Bett Show 2018

imageJaarlijks komen ruim 37.000 bezoekers in vier dagen in de enorme ExCeL hallen bij de Londense
Docklands voor de ICT-onderwijsbeurs Bett Show. Namens Vives Magazine was Aad van der Drift
aanwezig op de beurs en deed verslag.

In amper tien jaar is de digitale wereld, dus ook in de school, flink veranderd. De wijze waarop wij nu informatie verwerven is niet te vergelijken met het moment waarop bijvoorbeeld de eerste iPhone
haar intrede deed. Internetten was toen overigens niet makkelijk, de websites waren amper geschikt voor mobieltjes. Wie regelmatig de Bett bezoekt, maakt veranderingen mee. Ik was er voor het eerst in 2008 en van lompe PC-kasten is de PC geslonken tot minibordjes.
Over de Bett Show
De Bett Show is een ICT-onderwijsbeurs waar je naast de producenten ook gebruikers ontmoet. Met ruim 850 bedrijven op een oppervlakte van 41.000 vierkante meter heb je aan één dag niet genoeg. Daarbij is voor een bezoek in elk geval enige voorbereiding aan te bevelen. Hoe groot het evenement ook is, dankzij de vele gesprekken proef je de internationale leertechnologie hier het best.

Bijzonder dit jaar
Ieder jaar vallen de stands die door diverse landen zijn ingericht het meest op; dit jaar leek het alsof het Midden-Oosten nog beter vertegenwoordigd was en dat de stands nog groter waren dan het jaar
ervoor. Bij de Verenigde Arabische Emiraten-stand probeerde men docenten te werven om in een van de woestijnstaatjes les te geven.Verder viel de enorme hoeveelheid softwareoplossingen voor veiligheid en gepersonaliseerd leren op. Zijn in Nederland bedrijven als Magister en SOM belangrijke spelers op het gebied van leerlingvolgsystemen, wie op de Bett rondkijkt, ontdekt al snel dat er heel wat meer mogelijk is. Bij een aantal stands met leerlingvolgsystemen heb ik mij verbaasd over
de controle die men uiteindelijk op leerlingen wil hebben. Volgens mij verloopt het leerproces zodanig dat niet alles in kaart te brengen is. Het gaat per leerling dan weer snel en soms langzaam. Leerlingen spelen, experimenteren en falen. Dat alles in cijfers en rapporten onderbrengen
om uiteindelijk een soort van totaal omvattend beeld per leerling te verkrijgen, gaat in sommige volgsystemen heel ver. Een bezoekster sprak zelfs van “Leerling-achtervolgings-systemen”.
Tussen de immer aanwezige hardware als digiborden en touchscreens (bijvoorbeeld Google Jamboard), viel een heel vreemde laptop op: de Pi-Top. De Pi-Top heeft als moederbord een minicomputer, de Raspberry Pi. Coding neemt een steeds belangrijker plaats in bij de Bett. Een
elektronicaproducent had zelfs een compleet ingerichte truck in de hallen geparkeerd om zijn producten aan te prijzen. In de STEAMhoek kwam ik als docent het beste aan mijn trekken. STEAM staat voor science, technology, enginering, art and mathematics. Hier tref je collega’s uit alle landen die zoeken naar voorbeelden die in de klas toepasbaar zijn.
STEAM
Net als in de twee voorgaande edities van de Bett Show was STEAM Village de locatie waar je het dichtst bij de dagelijkse lespraktijk kon komen. Hier was het kijken, voelen en proberen. Veelal had men, ondanks drukte, alle tijd om met bezoekers informatie uit te wisselen.Prominent in de STEAM Village was een Micro:bit wall. Duizend gekoppelde Micro:bits lieten telkens een tekst voorbij komen. De maker van deze wall moet heel wat uurtjes besteed hebben aan het koppelen
van de micro:bits.
Micro:bit lijkt het helemaal te zijn. Veel stands met Chinese of Koreaanse oorsprong lieten een diversiteit aan accessoires voor het minibordje zien. Bij de stand van DFRobot sprak ik met Jowy Yang. Hij vertelde dat zijn bedrijf voor de jonge uitvinder speciale dozen met micro:bit
sensoren verkoopt. Het getoonde voorbeeld zag eruit als een eenvoudig in elkaar te zetten LEGO-set. Naast deze beginnersset verkocht het bedrijf ook een doos met elektronische sensoren die te gebruiken zijn bij allerlei natuur- en scheikundeproeven.

