COMPUTERSPIELENMUSEUM

2016-0728 56 BERLIJN ComputerspielenmuseumWie niet weet wat Arcade is, of nog nooit met een gameconsole Pong heeft gespeeld kan dat alsnog ervaren in het Computerspielenmuseum in Berlijn. In een monumentaal pand in de voormalige Stalin Allee (nu de Karl-Marx-Allee) bevindt zich op nummer 93a dit spelletjesmuseum. 2016-0728 58 BERLIJN Computerspielenmuseum
Al vele jaren wilde ik er naar toe, maar ergens weerhield mij de overbekende blik van primitieve figuurtjes en traag reagerende joysticks. Een speciale tentoonstelling “Aufslag Games” haalde mij uiteindelijk over de drempel. Volgens de folder kan er een relatie met het leven van toen worden gelegd.

De drempel was niet hoog, maar toch werd er met enige verbazing gekeken dat ik zonder kinderen naar binnen wilde. Niet zo verwonderend want iedereen in het museum was jong en de ouderen waren hooguit begeleiders. De jonge bevolking verbaasde mij enigszins, want de wereld van de Atari 800XL, Commodore C64  en Amstrad GX4000 is al minstens 30 jaar voorbij.

2016-0728 82 BERLIJN ComputerspielenmuseumOveral in het museum spelende kinderen, zelfs op het meest primitieve up-right kabinet speelden twee jonge meiden het beroemde tennisspelletje Pong. Niet om uit te proberen, maar om te winnen en dat met een groot fanatisme.

Het museum komt mij vreemd voor omdat het museumaanbod gewoon op internet te spelen is en men daarvoor niet naar dit museum hoeft te gaan. Wie bij Google als zoekwoord Arcade gebruikt komt al gauw bij een groot aantal gratis mogelijkheden (bijv. http://www.freearcade.com).
Eerst ga ik naar de onderwaterwereld, daar kun je met een Nintendo het meest moderne spel van het museum spelen. Eromheen zitten jongeren op eenvoudige spelconsoles allerlei water gerelateerde spellen te spelen.

De zaal erachter is een overzichtstentoonstelling van spelconsoles en computers die ik ooit heb gebruikt of in mijn bezit heb gehad. Zo zie ik de Atari ST1040, de eerder genoemde Commodore C64, NintendoCD-i en nog wat meer. Op een wand krijg ik het overzicht van de geschiedenis van spelen, die volgens het museum in 1972 begint met Pong en Space invaders.
Vreemd dat wat ik oude rommel vind en mij overbekend is nu al in een museum staat. Alles piekfijn in orde, alsof het museum een elektronicazaak zonder prijskaartjes is.

De tentoonstelling waarvoor ik kwam blijkt een relatief kleine oppervlakte te beslaan. Hier de korte geschiedenis in de vorm van het dagelijkse leven tussen pakweg 1972 en 1992 in relatie tot de spelcomputer.

De geschiedenis van die periode laat zich snel beschrijven. Al in 1961 werd het spel Spacewar gemaakt door M.I.T (Massachusetts Institute of Technology) medebedenker Nolan Bushell bedacht dat dat spel ook in een speelautomaat kon.
Nadat die speelautomaten menig zakcentje had opgesnoept werd het door verdere ontwikkeling van de microchip (de Microchip AY-3-8500) mogelijk om goedkope spelconsoles te produceren. Een richtingenstrijd tussen Atari en Commodore zorgde voor gezonde concurrentie en een verdere ontwikkeling. Er moesten meer spelletjes op een apparaat komen en zo ontstond er langzaam de ontwikkeling richting homecomputer. Daarin nam Apple het voortouw, maar al snel werd die voorsprong ingehaald door IBM. Het Microsoft besturingssysteem MS-dos zat bij iedere computer, was eenvoudig te kopiëren en toen er ook nog zgn. IBM cloons (IBM compatibel) beschikbaar kwamen speelde men al snel op Windows 3.11 daar de spelletjes op.
In het museum is die ontwikkeling goed te volgen.

2016-0728 83 BERLIJN ComputerspielenmuseumIn de meest oubollige woonkamer met jaren 70 behang en kinderslaapkamer spelen bezoekers met spelen uit de bijbehorende tijd. Een opslagcomputer noemt men het hier, die computer was zo bijzonder om dat je er een spel mee voort kon zetten op het punt waar je gebleven was. Vooral veel schiet- en behendigheidsspelen met bewegende blokjes waren dat.

In de 80er jaren verdween de spelletjescomputer naar de zolderkamer in de vorm van een Apple II, Commodore C64 en Atari XL800. Van de C64 werden wereldwijd ruim 20 miljoen exemplaren verkocht. Omdat een beeldscherm nog duur was kon je met de Commodore zowel op de zolderkamer als in de woonkamer spelen.
2016-0728 84 BERLIJN ComputerspielenmuseumIn de tweede helft van de 80er jaren deed de IBM kloon zijn opmars, opslag 5¼ inch floppy’s met een capaciteit van op 256 kB of 520 kB floppen leverde veel uitwisselbare spelen in de studeer/slaapkamer van de (jongens)studeerkamer op.

De eeuwwisseling komt het museum niet voorbij. Het jongste speeltje is het Nintendo entertainment systeem.

2016-0728 85 BERLIJN ComputerspielenmuseumDeze spelcomputer werd 60 miljoen keer verkocht. In een woonkamer uit de 90er jaren kun je met dat apparaat diverse spellen spelen. Egale muren en cd-rekje benadrukken deze tijd. De spellen hebben dankzij de (nog buizen) grote TV een realistischer uiterlijk en geluid. Het lijkt wel of de tijd nadien heeft stilgestaan en dat er verder op het gebied van spelcomputers niets meer gebeurt. Laat ik het op “de Wende” houden, voor sommigen in dit land hield de tijd nadien ook op.

Nog even een leuk feitje uit het museum. Ook de Deutsche Democratische Republiek vond de computer belangrijk voor de toekomst. Daarvoor richtte ze computerclubs op en kreeg men op school het vak informatica. Er was slechts een probleem, er waren onvoldoende (bijna geen) computers beschikbaar om de ambities waar te maken.  

Buiten gekomen is de wereld een spel geworden. Op het bankje voor het  Computerspielemuseum spelen drie  jongens, een met biertje in de hand, Pokémon. Blijkt het museum een Gym (Pokémon strijdpunt) te zijn (een vechtplek in het openluchtspel).

28 juli 2016

Foto’s

This entry was posted in Duitsland, ICT, Onderwijs and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.