik? Het lijkt een onnozele vraag, want iedereen kan weten dat een Badweg in een plaats ligt die rechtstreeks met zee of meer is verbonden al zullen er uitzonderingen op de regel zijn. Afbeelding kaart
Toen industrialisatie en welvaart tot een redelijk niveau gestegen waren wilden in Nederland wilden meer mensen naar zee. Tot dan was het strand een onaantrekkelijke plaats geweest waar vissers hun bootjes hadden liggen en waar jutters hun soms lugubere werk deden.
Nog voor de eerste helft van de 19e eeuw was men er van overtuigd dat buitenlucht, zee, bos en hei de mensheid kon helpen bij hun kwakkelende gezondheid. Men moet niet vergeten dat de gemiddelde leeftijd van de mensheid toen heel wat lager was dan heden. Ziekte en dood lagen permanent op de loer. De oorsprong van zeebadcultuur ligt in Dr Richard Russell (1687-1759)Engeland. De Engelsman Dr. Richard Russell, beweerde in een door hem geschreven boek dat baden in zeewater zeer goed voor de gezondheid zou zijn. De rijken van het land kwamen zo naar o.a. Bath en Brighton, (nu de bekendste Engels badplaatsen) in de hoop van ene aantal kwalen te genezen. In 1783 ging ook de prins van Wales naar Brighton en nam de populariteit van het baden toe.

Napoleon had nog maar amper zijn hielen gelicht of in Scheveningen ontstond in 1818 het eerste houten badhuis. De reder Jacob Pronk liet in dit badhuis zijn gasten baden in grote kuipen met zeewater. Ook vervoerde hij met twee badkoetsen de gasten desgewenst in zee.  Een bijzondere man trouwens deze Scheveninger, vader aller Badwegen wil ik hem noemen. Jacob hielp op 18 januari 1795 stadhouder Willem V met vluchten en onthaalde op 30 november 1813 de prins van Oranje, de latere Willem I. Scheveningen is dan ook de basis van de latere zee vakantie cultuur. Badweg bestaat echter niet in Scheveningen, daar heet het de Badhuisweg. Niet zo verwonderlijk gezien het voorgaande.

De Waddeneilanden waren min of meer aan het einde van de 19e eeuw economisch ten dode opgeschreven. Mannen werkten elders als matroos, walvisvaarder of hulp. Er is bij een aantal eilanden zelfs sprake geweest van terug aan de zee geven, verlaten dus. Net op tijd ontwikkelde zich zo gezegd de Nederlandse badcultuur.
Dat was helaas niet zo makkelijk, want de bereikbaarheid van de eilanden liet nog al te wensen over. Om sommige eilanden te bereiken moest men meerdere keren overstappen, of door het water waden naar de kust.  Om te voorzien in de voorzieningen van gezondheid zoekers werd er aan de kust een badhuis of badhotel aangelegd.
In de loop van de 20e eeuw kreeg het gezondheidsargument een lagere prioriteit bij de keuze van een zeebadplaats. Ontspanning en vermaak kwamen centraal te staan.

imageEen echte Badweg gaat van een voormalig vissersplaatsje naar de zee. Aan het einde van een Badweg bevindt zich tegenwoordig een hotel, gebouwd nadat eerder op zo’n plaats een Badhuis stond.
Alle Nederlandse Waddeneilanden kennen een eigen Badweg.

This entry was posted in Wadden and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.