INTERVIEW Miles Berry

MILES BERRY, denkt mee aan het Britse computing curriculum bij COMPUTING AT SCHOOL

20170126_115526Miles Berry is docent aan de universiteit van Roehampton, Londen. 
Hij is daar onderzoeker op het gebied van online communities en kennisdeling. In 2014 raakte hij betrokken bij het opstellen van een nationaal curriculum op het gebied van digitale geletterdheid.  

Op zijn naam staan een aantal boeken over computational thinking en digitale geletterdheid.

Op de website http://www.quickstartcomputing.org zijn zijn laatste boek met toelichting online te bekijken en te downloaden.

Miles Berry was dit jaar de keynote spreker op de i&i praktijkdag in Utrecht. Aan hem 8 vragen over zijn rol en de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk, waar in korte tijd dankzij Computers at School een samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven een aantal snelle stappen zijn gemaakt.

1. U bent een graag geziene gast bij diverse onderwijsbijeenkomsten.

Dat heeft uiteraard te maken met de (gratis) boeken die u heeft geschreven.

Kunt u in het kort iets over uzelf vertellen?

Naar aanleiding van de introductie van computerwetenschappen in het Britse Nationaal curriculum is er veel buitenlandse interesse. Zelf vind ik het erg eervol dat ik daaraan mee mocht doen. Na 18 jaar als leraar voor de klas te hebben gestaan werd ik vervolgens drie jaar rector.  In 2009 ging ik naar de University of Roehampton, waar ik meewerkte aan de lerarenopleiding. Dankzij mijn werk daar kreeg ik ook een rol bij de organisaties als CAS (Computing at School), het BCSAC (British Computer Society’s Academy of Computing) en de CSTA (Computer Science Teachers Association). Door deze organisaties raakte ik ook betrokken bij het team dat het Engels Nationaal curriculum voor computeronderwijs ontwikkelt. In de genoemde rollen ben ik uiteindelijk een aantal handleidingen voor computing, computergebruik in de klas, gaan schrijven.

2.   Waarom en voor wie heeft u die boeken geschreven?

In tegenstelling tot alle andere vakken in het onderwijs hebben leraren tijdens hun

opleiding nooit les gehad in een vak als informatica of digitale geletterdheid.

Er is in Engeland onvoldoende kennis aanwezig bij leraren, een gebrek dat zich in alle lagen van het onderwijs voordoet. Er zijn maar heel weinig leraren die voldoende achtergrond hebben om door studie of eerder werk voldoende bekwaam computeronderwijs te geven.
We zijn uitgegaan van de veronderstelling dat goed computer gerelateerd onderwijs kennis van de technologie en hoe daarin les te geven vereist.
Om de kennis te verbeteren neemt de British Computer Society de meeste projecten voor haar rekening.  De Computing at School groep speelt eveneens met haar 26000 leden hierin een belangrijke rol.

3.    Hoe komt het dat we de boeken gratis mogen downloaden en gebruiken?

De Britse regering heeft zich niet willen bemoeien met de professionele ontwikkeling van het curriculum. Wel is ze bereid om dit proces te financiering. Eén van de voorwaarden van deze financiering is dat alle materialen die hierdoor zijn gemaakt ‘open government licence’ zijn. Dat komt in grote lijnen neer op de Creative Commons attribution only licence.
Als voorstander van zowel open source software en open onderwijs benaderingen ben ik erg blij dat het mogelijk is om deze materialen door iedereen gratis te laten gebruiken en aan te passen.

4. In Nederland staat digitale geletterdheid de laatste jaren steeds meer in de belangstelling. Wat verstaat u onder digitale geletterdheid?
De term digitale geletterdheid is nogal omstreden. Voor het Engels computer leerplan volgden we de richtlijnen van de Royal Society. Zij hebben het over drie onderling verbonden elementen: computer science, information technology and digital literacy. Het gaat dus om de basisvaardigheden, toepassingen en gevolgen van de digitale technologie. Ik zou digitale geletterdheid vooral omschrijven als een activiteit waarin we jongeren leren denken over de gevolgen van bestaande en toekomstige digitale technologieën voor henzelf en de samenleving in het algemeen.

5.   U maakt zich vooral hard om coding en programmeren in het Engelse onderwijs een plek te geven. Wat is volgens u het verschil tussen beiden?

