Leren zonder docent

Inleiding
imageLeerlingen willen en kunnen ook leren zonder docent. In het onderwijs twijfelen we er op zijn voorzichtigst gezegd aan of dat wel zo’n goed idee is. Toch is een docent niet altijd nodig of mogelijk. Denk aan kleine klassen met een specialistisch vak (Grieks, Latijn, maar ook Arabisch, Filosofie of Chinees). Afwezigheid van de docenten of de ziekte van een leerling zorgt er ook voor dat leren zonder docent nodig kan zijn.
Met techniek is er een mogelijkheid om de absente docent toch aanwezig te laten zijn.
Het is inderdaad nog wel eens de vraag of een fysiek aanwezige leraar nodig is. Leerlingen zijn op bijna alle niveaus enthousiast te krijgen als aan een aantal zaken wordt voldaan. Ik ga gemakshalve van drie belangrijke zaken uit:

Leerlingen moeten om goed onderwijs te krijgen….

  • weten wat ze moeten doen, duidelijkheid.
  • weten waarom ze het doen, doel
  • feedback en waardering krijgen, betrokkenheid

Afstandsleren zal in elk geval aan deze zaken veel aandacht moeten geven. Met leerlingen is vooraf gesproken over zaken die “de klas zonder docent” nodig heeft. Twee klassen onderbouw van het Zernike College te Zuidlaren zijn druk aan het discussiëren en nadenken geweest wat voor hun de ideale les zou zijn.
Gezamenlijk dachten ze na over een andere manier van leren. Daaraan zaten geen beperkingen. Uiteindelijk zijn zij bij docent-arm onderwijs terechtgekomen.

Klik HIER om te stemmen voor dit plan voor afstandsonderwijs.

Opzet en denkwijze
Onderwijs is altijd succesvol als de organisatie betrouwbaar is. Bij het leren zonder docent is dat in ieder geval noodzakelijk. Leerlingen geven aan dat een leraar moet kunnen organiseren, orde houden en duidelijk zijn. Organiseren, orde en duidelijkheid zijn ook nodig in een klas zonder docent.
Ouders zijn veelal graag betrokken bij het onderwijs en de lessen. Het zou mooi zijn als ze die lessen kunnen volgen.
Nog steeds trekken veel leraren de deur van hun lokaal dicht. In de docent-loze klas zal dat moeten veranderen. Een leraar voor grotere groepen en op alle momenten beschikbaar.
Voor veel leerlingen kan het handig zijn de les opnieuw te beleven, op hun pc, laptop of tablet. Het moment waarop ze dit doen is niet afhankelijk van het lesrooster.
Docent-loos is dus zowel leren op afstand als “Flipping in the Classroom”. De ooit gegeven lessen zijn via internet nogmaals te bekijken.

Samenvatting van de ideeën die leerlingen hebben
Twee klassen leerlingen (VWO) leveren de volgende conclusies:

  • Goede uitleg is noodzaak
  • We willen niet alleen naar een video staren en er moet communicatie zijn
  • Veel projecten
  • Afstand leren is geen probleem, als alles maar goed werkt en de docent ”aanwezig“ is
  • Een leraar brengt niet alleen kennis over maar ook zijn persoon, dat laatste moet blijven
  • Niet alles kan en mag digitaal, ook willen ook samenwerken
  • Wij willen een laptop of tablet in de les
  • Lessen op internet als bijles
  • Je hoeft niet in een klaslokaal te zitten om te leren
  • Het moet ook rustig zijn op school en in de klas
  • Digitaal materiaal moet nog eens te bekijken zijn

Leerlingen kwamen tot de conclusie dat de beste lessen werden gegeven als de docent ze goed had voorbereid (PowerPoint noemden een aantal dat).

Het digitale lokaal

In een digitaal lokaal zijn vier elementen van belang.

