Route 20 Vierlingsbeek-Swolgen 20 km

http://vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/20-vierlingsbeek-swolgen.kml

imageDe plek waar wij overnachtten lag zo’n 5 km voor Vierlingsbeek en wordt gebruikt als startpunt van een IVON-natuurpad. Een groot voordeel van deze plaats is de volkomen rust die er heerst, ondanks het feit dat diverse borden aangaven dat hier het natuurpad start en dat je er kan parkeren. We werden rond 7 uur wakker en daar de auto op een schaduwrijke plaats stond was het ondanks de nog voortdurende hittegolf zeer aangenaam. Na het ontbijt gingen we op weg naar Vierlingsbeek alwaar de camper op het plein voor de Plus-supermarkt en de St.Josefkerk werd neergezet.

Noord-Limburg vinden wij niet al te mooi, ook het centrum van Vierlingsbeek is geen schoonheid, ze is zelfs getroffen is door een verbijsterende lelijkheid. Een groot parkeerplein, een lelijke kerk en een ontsierende supermarkt staan niet garant voor de knusheid die bij een dorp past. Veel huizen in Vierlingsbeek hebben ook nog eens een saai Duits uiterlijk met grote rolluiken zodat het hele doodstil en verscholen de wereld inkijkt.
Na parkeren en spullen pakken vertrokken we door diverse Vierlingsbeekse straatjes, welke zijn vernoemd naar oud-pastoors en diverse heiligen. Hoewel we al een stukje op weg waren, ontdekten we dat we geen strippenkaart voor de terugreis hadden. Op het laatste moment kocht Tineke deze bij de supermarkt.
De kant van de Maas waarop wij ons nu bevinden is Brabant. Hoge maïsvelden en regelmatig opduikende boomkwekerijen geven het geheel net een iets ander karakter dan gene zijde van de Maas.
imageIn een droog jaar waar boeren alle zeilen bijzetten om het land enigszins bebouwd te houden hebben ook muggen, steekvliegen en ander onaangenaam insectenspul het moeilijk. De ruim 30 graden zorgen voor een flinke zweetpartij hetgeen weer aantrekkelijk lichaamssap is voor de genoemde beesten. Vooral langs de Molenbeek werd ik volop belaagd door het zweetminnende ongedierte. Een paar meter van het water hield dit muggengetreiter direct weer op. Het verderop gelegen klooster van St. Josef met kapel en moderne lelijkheid in de vorm van een kerk schijnt een waar pelgrimsoord te zijn. Hoewel de ontkerkelijking van onze samenleving behoorlijk is voortgeschreden, was het voor de kapel toch druk te noemen.
Aan de andere kant van de weg reden regelmatig de treinen van en naar Nijmegen.
Het pad langs het spoor was zanderig en landerig, dus voer het Pieterpad-boekje ons uiteraard daarlangs. Tineke kon hier niet fietsen en moest daardoor lange stukken door het mulle zand lopen.
Na weer over de weg te zijn gegaan gaan we rechtsaf landgoed Geysteren in, een heel aardig bos met een zeer beroerde bewegwijzering. Het is zelfs in dit bos behoorlijk warm, want hoewel we nog maar 8 km hebben gelopen en gefietst zijn we al behoorlijk moe. ACE, Isitone drankje en water schieten er doorheen. We drinken volop omdat enige dagen voor deze toer 2 lopers bij de Nijmeegse Vierdaagse door oververhitting en uitdroging zijn overleden. Bij een cafetaria in Meerlo tankt Tineke zelfs nog wat water bij.
Op het landgoed Geysteren raken we verdwaald doch na enig zoeken komen we toch weer op het Pieterpad terug en midden in het bos stuiten we op de Willibrorduskapel. Niet geheel zonder nostalgische gevoelens herinner ik me dat ik in 1965 in Almelo belijdenis deed, waarbij ik de naam Willibrordus, de dopende monnik uit 700 als patroon aannam.
De kapel was de laatste 1300 jaar een pelgrimsoord met een waterput waaruit gedronken en gedoopt werd. Naar alle waarschijnlijkheid heeft Willibrordus dat ook eens gedaan. Het water uit de nu gesloten put scheen in vroegere tijden, mits je erin geloofde, ook ziekten te kunnen verhelpen. De kapel is overigens niet moeilijk te vinden omdat het op het kruispunt van 7 postpaden ligt. Overal op het Limburgse land komen we kruisen en kapelletjes tegen. Diverse boeren en reizigers hebben deze straatversierselen geplaatst om het geloof ten allen tijde levendig te houden. Het landgoed Geysteren is verder opvallend mooi, bijzonder is het afwisselen tussen grote, brede lanen en smalle paadjes. Pas bij de uitgang komen we de eerste Pieterpadders tegen, waarschijnlijk is het deze dag te warm voor anderen.
Na het bos verlaten te hebben en het plaatsje Wanssum doorkruist komen we opnieuw bij een bosrand. We worden omgeleid door iets dat een beekdal moet zijn. Er wordt op deze plaats geprobeerd de natuurlijke loop van een beek te reconstrueren. Dat lukte nog niet helemaal, want het geheel zag er nogal gekunsteld uit. Wat niet gekunsteld was het prachtige dorpgezicht op Mierlo met het hoogste punt de RK-kerk.
Het vochtige en benauwende weer werd almaar dreigender, een onweersbui kondigde zich aan. Bij mij was de pijp uit, hardlopen in deze temperatuur is erg zwaar. Half rennend en lopend voltooiden we de laatste 5 km richting kerkdorpje Swolgen. Een Mariakapel van boer Aerts en weer twee Pieterpad-wandelaars waren het enige bijzondere wat we te zien kregen. Op het plein voor de kerk klokte ik de imageGarmin af. Het bordje bij het busstation gaf aan dat op zaterdag de bus slechts 1x per 2 uur rijdt. Na een praatje en een pilsje op het enige en saaie terras dat het dorp rijk is liepen we naar de bushalte. Net als eerder in Doetinchem had de buschauffeur er geen moeite mee om de fiets van Tineke mee te nemen naar Venray. In Venray konden we net op tijd overstappen naar de trein, zodat we heel gemakkelijk in Vierlingsbeek op het station aankwamen.

Route 20 Vierlingsbeek-Swolgen 20 km
22 juli 2006       2 uur 52 min     7,5 km/u

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626294084957″]

This entry was posted in Pieterpad and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.