Ik zie programmeren als een bredere term dan coding.
Het schrijven van een computerprogramma kan worden gezien als een proces in twee stappen. Ten eerste het begrijpen van een probleem en nadenken over een oplossing. Pas daarna (en alleen dan) probeer je de oplossing te vertalen in een taal die zo formeel en goed gespecificeerde is, dat zelfs een domme machine de instructies of regels kan volgen.
Voor mij is programmeren algoritmen + code, veel uitgebreider dus. Leerlingen kun je aanleren om te komen tot een systematische en automatiseerbare aanpak van probleemoplossingen.

6. Coding lijkt een saai vak, toch geven experts aan dat het appelleert aan creativiteit. Hoe denkt u daarover?

Coding op school is alleen saai als het niet goed wordt gegeven. Daarnaast zullen opdrachten aan moeten sluiten op de leefwereld van de leerlingen en geen droge, academische oefeningen mogen zijn. Games programmeren en door de computer gegenereerde animaties blijven populaire gebieden, maar het zou verkeerd zijn je in scholen te beperken tot alleen deze. Er is zoveel ruimte voor creatief computergebruik in algoritmisch gegenereerde kunst en muziek, in beeld en geluid manipulatie, in data-analyse en de digital humanities, maar ook het ‘internet of things’. Ik ben er van overtuigd dat bij ontwikkeling van codingsvaardigheden er ook creatieve toepassingen over de gehele breedte van de schoolcurriculum komen.

7.   Vanaf welke leeftijd moeten leerlingen beginnen met coding en waarom denkt u dat?

Vroeg, hoewel niet al te vroeg. Het scala van tools en toys dat nu beschikbaar is voor het onderwijs maakt coding echter wel toegankelijk voor leerlingen vanaf de leeftijd vijf of zes jaar.
Volgens mij zijn er goede redenen om kinderen vroeg in aanraking te laten komen met programmeren als onderdeel van hun algemene ontwikkeling. Hoe je er ook tegenaan kijkt computers zullen een belangrijke rol blijven spelen in de wereld waarin deze kinderen opgroeien. Wil je controle op je leven houden dan hebben de komende generaties begrip nodig van hoe computers en hun software werken.

8.   Welke rol ziet u weggelegd voor schoolleiders en curriculumontwikkelaars om digitale geletterdheid een plek te geven in het onderwijs?

Denkt u dat het een apart vak moet zijn of onderdeel van andere vakken?

Hoewel veel jongeren enthousiaste early adopters en digitale knutselaars zijn is er een uiterst belangrijke rol weggelegd voor de school en dus het curriculum.
Leraren, schoolleiders zullen ervoor moeten zorgen dat leerlingen kennis krijgen van de onderliggende principes waarop digitale technologie wordt gebouwd. Leerlingen zullen zich moeten realiseren wat de gevolgen voor hen zijn door gebruik van deze tools. In het onderwijs spelen schoolleiders meestal een beslissende rol in het ontwikkelen en uitvoeren van het schoolprogramma. Belangrijk is dan ook dat ze digitale geletterdheid en informatica opnemen in het onderwijs. Daarbij moet ook de verbinding tussen de inzet van computers en andere schoolvakken worden gelegd.
Zo denk ik dat het mogelijk is om digitale geletterdheid en informatietechnologie te integreren met de andere vakken. Er zijn een aantal goede argumenten om dat te doen. Zo is informatica het duidelijkst zichtbaar bij wiskunde.

We komen in het interview niet tot de volledigheid die recht doet aan het enthousiasme van Miles Berry. Hij voorziet voor de toekomst een belangrijke rol voor digitale geletterdheid. Het gaat immers om de wereld waarin, naar zijn zeggen, de leerlingen van nu hun toekomst beleven

Op internet is Miles Berry te volgen op zijn: http://milesberry.net/

Quickstart Computing, het gratis handboek met uitgebreide toelichting door Miles Berry: http://primary.quickstartcomputing.org/introduction.html

Computing in the national curriculum: http://www.computingatschool.org.uk/data/uploads/cas_secondary.pdf

Handleiding voor basisscholen: http://primary.quickstartcomputing.org/resources/pdf/qs_handbook.pdf

This entry was posted in i&i, ICT and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.