  1. eigen device
  2. de goede software
  3. kennis van de vakbekwame docent
  4. werkplek met leerrust, waar ook mogelijkheid wordt geven om samen te werken

1. Eigen device
In het nieuwe klaslokaal leren leerlingen met een mix van leermateriaal. Boeken raken op de achtergrond (er is een weg naar papierloos ingezet), maar zijn nog steeds aanwezig. Om soepel met een eigen device te kunnen werken is een toetsenbord onontbeerlijk. Tablets worden voor het verwerken van grote stukken tekst als hinderlijk gezien. Iedere leerling een eenvoudige laptop/notebook met daarop office en toegang tot leermiddelen.
Van groot belang is een degelijke draadloze omgeving.
Ook docenten worden toegerust met een laptop/notebook. Voor de docenten is tevens een dockingstation beschikbaar. Daardoor heeft hun laptop op eenvoudige wijze contact met digiborden en wordt de batterij tijdig opgeladen. Docenten worden uitgedaagd om ook “interactieve” applicaties in te zetten. (bijvoorbeeld Socrative, Mindmapping, Mentimeter).

2. Software
Inzet in software betekent dat alle devices die worden toegelaten in elk geval daarvan gebruik kunnen maken. Voorlopig lijkt dat alleen nog te gelden voor de Microsoft en Apple gerelateerde bedrijven.
Docenten die gebruik maken van PowerPoint, Prezi of Presentain zorgen ervoor dat leerlingen er altijd weer bij kunnen. Leeromgevingen lijken daar een mooi middel voor.

3. Kennis
Een docent moet de techniek, didactiek en leerstof optimaal beheersen. Bij nieuwe technologie is daarvoor permanent schaven aan kennis noodzaak. Voor zowel leerlingen als docenten zijn ondersteunings- en leertrajecten nodig. Daarin horen zaken als basiskennis computergebruik, Mediawijsheid en presenteren en de techniek van de computer. Bij mediawijsheid worden presentatietechnieken zoals het maken van filmpjes en webteksten (blogs) bedoeld.

4. Werkplek
Er zijn speciale ICT-rijke lokalen nodig in de school. (dit is de kern van het voorstel).
Als we afstandsleren serieus nemen dan is het handig als de docent op afstand een duidelijk aanwezige persoon is, die niet door technische ongemakken wordt gehinderd.
Het lokaal zal dan ook voorzien zijn van goede en praktisch opgestelde camera’s, beamers, digiborden.
Een docent op afstand moet snel en eenvoudig kunnen zien dat er in het lokaal waarin hij les geeft alles in orde is.
Hieronder benader ik dit lokaal vanuit zowel de leerling als vanuit de docent.

Docent
Docenten zijn vooral gericht op inhoud, leeropbrengsten en onderwijsdiscipline.
Leerlingen willen les hebben in een omgeving waar voldoende werkrust is. De ICT-techniek mag in de les geen of nauwelijks een rol spelen. Voldoende vaardige docenten kunnen de apparatuur aanzetten en de software bedienen.
De plaats van waaruit de docent zendt heeft een of meer camera’s en een fors beeldscherm om goed met de andere kant te communiceren.

Het digibord dat de docent gebruikt moet gekoppeld zijn met het andere lokaal. Daar staat ook een digibord waar leerlingen interactief mee aan de slag kunnen. Ter voorkoming van storingen is het wel zo dat de docent altijd het andere bord kan blokkeren voor input.
De lessen worden opgenomen en op een server geplaatst. Als er op afstand les wordt gegeven wordt is dat mogelijk. Het interessantste deel is natuurlijk het instructiegedeelte. Die instructie mag hooguit 10-15 minuten tijd nemen.
Leerlingen in het eigen lokaal en het andere lokaal communiceren via de device en uiteraard ook fysiek. De docent kan reageren.
Uitleg op afstand is een fenomeen dat kan worden ondervangen door het digitaal te doen. Een website met een forum-achtige omgeving kan daarvoor gebruikt worden. Veel ELO’s hebben die mogelijkheid.

Leerling
Het lokaal waarin de leerling komt te zitten heeft twee grote schermen, één scherm is het digibord de andere is een apart scherm waarop de docent te zien is.
Er is sprake van “virtueel oogcontact”.
De docent aan de andere kant heeft een goed overzicht op wat er aan de andere kant gebeurt. Hij heeft daardoor invloed op de leerlingen.
De les van de docent wordt opgenomen en is een aantal weken te bekijken in een besloten digitale omgeving. Deze ELO heeft ook een forum, privé chatmogelijkheid.
In het lokaal staat een printer, de docent kan papier afdrukken.

