Het Nederlandse ICT-onderwijs is achterhaald!

Inleiding
“Wat voor werk er later zal zijn weet ik niet. Maar dat er steeds meer met computers zal gebeuren is zeker.” Dit was een van de uitspraken in de Tegenlicht uitzending van 23 november jongstleden. (link). In die uitzending kwam naar voren dat het ICT-onderwijs in Nederland vergeleken met het ICT-onderwijs in Engeland ontzettend achterloopt. Het Engelse lesaanbod is daarin pas recent veranderd. Sinds dit jaar (2014) zijn alle basisscholen in Engeland verplicht om programmeren in hun lesaanbod op te nemen. Engelse scholen bieden programma’s als Scratch aan om kinderen te leren programmeren. Vraag je een kind wat een algoritme is, dan komt er binnen een seconde uit: ‘Een algoritme is een reeks van instructies.’ Waarin verschilt het onderwijs in Engeland ten opzichte van het onderwijs in Nederland en hoe zijn die veranderingen tot stand gekomen?

Waarin verschilt het onderwijs in Engeland ten opzichte van het onderwijs in Nederland?
Simon Peyton Jones , onderzoeker bij Microsoft en oprichter van de non-profit organisatie ‘Computing at school’, onderzocht in 2008 hoe computerlessen op school werden gegeven. Hij ontdekte een gebrek aan verband tussen de computerlessen en het vakgebied ICT. Het viel Jones op dat de nadruk lag op technologie en vooral op het gebruik daarvan. Een tendens die in Nederland ook te onderkennen valt.

Het vreemde daarin is dat bij alle andere vakken, kinderen wetten en methodes worden geleerd. Denk aan vakken als Nederlands, wis- en natuurkunde. Lessen die ons lang bijblijven en noodzakelijk zijn om te kunnen overleven.
Hoe anders is dat in vergelijking met de computerlessen die tot voor kort in Engeland werden gegeven en nog steeds in Nederland worden gegeven? Hoe houdbaar zijn computerlessen waarbij je leert waar het menu op je tablet zit?
Shahneila Saeed, directrice van Digital Schoolhouse, zegt hierover terecht dat onderwijs in het leven is geroepen om kinderen te leren overleven en zich te ontplooien. We leven in een tijd waarin technologie in een stroomversnelling is geraakt. Wat inhoudt dat onze kinderen banen krijgen die nog niet eens zijn uitgevonden, aldus Saeed. Hoe bereid je ze daarop voor? Door ze de vaardigheden te leren die in de nabije toekomst onmisbaar zijn.
Een van die basisvaardigheden is programmeren. Om Tony Hall, directeur van de BBC, te quoten: “There are three main languages in the world: English, Mandarin and Coding.”

Hoe zijn die veranderingen in Engels ICT-onderwijs tot stand gekomen?
Simon Peyton Jones verwijst naar een speech van Eric Schmidt, tot 2011 CEO van Google. In die speech vertelt Schmidt zeer verbaasd te zijn over het feit dat computerwetenschap niet verplicht is op Engelse scholen. Jones stelt dat dergelijke opmerkingen door kopstukken binnen de ICT ontzettend belangrijk zijn voor de gehele ‘onderwijsdiscussie’. Want door invloed van prominente figuren blijft het niet bij een onderwijs kwestie, maar wordt het een politieke kwestie.
In tegenstelling tot wat Jones zegt, zou je ook kunnen zeggen dat het vernieuwde ICT-onderwijs in Engeland een gevolg is van een verandering in denken. Een verandering in denken ten aanzien van de vraag hoe toegankelijk technologie moet zijn.
Technologie in Nederland is over het algemeen een gesloten wereld. Als voorbeeld; kijk je naar Nederlandse ICT-gediplomeerden in 2012, dan je zie dat het aantal vrouwelijke gediplomeerden extreem laag is. –rapport – Het is beter als dit een veel meer open wereld is. Zodat alle mogelijkheden die technologie met zich meebrengt evenredig over een grotere groep mensen , gekenmerkt door haar diversiteit, kan worden gedistribueerd. In veel meer landen beginnen mensen dit te snappen en hier ook kansen in te zien.
Neem Alex Klein. Klein studeerde ethiek, politiek en economie aan de Yale-universiteit in de Verenigde Staten. Aan de Universiteit van Cambridge rondde hij een Master in politieke economie af. Naast een passie voor programmeren, is hij gefascineerd in het vertellen van verhalen en acteren. Zo rolde hij de journalistiek in. Als journalist kwam hij in aanraking met de Occupybeweging. Op een regenachtige dag schuilde hij in een van hun tenten. Het viel hem op, dat ondanks de afkeer tegen grote corporaties, de leden van de beweging waren uitgerust met Iphones en Samsungs. Hij vroeg zich af waarom de leden geen gebruik maken van opensourcesoftware. Software en softwareprotocol nagenoeg onttrokken van overheidstoezicht en institutioneel surveillance, zodat je de maximale controle hebt over de technologie die je gebruikt.
Klein vroeg dit aan de leden van de Occupybeweging. Zij stelden dat open source niet voor de ‘gewone’ mens is ontworpen. Open source is voor en door de Silicon Valley elite gecreëerd. Een gesloten gemeenschap, niet toegankelijk voor mensen die niet direct een affiniteit hebben met technologie. Dit zette Klein aan het denken.

