BEGRAVEN IN WINSUM

imageIn 2011 heeft de raad van de gemeente Winsum de “Nota Begraven en Begraafplaatsen in de gemeente Winsum” vastgesteld.
In die nota gaat het over beleid, beheer, leges en tarieventabel en het uitvoeringsbesluit. De visies die het college had benoemd in de Visienota Bezuinigingen maakten deel uit van de gehanteerde uitgangspunten. In deze nota werd o.a. de mogelijkheid tot het ruimen belicht en het verlengen van grafrechten. In de tarieventabel 2012 werden vervolgens de nieuwe tarieven vastgesteld.

In een uitgebreide notitie had het college voor de raadsvergadering van 18 februari een evaluatie gemaakt van de Nota Begraven en Begraafplaatsen. Het siert het college dat ze een lastig onderwerp als begraven aan wil pakken. Het is daarbij echter wel verbazingwekkend dat dit al sinds de negentigerjaren van de vorige eeuw had moeten gebeuren. Kosten speelden nu een belangrijke rol, dat is in deze erg lastig. Naast de kosten spelen cultuur historische zaken, emotie en afspraken ook een grote rol.
Een betrouwbare overheid is altijd nodig, ook na de dood. Daarom moet die overheid zijn zaakjes op orde hebben. Doe je dat niet dan lijkt het er op dat er willekeur in het spel is. Al helemaal als het gaat om een emotioneel zwaar beladen onderwerp als dit. Toegegeven, de huidige wethouder heeft een lastig dossier, maar daarvoor moet hij maar de tijd nemen.
De inwoners van Baflo zijn tegen de lakse Winsumer overheid in het geweer gekomen. Ongelijk kun je ze niet geven. De houder van de begraafplaats in dit geval de gemeente moet sinds 7 maart 1991 volgens de Wet op de Lijkbezorging de rechthebbende wiens adres hem bekend is aanschrijven als de termijn van grafrecht verstrijkt. Tot op heden is dat nooit gebeurd. De gevolgen zijn nu dan ook voor een beperkte groep en daardoor wordt begraven zo duur.

D66 bepleit een betrouwbare overheid. Wij pleiten dan ook voor een termijn van 20 jaar na 2015 bij onduidelijkheid over rechthebbenden. Tevens zien wij een goede administratie als ondergrond. Zodra die volledig op orde is kunnen we pas de termijn van 20 jaar in laten gaan.
T.a.v. de kosten van het begraven volgen we het college. Wie zich ter aard wil stellen moet daarvoor de kosten dragen. Wel vragen we ons af of de kosten zoals aangedragen door het college zo in rekening gebracht mogen worden.

This entry was posted in Politiek and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.