"Ict is straks net als water, het komt uit de kraan en hoe het er komt maakt niet uit."

vragen over BYOD in het onderwijs – deel 6

aadvanderdrift150x220In een serie korte interviews legt Louis Hilgers een aantal mensen in en rond het onderwijs 7 vragen voor over BYOD (Bring Your Own Device) in het onderwijs. Deze keer is het woord aan Aad van der Drift. Hij is docent en ict-coördinator, en houdt de BYOD-ontwikkelingen in die rol goed in de gaten. Hij denkt dat de komende tijd vooral de voorlopers hun eigen apparaten de klas in zullen meenemen, maar dat BYOD over 3 à 5 jaar gemeengoed zal zijn. Je er op voorbereiden is dus van belang!

1. Wat is jouw definitie van BYOD?
“BYOD is het idee dat je als docent of leerling je eigen apparaat meeneemt die in de school wordt gebruikt. Het kan gaan om een laptop, tablet of smartphone, maar soms ook om een complete desktopcomputer die in de school wordt gebruikt. Dat laatste kan gebeuren als bijvoorbeeld op een school met een Windows netwerk een docent per se met een Apple-machine wil werken. Er wordt ook wel eens van ‘consumerisatie’ gesproken. Dat is een trend waarbij niet alleen apparatuur, maar ook software vanuit huis de school wordt binnengebracht.

Het is in elk geval noodzakelijk dat een technologisch apparaat dat in staat is informatie te verwerken en op te slaan, wordt gebruikt. Behalve dat zo’n apparaat een schrijfblok en encyclopedie (internet) is, kun je er ook mee communiceren met anderen en biedt het mogelijkheden tot samenwerken.
Het aantrekkelijke op dit moment is het gadgetgehalte van de apparaten. Jongeren willen er daardoor graag mee werken.”

2. Welke devices zijn in dat verband relevant voor het onderwijs?
“Heel relevant zijn de apparaten die voldoen aan de volgende kenmerken:

  • er is opslag;
  • er is toegang tot internet;
  • het is mogelijk diverse applicaties te installeren en te gebruiken;
  • het is mogelijk de content te beheren en te sturen;
  • het apparaat is snel genoeg;
  • het is stevig, maar ook licht in gewicht;
  • het is makkelijk bedienbaar.”

3. Hoe zie je de inzet van BYOD in het onderwijs?
“In de vorige vragen gaf ik het al een beetje aan. De leerling heeft met een laptop/tablet of smartphone op internet een enorme bron aan informatie. Toch zal de school er sturing aan willen geven. Daarmee bedoel ik dat de school de leerling wil helpen een weg door de enorme hoeveelheid data te vinden. Er zullen dus platformen komen waar de leerling op aan kan sluiten om gericht te leren. De school blijft een belangrijke rol spelen, al is het maar voor de sociale en sturende interactie.
De komende tijd zullen vooral de voorlopers onder de leerlingen met hun apparaten in de school komen. Naarmate er meer materiaal online beschikbaar komt, zal het aantrekkelijker worden om het gebruik van eigen devices te promoten. Uiteindelijk komt er een moment dat scholen het massaal verplicht gaan stellen. Dat moment ligt ergens tussen de 3 en 5 jaar. Docenten zullen dan ook mee moeten. Het is dus een goede zaak daar zo spoedig mogelijk mee te beginnen. Een stimulerende factor is wellicht om onderwijzend personeel te faciliteren in de aanschaf van een laptop of tablet.”

4. Welke consequenties zie je voor het technisch beheer?
“Meerdere. Ik denk allereerst aan de toename van helpdeskactiviteiten. De beheerder wordt in mijn ogen weer een generalist. Hij heeft straks kennis van veel systemen. Er zal ook crash-beheer komen. Denk aan leerlingen die bijvoorbeeld hun device niet hebben opgeladen, laten vallen of vergeten. Als de lessen net zo afhankelijk van de eigen device worden als nu van de boekentas dan is daar meer technische ondersteuning voor nodig.
Het beheer zal een steeds belangrijkere rol spelen in distributie van toegang en onderwijsapplicaties. Dat komt voor hen mooi op tijd, veel beheerszaken die nu nog in de school draaien, zullen langzaam verdwijnen. Beheerders raad ik dan ook aan om zich bewust te zijn van wat er bij de gebruikers thuis afspeelt.
BYOD roept bij veel van hen weerstand op, voornamelijk vanwege de gevolgen die het heeft voor de veiligheid van het netwerk. Zonder een oplossing voor Mobile Device Management (MDM) kan een verloren smartphone of tablet rampzalige gevolgen hebben als daar gegevens op staan die je niet aangepast en veranderd wil zien. Desktop- of applicatievirtualisatie zijn straks nog interessanter. Hierdoor is er immers geen noodzaak gevoelige informatie op een mobiel apparaat te zetten.
Leerlingen zijn misschien niet altijd even zuinig op hun apparaten. De school zal daar rekening mee moeten houden. Er is dus goede externe opslag nodig. Beheerders mogen daarvoor zorgen.”

