TERSCHELLING waar ligt de Badweg in West?

P1000091Terschelling is het eiland van onduidelijkheden. De verwarring die je oploopt zijn voor de bezoeker vooral te merken aan de bewegwijzering. Zo moet je al goed in je hoofd hebben hoe de structuur van dit stukje grond is om in een gehucht als Lies te geraken. Als we langs het dorp Kaard rijden zien we het met een d geschreven, op de kaart met een t (Kaart). Het enige bord dat overal wel zichtbaar is is fietsverhuur, al lijken de meesten gesloten. Geen plaats met drie of meer woningen of er worden wel fietsen verhuurd. Het verhuurdersgilde moet flinke onderlinge concurrentie kennen. Een andere vaagheid die ik hier wil noemen, let op er zijn er nog heel veel , is de naamgeving van de Badweg. Nergens ben ik het bordje Badweg tegengekomen. Wel zie je op folders en internet dat hotel “Paal 8” aan de Badweg ligt. Het hotel is ook een typisch Badweg hotel. De weg waarlangs je van dorp naar strand gaat heet hier de Longway. Vreemd genoeg heb ik ook die aanduiding nergens gezien. Wat het meest irritant is, in elk geval voor mij, is dat ik er ook niet goed achter kan komen hoeveel Badwegen men op het eiland heeft. Ik tel er 3-4. De eerste gaat van de hoofdplaats West-Terschelling naar Paal 8, de tweede van Midsland naar Paal 8 of naar Paviljoen de Branding. Verder zou ook Hoorn een Badweg hebben die van het plaatsje naar Paviljoen Kaap Hoorn loopt. De laatste zou in Oosterend aan de rand van de Boschplaat liggen. De Boschplaat is met ca. 4000 ha het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland. Weer zo’n vaag en oncontroleerbaar begrip en met diverse consequenties. Het eiland Terschelling gaat er prat op het langste Waddeneiland te zijn. Ruim 30 km van oost naar west. Heel aardig natuurlijk maar als je in het westen het aangegroeide Noordsvaarder en in het oosten de Boschplaat weg laat, dan is een lengte van 15 km reëler. Gelukkig is de omgeving er erg mooi en krijg je wel waar voor je geld in die 15 kilometer.

De echte Badweg loopt volgens mij van West-Terschelling naar Paal 8; daar dit een fietspad is is er ook nog een andere Badweg nodig. Die loopt van West-Terschelling via Halfweg naar Paal 8. Noodgedwongen zal ik beide beschrijven. De afstand tussen West-Terschelling en West aan Zee is ongeveer 8 kilometer. Vanuit West-Terschelling is West aan Zee bereikbaar via de Badweg van Paal 8, de Longway is een alternatief voor de Badweg, een fietspad door de duinen.

P1000117West aan Zee wordt op Terschelling aangeduid met de naam Paal 8, naar de strandpaal waarbij de nederzetting is gebouwd. Het oorspronkelijke hotel Paal 8 is vervangen door modernistische saaie nieuwbouw, met dezelfde naam. Op de plaats van het hotel stond in het begin van de twintigste eeuw een badhuis. De bouw van dit badhuis in 1916 markeert het begin van het toerisme op Terschelling. Zand voor de bouw van dit badhuis werd gehaald uit een duinvallei ten zuiden van West aan Zee, dat nog de naam Badhuiskuil draagt. Het oude badhuis werd in de Tweede Wereldoorlog afgebroken. West aan
Zee dankt zijn bestaan aan de NV Exploitatiemaatschappij Terschelling. Deze, in het begin van de twintigste eeuw opgerichte NV, had ten doel de bouw van een badplaats in de duinen van Terschelling tussen de strandpalen 8 en 12. De maatschappij heeft zich beperkt tot het uitgeven van percelen in erfpacht voor de bouw van zomerwoningen. Als gevolg hiervan ontstonden in de duinen de nederzettingen van recreatiewoningen Midsland aan Zee en West aan Zee. Het duingebied tussen beide nederzettingen was ook bestemd voor de bouw van recreatiewoningen, de uitvoering van dit plan werd gelukkig nooit gerealiseerd. In 1965 heeft Staatsbosbeheer de pachters van de in dit gebied liggende kavels uitgekocht. De NV Exploitatiemaatschappij Terschelling werd eveneens door Staatsbosbeheer opgekocht, en vervolgens opgeheven.

Vanaf de Badweg, nabij de strandovergang naar het Noordzee-strand zien we de reddingbootschuur, waarin de reddingboot van Terschelling is gestationeerd. Deze schuur werd in de dertiger jaren van de vorige eeuw gebouwd. De redding van drenkelingen was een Amsterdams initiatief uit de 19e eeuw. Hoe mooi de verhalen van Sil de Strandjutter ook, Terschellingers gingen voor de buit en lieten drenkelingen aan het toeval over.
In 1940 bevond zich een tijdelijke begraafplaats nabij de reddingbootschuur. Alle slachtoffers die op Terschelling uit zee werden geborgen in de oorlog werden hier begraven. De tweede wereldoorlog ging niet ongemerkt aan Terschelling voorbij. Het strand werd “Sperrgebiet” en de niet-eilanders moesten van het eiland af. Begin augustus spoelden er acht lichamen van militairen op het eiland aan en even later nog eens zeven. De bezetters wezen een terrein aan waar op 2 augustus 1940 de Franse soldaten werden begraven welke de evacuatie bij Duinkerken niet hadden overleefd.

