WENATCHEE en ijstijden

1000001547.JPG Wenatchee is niet direct een plek waar je een lange vakantie wilt doorbrengen, hoewel natuur, geologie en sport er wel allemaal in de buurt zitten. De stad zelf lijkt meer op wat wij een groothandelscentrum noemen. Het is verspreid met heel veel winkels en malls. Wij komen deze dag in de Wenatchee Mall, met goed fatsoen zou ik niet weten wat ik daar zou willen kopen. Luxe en eten zijn het meest kenmerkende voor dit soort plekken. Voor we aan het serieuze deel van de dag beginnen, de Ice Age Tour proberen we toch een paar zaken die we nodig hebben aan te schaffen. De tour is ruim 160 mile lang (ca. 300 km). We bezoeken een paar winkels  omdat we niet weten hoe laat we terug zijn en of de winkels dan nog open zijn. Nog even over Wenatchee downtown, op de betere locaties zijn in de laagbouw daar wel winkels wel te vinden, maar ook hier weer zaken waarvan je niet goed weet wat er mee aan te vangen. Een drogist of groenteboer is er in elk geval niet te vinden wel thema winkels en antiqueties . Wie denkt dat de gretigheid om op deze top te zitten groot is heeft het mis. Er staan veel panden in het centrum leeg. Volgens de alom bekende marktwerking zijn dat geen dure locaties. Wij slagen wonderwel in een Fred Meyer winkel in de buitenwijken, aan de andere kant van het stadje vind je weer een groot aantal shopping malls dicht op elkaar. Nou ja dicht, niet dicht genoeg om te voet van de een naar de ander te gaan. Je ziet dat ook geen Amerikaan doen.

Wie Wenatchee binnenkomt of uitrijdt ziet onmiddellijk dat het een erg bijzonder landschap moet zijn. In de verte besneeuwde hoge bergen en langs de Columbia rivier vlakke heuvels. De heuvels zijn dun begroeide door erosie verschijnselen gemarkeerde gebieden.

We verlaten de stad aan de zuidwest kant en nemen de Highway 2 richting Rock Island. We zien in de heuvels zoals eerder geschreven de uitgeholde gullies. Deze zijn ingesleten door water en ijs dat hier vele tienduizenden jaren vanaf de heuvels naar beneden is gekomen. De kale hellingen zijn met een dunne graslaag en een enkele dennenboom bedekt. In tegenstelling tot menig Europese heuvel in gelijke omstandigheden is hier tenminste nog sprake van enige begroeiing. Als we de weg vervolgen zien we in de heuvels het landschap ineens overgaan van afgevlakte groen naar steenachtig bruin. Prachtige basaltpilaren doemen voor ons op, we besluiten dan ook een afslag te nemen om die enorme steenmassa van dichtbij te bekijken. De Rock Island grd sw slaan we vervolgens in. We stappen uit en bekijken van redelijke afstand de enorme basaltstenen. Dit basalt is tijdens het mioceen over een enorm oppervlakte van de staat Washington verspreid. Dit proces dat in verschillende perioden verliep begon 17 miljoen jaar gelden en duurde ruim 11 miljoen jaren. De dikte van deze lagen is ca. 3 km. De enorme lava massa’s vormden uiteindelijk de basis van het gebied dat wij bezoeken.

We besluiten niet terug te rijden naar de hoofdweg, maar de gravelweg te volgen. Onze Garmin gaf ook aan dat we uiteindelijk weer goed terecht zouden komen. De auto heeft het vervolgens zwaar te verduren, een weg bestaande uit grind met een behoorlijke stijging laat de motor van de huurauto in elk geval ronken. De enige automobilist die we tegen komen geeft aan dat de weg ruim 30 mijl lang is. Daar het gebied  naast geologie ook nog bijzonder flora en fauna kent besluiten we de 30 mijl onverharde weg te blijven volgen. We rijden over een hoog plateau met overal bijzondere en ons onbekende landschappen. De boeren zitten hier erg afgezonderd, een ideale locatie voor “boer zoekt vrouw”. De hele route ontmoeten we geen tegenliggers. Landschappen beschrijven is erg lastig, maar met vlak, groot en leeg is een heleboel aangegeven. Na ruim een uur komen we toch weer op een normale verharde weg terecht, het is Highway 2 die ons naar Coulee brengt.

We verlangen weliswaar naar koffie, maar bezoeken eerst de ooit grootste watervallen ter wereld, de Dry Falls.

In het laat pleistoceen, dat ca. 1 miljoen jaren geleden begon daalde de temperatuur op aarde drastisch. Dikke ijsmassa’s werden gevormd door de almaar vallende sneeuw die door de korte zomer bleef liggen. Met de toename van de ijslaag begon de onderkant te vloeien en stroomde langzaam enorme ijslobben door lager gelegen gebieden naar het zuiden. Bij de Canadese grens was de ijslaag ruim een kilometer dik. Uiteindelijk blokkeerde het ijs ook de Colombia rivier. Het water werd gedwongen om langs  de Grand Coulee te stromen. Door grote ijsdammen werd het water geblokkeerd en  ontstond een groot meer tot wel 700 meter diep. Het meer en de dam lagen overigens verder oostwaarts in de staat Idaho.

