MARATHONVOER VOOR AMSTERDAM

Halve marathon Amsterdam, 20 oktober 2013

2013-1020 AMSTERDAM halve marathonIk verheug me al vele jaren om weer de halve marathon van Amsterdam te lopen. Na afloop kan ik zeggen dat het inderdaad een fantastische ervaring was, maar ook een met rafelige randjes. Het eerste randje is de manier waarop je aan je startnummer komt.

Een week voor de halve marathon van Amsterdam viel er een envelop door de brievenbus. Een brief vergezeld van een stapel reclame gaf aan dat ik op 20 oktober in de Sporthallen Zuid mijn startnummer kon ophalen. Ik begrijp niet waarom het papiertje met nummer 34487 niet in de envelop zat. Het koste me in elk geval veel moeite om op tijd uit het verre Noorden bij de afgiftebalie te komen. Voor de nabijgelegen expo had ik geen oog, waarschijnlijk was dat wel de reden dat het startnummer niet werd verzonden.

imageWe logeren twee dagen in hotel de Filosoof. Een merkwaardig samenraapsel van kamers en hokjes in Jugendstilstijl. Vanuit het hotel moet je het Vondelpark doorsteken om aan de andere kant richting museumplein en verder op het Olympisch stadion te komen. Zwoegende marathonlopers worden door fanatieke toeschouwers aangemoedigd. Bij de tramhalte van lijn 16 in de Lairessestraat staat een grote groep Fransen te wachten. Tot hun ontsteltenis reed de overvolle tram door. Omdat vijf minuten wachten voor hun te lang duurde zijn ze maar gaan lopen. Vanuit een rustige tweede tram zag ik ze ter hoogte van de Marathonweg wandelen. De tram ging niet tot aan het stadion, dus liep ik langs het parcours richting finish. Een Engelsman stond stil, hij zat er helemaal doorheen. Ik sprong over het hek en ben kort op hem in gaan praten. Het ellendige laatste stukje vals plat nam hij op een gegeven moment met gemak. Aan de naderende pacer te zien, finishte hij binnen 3 ½ uur. Ook ik werd als fris ogende loper enthousiast aangemoedigd, met enige moeite wurmde ik me uiteindelijk over het hek tussen verbaasde toeschouwers door.

Nog geen drie minuten voor de start stond ik in het startvak op de Stadionweg. De ruim 18.000 lopers begonnen zich onverwachts te bewegen. Met rugnummer 34487 duurde het nog een hele tijd alvorens ik het witte startdoek passeerde. De Stadionweg is duidelijk te smal voor de grote groep renners. Dit is het tweede rafelrandje, de halve marathon is uitgelopen tot een megaevenement. Het is ondoenlijk dit parcours in eigen tempo te lopen. Vorige week deed ik nog mee aan de 4 mijl. Die was druk, maar in Amsterdam lijkt het qua drukte alsof je de hele tijd in de Herestraat tijdens de 4 mijl loopt. Voor mij was dat geen enkel bezwaar, mijn tijd doet er niet toe. Wie denkt op het snelle marathonparcours een snelle tijd neer te zetten heeft het echter mis, de ruimte is er niet voor. Bij de Utrechtsebrug over de Amstel loopt het parcours langzaam op. Ze ver je kijkt zie je heen en weer schuddende hoofden. Veel deelnemers betekent ook een strakke organisatie, vreemd daarom dat de waterposten zo beroerd geregeld waren. Voor een bekertje AA drink of water moest je het een en ander ondernemen en oppassen dat je niet valt.

Het schitterende weer en rustige tempo maakte er een echt uitje door Amsterdam van. Al bij de start zag ik de man met de hand. Het moest gezien het opschrift op zijn shirt een Belg zijn. Daar hij samen met iemand liep die duidelijk minder getraind was dan hem liet ik ze al snel achter, tot ik hem na een waterpost nabij de Gooiseweg weer zag. De man had een hand op de rug en was makkelijk herkenbaar. Ik haalde hem weer in en gezien zijn tempo schudde ik hem af. Een paar kilometer verderop zag ik hem weer in de verte. Zo ook in het iets rustigere Vondelpark. Ik haalde hem in en bekeek nog eens goed zijn gezicht. Er liepen meer mannekes zoals hij met dit shirt en iets kalende kruin, maar deze kende ik nog niet.

