Baas over eigen Kennisnet

Gebruikersgroepen Kennisnet juichen herstructurering toe (20 november 2002)
De gewenste herstructurering van Kennisnet betreft geld, inhoud en techniek. De geldstroom die nu naar de provider nl.tree gaat, zal grotendeels naar de scholen moeten worden omgebogen. Daarmee krijgen scholen de mogelijkheid om op de markt te gaan zoeken naar alternatieven voor de huidige connectie. Scholen kunnen dan zelf beslissen welke diensten zij inkopen, en waar ze dat doen.

Het huidige contract rond Kennisnet loopt eind december 2003 af. Daarom staat nu de vraag centraal of het wenselijk is dat scholen zelfstandig hun Internet-connectie gaan regelen, of dat het noodzakelijk is dat de huidige structuur in stand blijft.
Deze twee uitersten zijn volgens de Gebruikersgroepen geen van beide een gewenste situatie. We moeten ernaar toe dat een school zelf kan beslissen of zij gebruik maakt van de bestaande structuur (al of niet enigszins gewijzigd) of dat zij een en ander geheel zelfstandig gaat regelen. Uiteraard kan een school ook in geval van zelfstandigheid bepaalde technische dienstverlening inhuren. Men moet voor deze technische dienstverlening terecht kunnen bij nl.tree maar ook bij andere aanbieders.
De keuze tussen alles uitbesteden, alles zelf verzorgen, of iets daartussenin, kan door scholen alleen worden gemaakt als complete helderheid bestaat over de financiële structuur. De huidige financiering is bijzonder ondoorzichtig voor scholen. Elke school krijgt voor Kennisnet een bijdrage van de overheid, maar mag die weer onmiddellijk doorsluizen naar nl.tree. Er loopt echter ook een geldstroom rechtstreeks van het ministerie naar nl.tree. Het is onduidelijk welke zaken met welke geldstromen worden gerealiseerd. In zekere zin lijkt hier sprake van een monopolie met monopoliegeld.

Aan elke dienst hoort een prijskaartje te hangen. Er dient echter alleen betaald te worden voor diensten die men daadwerkelijk afneemt en de subsidiehoogte dient onafhankelijk te zijn van de connectie die een school wenst. Bovendien dient een eventueel in stand te houden gesloten landelijk netwerk bekostigd te worden door de scholen die er gebruik van maken. Alle inhoudelijke diensten dienen voor alle scholen beschikbaar te zijn, uiteraard ook tegen betaling, ongeacht de connectie die een school realiseert.
Het grootste deel van de geldstroom moet rechtstreels naar de scholen, zodat zij kunnen gaan optreden als volwaardige marktpartij met zelfbeschikkingsrecht. Aanbieders kunnen dan geld verdienen door hun diensten te verkopen en dienen zich dus in aanbod en kwaliteit te onderscheiden van andere aanbieders.

Lees meer in de discussienota die is opgesteld door de Gebruikersgroepen voor het VO en voor het PO (deze laatste in oprichting).

BRON www.digilife.be

This entry was posted in NL-tree and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.