AMELAND: fietsen om de west.

Ameland is door de centrale ligging van de hoofdplaats Nes als het ware in twee stukken te verdelen. De oost- en westkant. De Oostkant is een lange worm die de Noordzee scheidt van de Waddenzee. Het eiland is ca. 20 km breed. Het breedste deel ligt aan de westkant, daarbij gaat het om enkele kilometers. Door de afbrekende invloed van de wind en de zeespiegelstijging staat het eiland permanent onder toezicht van Rijkswaterstaat. In 2010-2011 wordt jaarlijks 1,2 miljoen m3 zand opgespoten. Er is sprake van een regelmatige zandsuppletie om het immer afkalvende eiland in stand te houden. Dat het voortbestaan van het eiland onder druk staat blijkt uit meerdere zaken. Zo krijgen automobilisten alvorens ze de veerbootsteiger oprijden de hoogwater waarschuwing. Verder wordt er fanatiek voor helmbeplanting gezorgd en is er een degelijke zuidelijke dijk. Een fietstocht over de westkant van Ameland toont aan dat men voortdurende op zijn hoede voor de gevaren van het water is.

De tocht begint onderaan de veerdam, we gaan daar rechts direct langs de dijk en rijden langs de waddenzee. De eindeloos glooiende dijk lijkt er nutteloos bij te liggen, verder is verdwalen hier onmogelijk. Onder zelden voorkomende omstandigheden is deze dijk pure noodzaak om het erachterliggende land te beschermen. De gevreesde situatie doet zich gelukkig niet vaak voor, zodat de ca. tien meter hoge waterkering vredig oogt.

Langs de dijk leven en sterven veel watervogels. Ook vinden hier oesters een voortijdig einde. Opgegeten door zeemeeuwen wordt je geconfronteerd met de harde natuur die krakend onder je banden wegglijdt. Her en der liggen op de geasfalteerde weg tussen dijk en zee vogellijken. Vreemd genoeg zijn de vleugels en het geraamten nog wel in takt. Roofvogels die de lijken leegpikken zullen wel geen zin hebben in een bek vol veren.

Ook aan mensen is gedacht, in elk geval zo lijkt het. Behalve een enkele wandelaar wordt er veel langs de dijk gefietst. De gezamenlijke fietsverhuurders van Ameland hebben op een aantal punten fietspompen op de dijk geplaatst, geketend liggen ze daar op lege banden te wachten. We hoeven er gelukkig geen gebruik van te maken, maar ik vrees gezien de manier waarop ze op de grond liggen dat de kwaliteit niet optimaal zal zijn.

Ergens in de omgeving van de Ballumerbocht treffen we een beeldengroep op de dijk aan. Deze zijn gemaakt ter ere van de stoere mannen van de dijkbewaking. Turend met zuidwester op het hoofd kijkt de voorste man naar de staat waarin de dijk verkeert. Hij heeft een touw om zijn middel. Zijn helper staat op afstand en houdt zijn collega angstvallig in de gaten.

Een korte spreuk op het bijhorende bord geeft de bedoeling van de beeldengroep weer:
al jaagt de storm de golven
soms angstig hoog,
de dijkwacht is paraat
met wakend oog

Een bord verderop doet ons beseffen dat hier tot 1979 de beurtvisserij plaatsvond. Beurtvissers verzorgden de toe- en afvoer naar de eilanden. Met de komst van vaste veerdiensten en grotere vrachtauto’s bleek de beurtschipperij niet meer rendabel en is ze afgeschaft. Deze schippers waren zo mogelijk stoerder dan de dijkbewakers.

Als we voorbij de Ballumerbocht zijn doemt al snel de pier van de KNRM op. Daar ligt de Anna Margaretha. Dit schip is een schenking uit het legaat van Anna Margaretha Henny. In 2004 werd het in de vaart genomen. Op het klein ogende schip kunnen maar liefst 120 personen varen. Deze worden met een snelheid van 35 knopen (ca. 60 km/u) gered. Voorheen werden reddingsschepen vaak met paardenkrachten het water in gesleept. In 1979 ging dat niet goed en verdwenen 8 paarden in de golven. Wat meer naar het oosten is voor die paarden een monument opgericht.