Uiteraard ontbreekt een boek om te leren werken met micro:bit niet op deze beurs, de titel “micro:bit in wonderland is veelzeggend. Het leek wel of Arduino en Raspberry Pi op de achtergrond waren geraakt. Dat leek zo, want bij de stand van Pi-Top waren een tiental bezoekers bezig met
het schakelingen programmeren op een Raspberry Pi-bordje. De Pi-Top is een laptop die geheel draait op wat men een singleboardcomputer noemt. Nadat je het toetsenbord opzij hebt geschoven, kun je diverse componenten, zoals ledjes en sensoren, aansluiten die je vervolgens op een prettige manier programmeert. Bij de stand van OHBOT kocht ik bijna een OHbot Pi. Deze met grote ogen uitgeruste robot (wederom Rasberry Pi) is relatief eenvoudig programmeerbaar, de effecten zijn
fantastisch. Hoewel ik vaker de neiging heb iets aan te schaffen, is dat amper mogelijk op de Bett Show. Kijken en proberen voeren de boventoon, slechts een enkele stand verkoopt iets. Er is natuurlijk meer dan de Rasberry Pi en micro:bit. Zo heeft SAM Labs een heel andere manier van digitaal knutselen. Sam is een set van intelligente blokjes welke je kunt koppelen met bluetooth. Het aardige van Sam is dat men naast de handige blokjes ook een heel lesprogramma met
docentenhandleiding heeft ontwikkeld. De prijs van een setje is € 1200,- en dan heb je voor 30 leerlingen lesmateriaal.

Internationaal

Meerdere internationale stands geven een indruk wat in landen als Frankrijk, Spanje, Singapore, Korea, Finland en de Verenigde Arabische Emiraten speelt. Ook was er een Nederlandse stand, maar of de daar aanwezige Dutch School door onze overheid wordt gesteund, is nog maar de vraag. Bij de stand van de Verenigde Arabische Emiraten sprak ik met een Engelsman die voor een zeer goed salaris al enige jaren lesgeeft in Abu Dhabi. Wie graag in een warm land met strenge kledingvoorschriften voor de klas wil staan, kan zich aanmelden op de website cvs.moeuae.ae. Er is vooral belangstelling voor docenten computer science, Engels en wiskunde. Geïnteresseerden moeten er wel rekening mee houden dat de kledingvoorschriften en ethische normen
duidelijk anders liggen dan bij ons.
Heel aardig was de Franse stand, hier had men vooral mooie dingen.
Helaas was het lastig om de twee demonstraties die men mij aanbood op te starten. De eerste keer leek het alsof er geen internet was en bij de tweede demonstratie had de musicus die mij Code DJ zou willen laten zien duidelijk geen zin meer. Dat laatste programma is interessant omdat het een verband legt tussen programmeren en muziek maken.
De bijbehorende Franse website (Tralalere) is overigens de moeite van het bezoeken waard. Deze overkoepelende Franse onderwijs en ICTorganisatie probeert via serieus gaming leerlingen digiwijs te maken.
Directeur de Programme, Serge Versille, had een enthousiast verhaal over zijn zoektocht naar goed digitaal materiaal. Opvallend in zijn verhaal was dat het Franse initiatief een samenwerking is tussen de staat en het bedrijfsleven.

The Dutch School
De Nederlandse bijdrage was minder omvangrijk dan je van ons kennisland mag hopen. Behalve de immer aanwezige Prowise was er dit jaar ook The Dutch School met bijbehorende molens, stroopwafels en oranje kleuren. The Dutch School is een collectief van innovatieve  Nederlandse edutech startups. Doel is te laten zien wat innovatieve oplossingen voor lesgeven en leren kunnen betekenen. Ook hier een aantal mooie initiatieven, al zijn Lesson Up en Bomberbot voor velen
oude bekenden. The Dutch school wil vooral creatieve ICT-oplossingen voor het onderwijs.

This entry was posted in Engeland, ICT. Bookmark the permalink.

Comments are closed.