5. Zie je consequenties met betrekking tot softwarelicenties?
“Zeer zeker! Als de school een rol toebedeeld zal krijgen als applicatieleverancier, dan is het licentiemodel nog een hele uitdaging. Nu heb je immers per pc een licentie, met meerdere devices is dat moeilijker. Toegang online zal meer en meer noodzakelijk zijn. Terugkomend op vraag 4: de beheerder zal het daar druk mee krijgen. Daar komt ook nog eens bij dat de uitwisselbaarheid gegarandeerd moet blijven. Je kunt dus niet zomaar iedereen zijn eigen applicatie laten gebruiken.”

6. Heb je nog een advies met betrekking tot BYOD in het onderwijs?
“Begin er zo snel mogelijk over na te denken! Er is door de VO-raad veel aandacht aan leermiddelenbeleid besteed. Denk er over na hoe je BYOD binnen je school kunt inzetten. Maak dus beleid waarin de school al keuzes maakt voor wat komen gaat. Er is in elk geval speciale zorg nodig voor een draadloos netwerk waartoe iedereen in de school toegang moet krijgen. Met de komst van eigen apparatuur binnen de schoolmuren is het ook handig helderheid te geven over aansprakelijkheid en verantwoordelijkheden. Vergeet niet na te denken over wat je als school wil aanbieden. Leermateriaal komt immers buiten de school in het geval van BYOD. Dat kan betekenen dat vanuit de school actief op de eigen devices software wordt aangeboden.”

7. Wat is jouw beeld van ict-inzet in het onderwijs in de nabije toekomst?
“Ict is straks overal. Ik ben nog van de generatie die in zijn hele schoolcarrière hooguit een of twee keer een educatieve film zag. Nu kijken leerlingen dagelijks naar een of meer video’s. We denken er nauwelijks bij na. Docenten leren de fijne kneepjes zodra het niet anders meer kan, wellicht is dat een verkeerde houding. Ze zullen via hun vakverenigingen en de uitgeverijen goed op de hoogte gehouden moeten worden van wat er in de wereld te koop is. Ict is straks net als water, het komt uit de kraan en hoe het er komt maakt niet uit. Wat je met dat water doet verschilt, we maken er op heel veel verschillende manieren gebruik van. Zo zal het ook met ict zijn. We weten dat we het nodig hebben in onze technologische samenleving, dus we gebruiken het. Uit het enorme aanbod zullen keuzes gemaakt worden.
Als het lesmateriaal makkelijk bereikbaar is, dan wordt de kennis van de inzet van lesmateriaal voor de docent belangrijker. De keuzes wat betreft de werkwijze van het onderwijsgevende personeel hangen af van leerstijlen en onderwijsvisie. Het is steeds noodzakelijker die permanent in de gaten te houden en verder te ontwikkelen. Meer dan ooit zal de directie bij alle ict-ontwikkelingen betrokken zijn, alleen wordt dan niet langer gesproken over ict an sich, maar over de didactische inzet hiervan.”
Aad van der Drift is docent Informatica, Aardrijkskunde en Maatschappijleer, en ict-coördinator op het Zernike College. Hij is daar verantwoordelijk voor de implementatie van ict en lid van de programmaraad van de docentenvakvereniging i&i. Tevens adviseert hij scholen en instellingen over de op- en uitbouw van internet gerelateerde activiteiten, zoals websites, mail en cloud computing.

Lees meer over BYOD:

Interview 1 met onderwijsexpert Jan Stedehouder
Interview 2 met ict-coördinator Elle Peters (speciaal onderwijs)
Interview 3 met onderwijsexpert Raoul Teeuwen
Interview 4 met ict-expert Arne Scholman
Interview 5 met Technology Officer Ruben Spruijt

Dit artikel is op 23 april 2012 gepubliceerd bij Kennisnet: http://dossiers.kennisnet.nl/dossiers/laptops-tablets/ict-is-straks-net-als-water-het-komt-uit-de-kraan-en-hoe-het-er-komt-maakt-niet-uit/

This entry was posted in ICT, Onderwijs and tagged , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.