Eerst de docent dan de i-klas

Sinds Apple met simpel bedienbare tablets op de markt is gekomen, kriebelt het bij veel scholen. Vertwijfeld vragen schoolmanagers zich af of het voor de school niet goed zou zijn om ook een laptop of tabletklas te beginnen. Als zelfs de professionals bij de educatie-afdeling van Apple waarschuwen voor overhaast lijkt het of er meer voorwaarden zijn om te beginnen met de schoolbrede inzet van een laptop of tablet. De geslaagde i-Klas (informatietechnologierijke klas) is afhankelijk is van de kwaliteit van de spil van het onderwijs, de docenten. Kortom, eerst professionaliseren dan aan de slag

Veel scholen veronderstellen dat een i-Klas tot drastische verbetering van hun onderwijs zal leiden. Ook de school waar ik werk had 10 jaar geleden een laptopklas. Daar viel op dat aanbieden van leerstof met een laptop als hulpmiddel de lessen spannender kon maken. Vooral docenten die goed en efficiënt gebruik maakten van de digitale mogelijkheden leverden meerwaarde op in die pilot. Zij waren beter in staat leerlingen te begrijpen die dagelijks vele met de computer deden. Dat geldt na een decennium nog steeds, al kennen we nu meer het gebruik van sociale media en online-games. Het belangrijkste zijn de docenten, die begrijpen dat leerlingen van de huidige how-to generatie voor een belangrijk deel Googelen om aan kennis te komen. Deze leerkrachten zullen leren boeiender maken en meer op de individuele leerbehoefte kunnen inspelen. Onderwijsvernieuwing zal zich de komende jaren moeten richten op de steeds verder digitaliserende samenleving; vernieuwend is onderwijs dat op die samenleving kan aansluiten.

Leerlingen en ICT-vaardigheden.
Digitale vaardigheden van leerlingen lijken af te nemen. Was een aantal jaren geleden de belangstelling voor ICT technologie groot, het ebt steeds dieper weg. Dat is jammer, omdat Nederland de komende jaren vele duizenden technici nodig heeft om zijn digitale toekomst veilig te stellen. Vanuit vele kanten wordt gewaarschuwd dat ICT als vak een beroerd image heeft, een imago waarmee je moeilijk studenten aan hogescholen of universiteiten krijgt.

In de school merken we dat ook, langzaam is het vak informatica aan het verdwijnen. De handige jongetjes die een pc herstelden van een docent of de schoolwebsite maakten lijken te verdwijnen.

i-klas volgens Apple
Apple gaat uit van het willen leren door leerlingen, maar de manier waarop moet niet te complex zijn. Het bedrijf heeft dan ook een onwaarschijnlijk grote hoeveelheid onderwijs apps in zijn winkel staan. Deze kwantiteit staat niet garant voor kwaliteit. De meeste apps zijn onbruikbaar voor het onderwijs. Het valt ook nog maar te bezien of de goede applicaties zonder richtinggevende en motiverende support van docenten bruikbaar zijn.

Bij meerdere Apple bijeenkomsten kreeg ik prachtige zaken voorgeschoteld. Het eerste nadeel dat opviel was de taalbarrière, veel Engelstalig apps passeerden in die sessies. Niet alleen de taal is het probleem, ook het feit dat applicaties niet op onze Nederlandse situatie is toegesneden. Een biologie-applicatie welke informeert over de habitat van planten heeft door de gebruikte terminologie wel degelijk last van een taalbarrière, daarnaast is het de vraag of dit onderwerp in ons curriculum wel zo’n belangrijke rol speelt.

Samenwerken
De bewering van commerciële partijen als Apple en anderen die stellen dat de docent niet meer op zichzelf staat in de klas, maar dankzij het internet verbonden is met anderen, doet de wenkbrauwen enigszins fronsen. Beweerd wordt eveneens dat men minder frontaal veel interactiever met leerlingen omgaat zodra de hele klas aan een device is. Dit kan kloppen indien docenten de techniek in hun vingers hebben, maar helaas ontbreekt het daar nog wel eens aan. Toch zullen ze moeten, leermaterialen veranderen ingrijpend, met of zonder hen. Nu zie je dat educatieve uitgeverijen druk doende zijn van alles te digitaliseren. Toch is het nog lang niet gedaan met het boek, er is nog geen grote methode die enkel digitaal wordt uitgegeven.