Als journalist schreef Klein ook over de Raspberry PI. Klein ziet de mogelijkheden van de PI. Daarnaast ziet Klein ook een beperkte toegankelijkheid tot de PI, bijvoorbeeld voor kinderen. De PI, gelanceerd begin 2012, werd meteen opgepakt door tech community’s en daardoor een groot succes. Er werden de meest bijzondere dingen gecreëerd met de PI. Wil je de PI gebruiken moet je zelf een keyboard aansluiten, de Wi-Fi reguleren en een SD kaart programmeren. Klein zag in dat mede daardoor de Raspberry PI niet toegankelijk is voor kinderen.
Dit zette Klein aan tot het creëren van Kano. Een Kano bestaat uit een PI, een SD card, een kleine toetsenbord, een Wi-Fi dongel, een kleine speaker en kleurrijke LED verlichting. Allemaal samen te voegen in een gemakkelijke box. Je plugt de onderdelen in de PI alsof je Lego aan het bouwen bent. In slechts een paar minuten zet je het geheel in elkaar.
Niet veel later staar je naar een tv scherm. In eerste instantie regent het code in een groene kleur over het scherm. Vervolgens wordt het scherm blanco. De cursor knippert een paar keer en dan verschijnt er de tekst:

  • “Hi, I’m Kano. Thanks for bringing me to life. What should i call you?”
    Je geeft je naam, bijvoorbeeld: “Thomas”. En met de Matrix als inspiratiebron antwoord Kano in stijl:
  • “Thomas, follow the white rabbit.”
    Een paar klikken verder en je controleert een Minecraft achtige omgeving. Je klikt en sleept met blokken.
    Blokken uitgerust met instructies, afmetingen en ‘clipping commands’. Met de blokken zet je een huis in elkaar. De blokken representeren code als Python en JavaScript. Wat je eigenlijk aan het doen bent is programmeren.

Klein vertelt dat het doel van project Kano in eerste instantie is het creëren van een leuke computerkit voor alle leeftijden. De achterliggende gedachte echter, vertelt Klein, is technologie toegankelijk maken voor iedereen door het sociale framework binnen technologie af te breken. Door de groei en mogelijkheden van technologie evenredig te verdelen over iedereen. De snelste weg om dat te bereiken is via het onderwijs. De kracht van het programmeren neerleggen bij het volk. ‘Power to the people’, aldus Klein.
Dat deze gedachte van Klein meer mensen aanspreekt blijkt wel uit het succes van project Kano. Kano werd opgericht door middel van crowdfunding. Op 19 november 2013 werd het project op Kickstarter gelanceerd. De deadline van het project werd gesteld op 19 december 2013. Binnen 18 uur was er 100.000 dollar binnen gehaald. Op 19 december 2013 stond de teller op 1.522.160 dollar.

Conclusie
Scholen, in Engeland, zijn zich actief op het gebied van ICT-onderwijs aan het ontwikkelen omdat zij inzien hoe noodzakelijk het is om kinderen programmeren te leren. Het ICT-onderwijs in Engeland is daarbij veel meer een samenspel tussen ICT’ers en onderwijsinstellingen. Dit samenspel uit zich in evenementen als de PyconUK. Een jaarlijkse conferentie waar docenten en developers met elkaar in contact komen. Er wordt actief gebrainstormd hoe je kinderen op een leuke manier kan betrekken in de wereld van het programmeren. Code Club is een organisatie die ook bijdraagt aan het samenspel tussen de sectoren ICT en onderwijs. Code Club organiseert naschoolse activiteiten, in samenwerking met scholen, waar kinderen leren programmeren.  Dit samenspel raakt in een stroomversnelling door mensen die kansen zien. En zo is er langzamerhand een ‘coding frenzy’ in Engeland tot stand gekomen. Hedge funds die speculeren op programming startups tot gewone mensen die middels crowdfunding projecten backen als Kano en Primo.
Met betrekking tot het ICT-onderwijs in Nederland, kunnen we een hoop leren van de ontwikkelingen in Engeland. Vooruitstrevend als Nederland is, zal het vast ook wel een keer lekker zijn om af te kijken bij een ander

overgenomen van: http://www.bonque.nl/blog/het-nederlandse-ict-onderwijs-is-achterhaald

LINKS
KANO http://www.kano.me/
BENDOBOX: http://www.bendoobox.nl/

This entry was posted in ICT, Onderwijs and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.