Twintigste Apluskamp in Winsum

Voor leerlingen van het Zernike College uit Haren werd in 1995 voor het eerst een Apluskamp opgezet. Het doel was zowel met elkaar kennis maken als met de school. Leerlingen die naar de Harense Aplus-klassen gaan hebben over het algemeen wat meer talent als het gaat om kennis en belangstelling. In de Aplus-klassen proberen de docenten deze leerlingen dan ook meer op hun niveau uit te dagen. De leerlingen komen vaak van zeer diverse scholen waardoor ze elkaar niet kennen, hoewel er uiteraard ook daarop uitzonderingen zijn. Het kamp is dan ook bedoeld om de vriendjes of vriendinnetjes uit eigen school samen te brengen met de enkeling. Voor leerlingen die als enige uit stad, dorp of school komen is zo’n introductie het begin van een nieuwe schooltijd.

Inmiddels is dit kamp een echte traditie geworden. Nu al voor de 21e keer en de twintigste keer in Winsum. De allereerste keer, de Aplus-klas telde toen 16 leerlingen kon dat nog in de tuin van een oud-Winsumer die naar Drenthe was verhuisd.
Het is de overige 20 keren in Winsum net iets anders geweest dan het jaar ervoor. Kunst, cultuur, geschiedenis of geografische elementen voerden om de beurt de boventoon. Geen jaar hetzelfde, maar wel volgens een vast programma. Zo werkten kunstschilders, boeren, dichters, wethouders en landschapsdeskundigen mee aan de invulling van het programma. Al snel kwam zo de naam “Expeditie Hogeland” in gebruik. 

De leerlingen van het Zernike College wonen merendeels ten zuiden van de stad Groningen. Hoewel de meesten het Hogeland wel eens hebben bezocht is men zich amper bewust van de bijzonderheid ten noorden van de stad. De expeditie geeft hun de gelegenheid kennis te nemen van historie, werken en wonen aan de noordrand van Nederland.

WEER
Marenland is de vaste woon- en verblijfplaats voor deze driedaagse. De camping is uitstekend uitgerust en is goed geoutilleerd voor de wensen vanuit het onderwijs. Dankzij een grote tent is er zelfs bij regen onderdak voor de hele groep. Slecht weer kwam de afgelopen jaren regelmatig voor. Tot twee keer toe is daardoor de fietstocht naar Lauwersoog omgezet in een busrit.

Nadat de ouders de tenten hebben helpen opzetten begint het programma. Leerlingen zijn ingedeeld in groepjes die onder leiding staan van twee leerlingen uit de tweede klas. De tweedeklassers dienen ook als vraagbaak. Zij weten als ervaringsdeskundigen immers goed hoe het er in de school aan toe gaat. image

De laatste week van augustus en de eerste van september zijn niet altijd de mooiste, maar dit jaar waren het warme dagen. Het was zelfs mogelijk een duik in het Winsumerdiep te nemen.

De eerste dag fietst de groep naar museum Wierdenland. Onder leiding van drie gidsen gaan leerlingen en begeleiders (docenten, ouders en oudere leerlingen) de wierde op, de kerk in en krijgen ze in het museum het verhaal van de kunstmatig opgeworpen vlucht/woonheuvels te horen. Na afloop van dit bezoek is menigeen zich ervan bewust dat veel van de geringe ongelijkheden in het  landschap een menselijke oorsprong hebben.

’s Avonds maken we gebruik van de kano’s van Marenland om vervolgens bij Schaphalsterzijl broodjes te gaan eten. Naar gelang het weer komt men droog aan. Bij zonnig weer springen nogal wat leerlingen over boord om te zwemmen. Na het eten wordt kort uit de doeken gedaan waarom het gemaal en de sluizen na vele jaren weer in gebruik zijn genomen. Uiteraard nemen we dan ook de geschiedenis van de zijl mee welke in 1459 begon.

NATUURSCHOOL
Op de tweede dag van de expeditie, donderdag, gaat de hele groep op de fiets naar Lauwersoog. Deze tocht van 35 kilometer wordt begeleid door een bezemwagen. Deze wagen achter de groep heeft vooral te maken met de tegenwind, die voor sommige 11- 12-13 jarigen een probleem kan zijn. Laag water laat zich niet door de klok leiden, derhalve moet de groep ‘s ochtends vaak vroeg opstaan. Bij deze twintigste editie was dat al om 5.30 uur.

In de bocht van de Bant verkennen we het (half)open landschap met ruimte en prachtige weidse vergezichten, de Waddenzee en het Lauwersmeergebied.

We beginnen met een wadlooptocht, begeleid door de Natuurschool. Samen met de directeur Ib Huisman, werd deze plek ruim 20 jaar geleden als locatie bedacht. Het Zernike college kan zich dan ook scharen onder de meest trouwe bezoekers van de gidsen van deze Natuurschool. Na de eerste braggel kan er redelijk op het wad worden gelopen.
De Natuurschool doet meer dan begeleiding van een wandeling, de deskundige gidsen laten ook het leven op het wad zien. Wadpieren, kleine visjes, Japanse- en Blauwe oesters komen allen aan bod. Het is de leerlingen al snel duidelijk dat er op het wad meer is dan een kale af en toe onderwater lopende vlakte. Amper van het wad stijgt het water alweer en kan de groep korren. Korren is met sleepnetten visjes vangen en kijken wat er zo al in het ondiepe water leeft. Krabben, garnalen en sprot liggen het vaakst als vangst in de grote witte bakken op de dijk. N.a.v. hetgeen gevangen is wordt de biotoop besproken.

Na patat in Schierzicht werd er in de haven gevist naar krabben. Soms komen er zeer grote exemplaren boven water. Menig leerling weet al snel hoe ze op te pakken en toont vol trots de vangst. Uiteraard wordt hier ook aan het bestaan van de visser en de garnalenvangst aandacht besteed.
Terug in Winsum verzorgen leerlingen een talentenjacht onder de naam “Zernike got talent”.

De laatste dag vindt plaats in openluchtmuseum Hoogeland.

MOE
Aan de hand van groepsrondwandelingen ontdekten leerlingen het leven op het Hogeland, waarmee de expeditie ook wordt afgesloten. Populair in het museum zijn, merkwaardig genoeg, de school en de bewaarschool. Deze generatie van iPads verbaast zich over de Haneboekjes, de schrijflei en vreselijke schoolbanken. Liggen de spullen klaar dan gaan ook deze brugklassers nog buitenpelen, net als 200 jaar geleden. Op het pleintje van de Bewaarschool liggen materialen en een hinkelbaan die ze volop uitproberen. Steltlopen, touwtje springen en hinkelen lijken nimmer verleerde vaardigheden. 

Terug op de camping zijn de meeste tenten alweer afgebroken. Ouders komen relatief vroeg om de vermoeide leerlingen op te vangen. Jaarlijks blijkt dat er heel wat is af geleden, door de lange fietstocht en de korte nachten. Toch is het nooit moeilijk om oudere leerlingen als begeleider mee te krijgen. Het belangrijkste is misschien wel dat er tijdens de expeditie Hogeland-vriendschappen voor het leven ontstaan, opgedaan in een prachtig landschap. 

image

This entry was posted in Nederland, Onderwijs, Winsum and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.