Implementatie
In het verleden zijn er meerdere pogingen ondernomen om afstandsleren tot stand te brengen. Onze school heeft in samenwerking met Kennisnet ervaring opgedaan met videoconferencing. De lesorganisatie en de geavanceerde en complexe techniek blek daarbij belangrijke struikelblokken. Verder waren organisatie en de koudwatervrees eveneens belemmeringen.
Implementatie zal zich moeten richten op scholing, sturing en uitdaging

Scholing: Het verwerven van de vereiste “21st century skills” is allereerst nodig.
Met de reeds aanwezige competenties wordt daarbij rekening gehouden.
Naast verbeteringen van ICT vaardigheden is het ook nodig aandacht te geven aan ICT-didactiek.
Vanuit de school zal deskundigheid omtrent het laatste worden aangetrokken.

Attitude: Durven, willen en mogen zijn belangrijk om nieuwe onderwijsvormen in te zetten.
Vanuit de directie is een duidelijk beeld van hoe men een en ander graag wil zien. Vanuit dat beeld wordt gewerkt.
Aan hoge verwachtingen heeft niemand iets, de visie die men heeft wordt door iedereen gedeeld. Daardoor is het eenvoudiger te proberen en te durven. Niet alles zal goed lopen, maar al doende leert men. Draagvlak creëren ontstaat door dat docenten efficiënt hun kennis kunnen overbrengen. Dat is nu niet kennis die na een uurtje les hopelijk nog aanwezig is.

Om docenten zo ver te krijgen dat ze het ook daadwerkelijk gaan doen is een gedragswijziging nodig. Te vaak wil men niet omdat het zo’n gedoe is.
Bij een eenvoudige techniek zal dat gedoe beperkt blijven.
Start: In eerste instantie zal de schoolleiding een aantal vakken uitnodigen om aan dit project inhoud te geven. Het betreft hier een vaksectie die op basis van hun lesmateriaal een lesperiode vullen.
Voor een aantal vakken (bijv. filosofie, Spaans) zal de vakdocent zijn kleine klas in de andere locatie aansturen. In aanvang zal dat met extra inzet van een onderwijsmedewerker op de locatie plaatsvinden.

Motovatie
In plaatsen waar krimp en kleine scholen een belemmering vormen om voldoende vakleerkrachten te krijgen kan het concept “Leren zonder docent” een goede en efficiënte oplossing zijn. Het hierboven beschreven klaslokaal kan een van de oplossingen zijn.
Deze oplossing is echter niet techniek gedreven, maar vooral organisatie gedreven. Hiermee wordt bedoeld dat leerlingen en docenten op een eenvoudige wijze van deze vorm van afstandsleren gebruik moeten kunnen maken. Het is juist die uitdaging die “Leren zonder docent” wil aan gaan.
Het zoeken naar een organisatie waar ten alle tijden en op afstand geleerd kan worden.

Links:

Learning Challenge

The Learning Challenge

Met The Learning Challenge hebben wij het voortgezet onderwijs uitgedaagd om te bedenken hoe leren leuker, boeiender en persoonlijker kan met digitale middelen. Hiermee maken zij kans op het winnen van € 50.000,- aan deze middelen en begeleiden wij hun in de overgang naar digitaal onderwijs. De wedstrijd bestaat uit twee rondes. Uit de eerste ronde kiest de vakjury de finalisten. Iedere finalist wint een prijs!

Ronde 1: Hoe past u digitale middelen toe op úw school?
Om kans te maken op de hoofdprijs, hebben diverse scholen een creatief voorstel ingediend. In het voorstel hebben zij op eigen wijze aangegeven hoe zij digitale middelen toe zouden passen op hun school. Uit alle voorstellen kiest de vakjury de finalisten.

Ronde 2: Hoe krijgt u uw school mee in de verandering naar digitaal onderwijs?
De finalisten kunnen in ons Ricoh Learning Experience Center de nieuwste digitale middelen in een praktijksituatie uitproberen. Na afloop gaan de finalisten op hun eigen school aan de slag met het tweede deel van de opdracht, namelijk het maken van een praktisch voorstel hoe zij iedereen op school mee krijgen in de verandering.

This entry was posted in ICT, Onderwijs and tagged , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.