Op 7 augustus 1940 schreef burgemeester Reijnders aan de Boschwachter van Staatsbosbeheer op Terschelling een brief met de volgende inhoud: “…dat op last van de Duitschen Commandant der troepen (Inselkommandant Klett) een stuk grond toebehorend aan het Staatsbosbeheer ingericht is als begraafplaats voor aangespoelde lijken van andere dan Duitsche militairen, benevens burgers niet-Duitsche drenkelingen. De afmetingen zijn 40 x 50 meter . Het stuk grond werd door de Inselkommandant aangewezen. Door de zorg van het gemeentebestuur is het met palen afgezet en met ijzerdraad omgeven. Reeds zijn een 25-tal lijken begraven.”
Voor zover bekend werden alle slachtoffers met militaire eer begraven.
In totaal zijn er in de oorlogsjaren 151 personen begraven, waaronder 23 Fransen, 21 Amerikanen, 57 Engelsen, 5 Polen, 9 Australiërs, 9 Canadezen, 4 Nieuw Zeelanders en 1 Noor. Hiervan konden 21 niet geïdentificeerd worden, waaronder 16 Engelsen en 1 Australiër. Na WO-II werd een kerkhof elders aan de Longway ingericht.

P1000084Aan de rand van West aan Zee ligt de Badhuiskuil, eigenlijk de kuil van Victor Westhoff
Prof. Dr. Victor Westhoff, geboren in 1916, was een van de meest invloedrijkste natuuronderzoekers en -beschermers in Nederland. Hij was er van overtuigd dat variatie en rijkdom in de natuur gedeeltelijk afhankelijk is van menselijk beheer. Veel van zijn onderzoek voerde hij uit op Terschelling, o.a. naar natte en droge duinen. Een van deze natte duinen was de Badhuiskuil, bij West aan Zee. Hier werden zijn ideeën over menselijk beheer toegepast. In de beginjaren van zijn carrière als onderzoeker kwamen er in de Badhuiskuil veel zeldzame plantensoorten voor. Eind jaren tachtig waren al deze soorten verdwenen en was alles nagenoeg dichtgegroeid. In 1989 besloot Staatsbosbeheer de Badhuiskuil tot aan de schone zandlaag uit te graven. Tien jaar later bezocht Westhoff de Badhuiskuil opnieuw en vond hier dezelfde zeldzame planten weer terug.
De Badhuiskuil is de historische proeftuin met betrekking tot natuurontwikkeling in Nederland. De Badhuiskuil is een natte duinvallei die werd hersteld volgens de inzichten van Westhoff. Met een geweldig resultaat: verloren gewaande planten kwamen hier massaal terug, onder meer zeldzaamheden als oeverkruid en draadgentiaan.
Op 18 maart 2005 werd bij de Badhuiskuil een standbeeldje van Westhoff geplaatst, ditzelfde beeldje is ook in zes andere natuurgebieden in Nederland te bezichtigen.

P1000140De duinen van Terschelling behoren – samen met die van Vlieland – tot de kalk armste duingebieden van ons land. Deze kalkarmoede weerspiegelt zich in een wijd verbreid voorkomen van heidebegroeiingen en duingraslanden met Buntgras (Corynephorus canescens), de laatste rijk aan korstmossen. Daartussen liggen valleien met een scala aan levensgemeenschappen, van open water tot Knopbiesbegroeiingen en berkenbossen. De jongere en meer kalkrijke duinen aan de westkant van het eiland, op de Noordvaarder, herbergen een grote groeiplaats van de Groenknolorchis (Liparis loeselii). Aan de zuidkant hiervan ligt een groen strand, rijk aan gradiënten en dienovereenkomstig aan gemeenschappen. De diversiteit aan habitattypen gaat gepaard met een aanzienlijke vogelrijkdom. In de embryonale duinen broeden onder meer Strandplevier en Bontbekplevier, in de oudere duinen Blauwe kiekendief, Velduil en Tapuit, en in de valleien met duinplassen Dodaars, Bruine kiekendief, Paapje en Rietzanger. Vanaf de weg zie je deze rijkdom aan vogels en planten niet direct. Al zien we een Lepelaar, veel Mantelmeeuwen en een Fuut van nabij.

P1000101Na onderweg nog wat klaprozen te hebben bewonderd komen we bij de Bessenschuur. Nabij deze plaats ontdekte een aankomend bioloog in 1868 in het duin de Amerikaanse veenbes, die volgens een goed juttersverhaal in een vat op Terschelling is aangespoeld (vandaar de naam Studentenplak) en wortel heeft geschoten. Een belangrijke soort in de natte heiden van Terschelling, die vooral in de centrale delen van het eiland, zoals in De Koegelwieck, grote oppervlakten beslaan, is de Grote veenbes of Cranberry (Oxycoccus macrocarpos). Vermoedelijk is de soort omstreeks 1840 door schipbreuk op Terschelling terechtgekomen, en vandaar is zijn zegetocht over de andere Waddeneilanden, de kalkarme vastelandsduinen en diverse veengebieden in Noord-Holland begonnen. De cranberry heeft is een eilanderproduct dat allerlei bijzonderheden wordt toegedicht. Het is te koop in de vorm van jam, wijn en likeur. Wij drinken Cranberry thee en eten Cranberry kwarktaart.

IMG_2172Als we verder naar West-Terschelling rijden hobbelen we over de beboste duinen en komen op de weg die alle gehuchten en dorpen van dit eiland verbindt. Het is een drukke weg, waar 30 km nog te snel is. Helaas is het pinksterweekend en Easyriders, Harley liefhebbers dan wel ander ruig volk bezetten de weg met stinkende scheurijzers. De lengte van de weg, ca. 15 km rechtvaardigt zo’n uitstapje wel. De afwezigheid van enige controle is verbazingwekkend. Nabij West-Terschelling ga je een hoge duin over. Beneden liggen de passanten- en vissershaven.

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626954409886″]

This entry was posted in Reizen, Wadden and tagged , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.