AMELAND: fietsen door de oostkant

Het oostelijk deel van Ameland is anders dan het westelijke deel. In het oosten is er minder bebouwing. Het is het smalle deel van het eiland dat immer door zee doorbraken wordt bedreigd.

Zelfs midden op dit deel (soms maar 2 km breed) heb je het gevoel in de duinen te zitten. Eigenlijk is het een en al duin en van de zee afgeschermde kwelder. We rijden van Nes, strandpaal 13 naar de Oerblinkert, strandpaal 21. Hemelsbreed een afstand van ca. 8 km. Uiteraard slingeren we wat door de duinen, maar dit pad is voor het overige behoorlijk recht toe rechtaan.

Eerst gaan we naar het strandpaviljoen Heksenketel. Het brede strand voor dit paviljoen is een van de mooiste en breedste van het eiland. In de verte liggen roestige buizen, bij nadere beschouwing zit er nog zand in. Hier vindt zandsuppletie plaats. Noodzakelijk voor het behoud van het eiland. Vanaf het strandpaviljoen is het enkel richting het oosten rijden. Er gaan twee wegen naar het oosten, een schelpenpad ten noorden van een stuifduin en de ander is een asfaltweg aan de andere kant van de stuifduin. Behalve deze twee wegen is het alleen via het strand mogelijk om bij de Oerblinkert te komen. Hoewel de weg voor automobilisten verboden is, komt er toch iemand over het smalle pad aangereden. Nabij strandpaal 18 gekomen kunnen het duin op. Daar staan banken en krijgen we een mooi overzicht over een stukje op de zee gewonnen land. Je vraagt je af hoe lang we dit stuk grond nog voor de zee kunnen en willen behouden. In het achterhoofd spelen zeestromen, zeespiegelstijging en bodemdaling in gedachten mee.

Vroeger zag het er op deze plek heel anders uit. voor en achter was stuivend zand en water en een open strandvlakte. Met zware storm spoelde het zeewater van de Noordzee hierlangs naar de Waddenzee. Omdat men bang was dat het eiland hier in tweeën zou breken werd in 1893 een stuifdijk aangelegd. Het gebied is sindsdien aangegroeid. We fietsen hierna verder langs de kaarsrechte weg richting de oostpunt.
Aan het einde van de asfaltweg is er een driesprong. Hou links aan.

Als we flink moeten klimmen en een houten huisje zien zijn we bij de punt van Ameland. Nog een omheind paadje en we zijn op het hoogste duin van het eiland: de Oerdblinkert, welke tevens deel uitmaakt van het vele honderden jaren oude Oerderduinencomplex. Exact 24 meter boven N.A.P. sta je midden in de mens geschapen natuur, waarvan een belangrijk deel wordt beheerd door it Fryske Gea, i.s.m. Rijkswaterstaat. Het beheer is afgestemd op zo weinig mogelijk ingrijpen in de natuurlijke processen. Een voorbeeld hiervan is het dynamisch duinbeheer; bij stormvloed kan de Noordzee een doorbraak forceren in de noordelijke jonge duinen en vrij spel krijgen op de achterliggende terreinen. Landschappelijk kenmerkt dit aan drie zijden door zee omgeven gebied zich door strand, oude- en jonge duinen, zandplaten, slikken en een grote begroeide kwelder. Op dit deel van Ameland broeden ca. 60 soorten vogels. Tijdens het broedseizoen en het hoogseizoen wordt het gebied bewaakt en is voor een groot gedeelte alleen toegankelijk in excursieverband of via de aangegeven wandelroutes.

In de verte zien we een gasplatform. Het is mogelijk er bij in de buurt te komen, In januari 1986 begon de productie van aardgas uit het gasveld Ameland-Oost. De diverse gebouwen en het boorplatform zijn omgeven door een in zandgele kleuren geverfd kunstmatig duin. Zo valt het minder op in het landschap als zie je de torens reeds van verre.

Als we terug rijden volgen we nagenoeg hetzelfde pad. We buigen zodra dat kan af naar Buren. Een camping ligt aan onze linkerzijde. Van Buren steken we binnendoor weer terug naar Nes.

[flickr-gallery mode="photoset" photoset="72157625824589877"]

This entry was posted in Wadden and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.