Meerdere enorme overstromingen in een periode van 2500 jaar hebben het hele gebied uiteindelijk gevormd. De overstromings grenzen lagen natuurlijk daar waar de ijslobben reikten. IJstijden zijn het beste te herkennen aan de achterblijfselen op de rand van de gletsjers.

Het prachtige Dry Falls, eens een 5 km lange waterval met een verval van ruim 130 meter was de grootste ooit op aarde. Nu is het er stil, het lijkt zelfs dat de 20 km verderop gelegen stuwdam geen druppel water meer doorlaat. In de diepte zien we vissers op de kleine meertjes.

Na Dry Falls rijden we naar Coulee. Hoe groots alles hier ook is, Coulee is weer eens een kleine plaats zonder al te veel gedoe. Wel rijdt er een trein en is er industriële activiteit. In een tankstation eten we en doen we ons te goed aan een kop koffie.

Van Coulee rijden we noordwaarts. Eerst zien we een Pingo. Dit zijn de overblijfselen van een ondergronds stuk ijs dat gesmolten is. We weten overigens niet zeker of dit een echte pingo is, wij missen namelijk de rand die meestal na het smelten achterblijft, mooi rond is het watertje wel. Verderop zien de overblijfselen van een smeltwater terras of Kame. (spreek uit Keem). Bij het smelten van het ijs ontstond aan de rand ervan een richel met steen, grind en zand. Deze smeltwaterruggen zijn redelijk herkenbaar in het landschap, ze zijn als langgerekte steenheuvels terug te vinden. Eskers daarentegen zijn langgerekte en soms kronkelende zich vertakkende ruggen. Deze zijn ontstaan doordat onder het landijs stromend smeltwater in een tunneltje materiaal aanvoerde en achterliet. Overal in het landschap herken je deze eskers. Ze steken iets uit en zijn vaak begroeid, boeren kunnen er niet veel mee omdat er nogal wat grofsteen materiaal in zit.

In het landschap zijn verder meerdere drumlins terug te vinden, een drumlin is een langgerekte heuvel die gevormd werd door een gletsjer. De lange as van de drumlin is parallel met de richting van de stroming van het ijs, de stompe kant wijst in de richting van waar het ijs kwam. Drumlins kunnen tot meer dan 50 m hoog zijn en tot een kilometer lang. Ze werden opgebouwd uit lagen die door de gletsjer over elkaar heen werden afgezet over een harde kern, deze kern kan gevormd zijn door een uitstekend stuk gesteente of morene.

Links en rechts langs de weg liggen zgn. haystack rocks. Deze lijken op een flinke hooiberg in het landschap. Tineke klimt op de heuvel rond de enorme Yeager Rock. Op de rots staat groot haar naam, 10. Meerdere haystacks liggen her en der in het landschap Sommige door weersinvloeden uit elkaar gevallen.

Als we bij Mansfield zijn raakt onze Garmin even van de kook. Dat gebeurt helaas wel vaker zodat we gedwongen door het plaatsje rijden. Ook hier weer enorme dominerende graansilo’s in het verder zeer lege dorpje.  Nog voor het verderop gelegen dorp Withrow, kleiner dan klein overigens, komen we de Withrow Moraine tegen. Een eindmorene als deze ontstond door de schurende werking van een gletsjer. De gletsjer  verpulverde gesteente dat door de ijsmassa gedeeltelijk meegevoerd werd. Het materiaal waaruit een morene is opgebouwd is keileem, een mengsel van keien, zand en leem. Uiteindelijk brengt de lange rechte over heuvels trekkende weg ons naar Farmer, een punt waar we eerder hadden gestaan. Farmer is een dorp met een Farmer gemeenschapshuis en een graansilo en verder niets. Hoewel Garmin ons naar het oosten verwijst gaan wij naar het westen, wij willen de ijstijdenroute afmaken.

We betreuren dat niet, want na Waterville (een redelijk groot dorp) daalt  de weg ruim 700 meter door prachtige valleien. Het basalt is weer volop aanwezig, Tineke zoekt nog een stukje oranje geel gesteente een mooi voorbeeld van zgn. Palagoniet. De ijstijden laten we bijna achter ons. Niet helemaal want in het dal van de Columbia rivier zien we weer de gullies die tijdens en na de ijstijden door het vele water zijn gevormd. Na ruim 300 km zijn we net voor het donker terug in onze koude hotelkamer.

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626609944770″]

(gepubliceerd op 25 april 2011)

 

This entry was posted in Reizen, Verenigde Staten and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.