De fietstocht langs de dijk is nog niet ten einde. We passeren ter hoogte van Hollum de vogelbroedplaats. Deze plek is een stuk zandbank welke bijna nooit onder water komt te staan, geel zand en wat gras tonen dit aan. Een diepe geul voorkomt dat mensen zich op deze zandplaat begeven.

Na de zandplaat kun je de dijk op en daal je aan de andere kant direct af het dorp Hollum in. Dit dorp is een stille plek met meerdere restaurants en maar liefst twee kerken, een Hervormde met toren en een Gereformeerde zonder. Voor de Hervormde kerk nog een afslagplaats. Daar werd de aan land gebrachte vis verhandeld, tevens een mooie plek voor de dorpsroddel.

Vlak voor je het dorp inrijdt tref je ook hier de naam Lombokweg aan. Minder vreemd dan men zou denken. Ameland leverde immers voortdurend scheepslieden aan de koopvaardij. De handel op Indië en het eiland Lombok speelden een grote rol in het leven van deze mensen. De moeder van Douwes Dekker (Multatuli) is ooit in Hollum geboren en voer met het gezin naar Lombok, waar deze grote Nederlandse schrijver werd geboren.

In Hollum valt op dat de plaatselijke winkel helemaal geen winkel opschrift heeft. Iets dat vaker op het eiland voor komt. Geen of weinig reclame op de etalageruit geeft aan dat men de weg naar deze zaken wel weet te vinden (of dat een ooit gebroken ruit nooit helemaal goed werd vervangen).

De huisjes in het pittoreske Hollum stammen veelal van 1620-1750. Ook jongere woningen zijn gebouwd in dezelfde gele baksteenstijl. Het jaartal op de woningen (bevestigd als muurankers) verraadt een en dezelfde smederij. Het lijkt namelijk allemaal hetzelfde handschrift te zijn geschreven.

De plaatselijke boekhandelaar heeft op zijn gevel een ouderwets ogend houten bordje waarop alle richtingen waarheen men zich kan begeven staan aangegeven. Het lijkt oud, maar plakletters verraden de herkomst van dit praktische kleinood.

Via het Tjettepad gaan we terug naar de Klontjes, maar nu de andere kant van de dijk. We fietsen richting vuurtoren. We wilden even onder de vuurtoren staan, maar we konden er zelfs naar binnen en helemaal naar boven. Ik heb het idee dat iedereen denkt ooit in een vuurtoren geweest te zijn. Die van Schiermonnikoog is niet te bezoeken en verder weet ik ook niet of ik ooit als kind in zoiets kwam. De Amelander Brandaris is echter wel toegankelijk. Zeer de moeite waard voor wie net als ik nog een onvervulde droom heeft (vuurtoren klimmen). 263 stalen trapjes brengen je ruim 55 meter hoger. Een adembenemend uitzicht over de omgeving valt daar de toeschouwer ten deel. Het is er smal, maar rondom lopen is mogelijk. Op elke tussenverdieping is een kleine tentoonstelling ingericht. Die tentoonstelling is wel aan wat opfrissing toe. Een beeldschermen werkt ook niet.

Van de vuurtoren fietsen we noordelijk langs en door de duinen terug naar Nes. Bij de afslag Ballum slaan we daar naar toe af. Ameland heeft een echt vliegveld met verkeerstoren, daar fiets je zo langs. De verbindingsweg Ballum-Nes brengt de fietser uiteindelijk weer in het hoofddorp. Van ver zien we de Hervormde kerk van Nes, deze lijkt almaar niet dichter bij te komen. De strakke rechte weg levert in elk geval een prachtig stukje gezichtsbedrog op.

Deze fietstocht is 30 km
Onderweg zijn diverse plekken om te pauzeren.

This entry was posted in Wadden and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.