In de omgeving van de Hugo de Vries
Laan eindigde mijn halve bijna. Een vaag figuur met pet en raar plastic jasje ging met zijn scooter op het drukste moment oversteken. Ik knalde vol op hem. Hij moet het gevoeld hebben, een ander na mij schold hem nog eens flink uit. Jammer dat ik pas 200 meter verderop 6 agenten bij een oversteekplaats zag die van het hele incident niets hadden vernomen.

Op het 11 km punt ontdekte ik dat ik ruim een uur onderweg was. Een leuke uitdaging om toch onder de twee uur te finishen. Het mooiste stuk van de halve marathon begint bij de Mauritskade die overloopt in de Stadhouderskade. Na het passeren van onze koloniale erfenis, het grote en sobere Tropenmuseum. Hier kunnen niet-lopers via een sluissysteem de weg over steken. Aan de rechterkant ligt het water en gelukkig ook een fietspad. Veel lopers verkiezen het fietspad boven het veel te smalle asfalt.

Een volgende rafelrand ontdek ik bij een van de verzorgingsposten waar de AA en bananen op zijn, ook de sponsen zijn er niet meer. Ze liggen wel massaal op straat samen met de platgedrukte bekertjes. Het is er hinderlijk lopen. In de verte zie ik de loopbrug bij het Rijksmuseum. Tijdens de hele en halve marathon kunnen de vele bezoekers daar gebruik van maken. Er staan mensen bovenop te kijken, uit mijn ooghoeken zie ik dat er een lange rij wachtenden is om over te steken. In mijn verbeelding zie ik de brug wat doorhangen. Vreemd genoeg bekruipt mij een prettig gevel als ik de brug ben gepasseerd. Voor me loopt iemand blootvoets. Ik zag haar al een kilometer na de start zo lopen. In het Olympisch
stadion kom ik haar nogmaals blootvoets tegen.

De lopersplek van Amsterdam is het Vondelpark. Je kan het niet zo gek bedenken of je ziet er wel mensen hardlopen. De ruim 2 kilometer door het park zijn prima te doen. De mooie herfstkleuren en brede baan door het park werken daar aan mee. Als je het park uit komt is het nog maar anderhalve kilometer. Ik passeer er enkele moeizaam lopende heren. Duidelijk te snel van start gegaan. Wie de halve marathon van Amsterdam loopt doet dat niet voor de start maar de finish. Het Olympisch stadion is de mooiste plek in ons land om een hardloopwedstrijd te eindigen.

Hier helaas wel de laatste rafelrand, de finish lukte nog wel maar veel verder kon je niet komen. Lange lange rijen wachtenden voor de medaille en nog langere rijen om het stadion weer uit te komen. De groep waarin ik liep moest zelfs via de kleedkamers eruit. Het stadion is ook niet gebouwd voor zulke grote groepen sporters.

Al met al een mooie halve met heel veel buitenlanders, zeg maar gerust een meerderheid. De rafelranden worden veroorzaakt door de massaliteit. Amsterdam is duidelijk niet berekend op 18.000 lopers die in zo’n korte tijd starten. Wellicht is het daarom dat je je als loper soms wel heel klein voelt, ik heb in elk geval het gevoel ‘marathonvoer’ te zijn. Om indruk te maken heeft een marathon veel lopers nodig. In Amsterdam wil men indruk maken. Om dat te doen moet de organisatie gevoerd worden met veel deelnemers. De rafels ontstaan daardoor. Nou ja, als ik niet elders ben ga ik volgend jaar toch weer.

image

This entry was posted in Hardlopen, Sport and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.