Door digitale verbindingen is werken in projecten praktisch gezien eenvoudiger. Leren met elkaar levert een hoog rendement op. Nu al zie je dat sociale media voor scholieren een soort elektronische leeromgeving aan het worden is. Docenten kunnen daarop inspelen, al moeten ze accepteren dat niet zij, maar het leren centraal komt te staan.
Docenten vervullen in de nieuwe situatie wat ze nu al doen; uitdagen, kennis aanleveren om de uitdaging op te lossen en uiteindelijk leerlingen laten werken aan die oplossing.
Ook hier geldt, dat dit pas goed gebeurt als je als docent de techniek op een redelijk niveau beheerst.

De i-klas is niet het begin maar het einde
Zijn docenten in staat zijn lessen zo in te richten dat een tablet, laptop of pc onmisbaar zal zijn? Het overzetten van boeken op een apparaat is een kleine moeite. Als innovatie is dat mager. Zelfs als het zover komt dat alle boeken op de iPad staan, dan nog is dat slechts vervanging.

Docenten zullen veel moeten doen om de lesinhoud aan de nieuwe ICT-rijke werkvorm aan te passen. We moeten dan ook niet met de iPad-klas beginnen, maar indien wenselijk ermee eindigen.

Jaren geleden werd vanuit het ministerie van onderwijs bij herhaling geroepen dat het niet om de techniek ging maar om de inhoud.

Dat was een foute oproep, het gaat niet om de techniek, niet om de inhoud maar om de docenten. Hoe anders moet je onderwijs aanbieden als je er zelf nog niet voldoende kennis en vaardigheden in bezit?

Deskundigheidsbevordering ICT is sowieso een lastig hoofdstuk op scholen. Methodieken als olievlekwerking en train the trainers hebben een beperkte reikwijdte. Wat wel goed ging is de methode die ik zal aanduiden als Learn by Doing. Leren door het te doen heeft alle docenten uiteindelijk aan de pc en voor het digibord gekregen. Het is immers een maatschappelijk verschijnsel, met de computer handel je je post, rekeningen en buitenlandse reis af.

Uiteraard werkt learn by doing ook op andere vlakken. Een docent die zijn iPad hanteert als een boek is weer een stap verder. Deze persoon ervaart genot, gewin en gemak.
Kortom de eerste slag sla je door alle docenten aan de slag te zetten met een laptop of iPad. Veel administratieve handelingen kunnen daarmee verlicht worden, denk aan absentieregistratie en het inzien van mentorgegevens.

Techniek
We zullen noodgedwongen veel aan de techniek moeten overlaten. Dit zal onder alle omstandigheden moet blijven werken. Naarmate de techniekcomplexer is, is het lastiger je zaken zelf te regelen zijn. Laptopklassen uit het verleden weten maar al te goed dat defecte apparaten de boel behoorlijk in de war sturen. Een iPad is gelukkig degelijk, maar bij onhandig experimenterende pubers gaat er wel eens iets mis. De onderhoudslast voor scholen wordt vaak onderschat, denk de apparaten die het altijd moeten doen. Iedere iPad, pc of waar leerlingen ook mee op school komen moet makkelijk op internet kunnen. Breedband en een degelijk WIFI netwerk zijn noodzakelijk. Bring Youre Own Device (BYOD) is een mooi idee, maar wat als een tablet 2 weken naar de reparatie is?

Beleid
Of scholen willen of niet, de eigen digitale apparaten nemen leerlingen straks zelf mee. Docenten moeten daarmee leren om gaan, maar ook technisch moet de school zich er op voorbereiden.

Schoolbeleid is bepalend voor de invloed van het onderwijs op het gebruik van ICT . Financiën zijn een beperkende factor, al lijkt het op het eerste gezicht erg aantrekkelijk om met minder pc´s te gaan werken er zal toch geïnvesteerd moeten worden in draadloos, maar ook in docenten, ondersteuning en bescherming.

Enige mediawijsheid is voor docenten en onderwijs-ondersteuners dringende noodzaak.

Jongeren moeten daarnaast ook nog eens informatievaardig worden. Dat wil zeggen vermogen ontwikkelen om problemen op te lossen en daarvoor informatie te zoeken, vinden en gebruiken.

De vaardige docent is uiteindelijk de spil waarom het geheel draait.

This entry was posted in ICT, Vives and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.