Kansen voor kleine gemeenschappen

clip_image002Op 21 mei 2012 publiceerde onderzoeksbureau Bügel-Hajema de vlekkenkaarten Provincie Groningen.[1] Uitgangspunt van die vlekkenkaarten per regio is de onderlinge samenwerking die ertussen de 23 gemeenten bestaat. De kaarten geven inzicht in de fysisch-geografische, historische, ruimtelijke, economische, sociale en bestuurlijke verbanden binnen de provincie Groningen. Er zijn drie kaarten gemaakt. Verleden, heden en toekomst zijn daarin uitgewerkt.
Het verleden geeft voor het gebied waarin Winsum ligt (geheel) aan dat het behoort tot het Wierdenlandschap, in de kaart getypeerd als het open Hoogeland.
In de kaart over het heden gaat het om kenmerken als bevolkingsontwikkeling, voorzieningen, werk en inkomen, verkeerstromen en gemeentelijke samenwerking.

Wat allereerst opvalt is dat Bedum, Winsum en de Marne te maken hebben met respectievelijke bevolkingsstilstand, nagenoeg stilstand en krimp[2]. Kort gezegd drukker zal het in onze omgeving niet worden.

Qua werkgelegenheid doet de gemeente Winsum het niet slecht. T.o.v. de hele provincie is het werkloosheidspercentage er het laagst en past Winsum in het landelijke gemiddelde van 5,4%. 31% Van de inwoners uit onze gemeenten werkt in de stad Groningen.
Ook het winkelaanbod in de drie gemeenten haalt het niet bij de stad. Als we van diversiteit willen genieten gaan we een dagje “stadten”, kortom alle wegen leiden naar ‘Stad’.

Het rapport gaat uiteraard over samenwerking, samenwerking op gemeentelijke terreinen. Er is gekozen om veertien cruciale gemeentelijke taken te bekijken: brandweer; werkvoorzieningschap; sociale dienst; personeelszaken; salarisadministratie; informatievoorziening; automatisering; inkoop; WMO; bedrijfsterreinen; afvalstoffen; belastingen; AWBZ en Wet werken naar vermogen.
Telkens als er minimaal 4 terreinen van samenwerking zijn, worden er relatielijnen gelegd die dikker zijn naarmate er meer wordt samengewerkt.(zie figuur hierboven)  Het samenwerkingscluster BMW omvat ca. 34.000 inwoners. Te gering volgens D66 om zelfstandig alles te kunnen blijven doen op organisatorisch niveau. Samen met Eemsmond is er echter sprake van ruim 50.000 inwoners. In de vlekkenkaart zie je Eemsmond ook als overige gemeente aangeduid met vele verbindingen tussen de clusters DAL en BMW. Uit de vlekkenkaarten is duidelijk dat er veel verwantschap, zowel fysisch-geografische, historische, ruimtelijke als economische is. Ook de toekomstscenario’s’ m.b.t. bevolkingsontwikkeling kent veel overeenkomsten.

Gemeentelijke herindeling kent tegenkrachten. De voornaamste is het sentiment om ergens bij te horen. Andere tegenkrachten komen vaak vanuit de gemeentelijke organisatie zelf met eigen culturen en besturen. Dat opgeven en je aanpassen zijn veelal moeizame processen.
Betere dienstverlening aan de inwoners, professionelere ambtenaren, betere bestuurders, minder inhuur externen, effectiever beleid en een sterkere positie ten opzichte van buurgemeenten, de provincie en het rijk zijn echter weer de positieve punten als effect van gemeentelijke herindeling. Uit een onderzoek van Berenschot in de provincie Zuid-Holland bleken de voordelen inderdaad op te treden.[3]

Er is een keerzijde: gemeentelijke herindeling vergroot de afstand tot de burger. Letterlijk, doordat de afstand naar het gemeentehuis toeneemt en het bestuur vergadert in een plaats waar burgers minder komen. Ook voelen burgers zich minder betrokken bij het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie. Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de lagere opkomstcijfers van inwoners bij lokale verkiezingen.

Het onderzoeksrapport adviseert nieuwe gemeenten dan ook om inwoners vooral te laten zien op welke punten zij profiteren van de fusie.
D66 Winsum is van mening dat er vooral voor dat laatste aspect veel aandacht nodig is. De gemeentelijke diensten als het loket op een gemeentehuis zullen in de toekomst steeds minder nodig zijn. Wie uiteindelijk wel eens een keer het centrale punt, waar de gemeente kantoor houdt, moet bezoeken, hoeft dat meestal niet jaarlijks te doen. De administratieve functies zullen door het steeds frequenter inzetten van internet sowieso afnemen. Daarvoor is de fysieke aanwezigheid van de gemeente dus niet meer van belang.
Ambtelijke culturen op elkaar laten aansluiten is zeker niet eenvoudig. Toch is dat een oplosbare taak, al weet iedereen dat daar tijd en inspanning voor nodig is. Naar mening van D66 is het het beste dat in een keer te doen.
Blijft over de betrokkenheid van de inwoners met hun omgeving. Dit zijn de sentimenten waar moeilijk vat op te krijgen is. Toch is het maar de vraag hoe betrokken de inwoners van de gemeente Winsum buiten het dorp zijn bij Winsum als gemeente. Veel eerder voelt men zich inwoner van de dorpskern den Andel of Ezinge. Het is aan de huidige gemeenten de taak om al in te zetten op het gemeenschapsgevoel in deze relatief kleine samenlevingsgebieden. Er is dan ook niets op tegen om in een grote gemeente een kleine kern te zijn. Ook voor die kern geldt immers, hoe hechter men zich organiseert, des te meer men bereikt.

Aad van der Drift, fractie D66 Winsum


[1] http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/Vlekkenkaarten_provincie_Groningen.pdf

[2] Kaart 3 Vlekkenkaart

[3] Zie rapport 2008 van Berenschot: http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/rapporten/2008/07/17/herindelingen-gewogen/herindelingen-gewogen-oktober-2008.pdf

This entry was posted in Politiek, Winsum and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.