KRAAMVISITE

imageAls ik er tegen 10 uur arriveer is het druk bij de oliebollenkraam. Drie rijen breed staan de mensen netjes te wachten. Iedere rij schuift langzaam op. Als de man van de TNT bus komt vraagt hij een beetje om begrip, omstanders tolereren vervolgens dat hij sneller geholpen wordt. Het heeft iets gezelligs op het dorpsplein. Wachten voor de kraam is geen straf, eerder vermaak.

Het is een gemêleerd gezelschap, vrouwen mannen kinderen. Het is niet goed duidelijk wie de oliebol in het gezin brengt. Wel is helder dat deze mensen geen olielucht in huis wensen en daarom rustig hier staan. De prijs van 80 cent per bol schrikt de tevreden wachtenden niet af. Per 15 zijn ze immers goedkoper. Naast de oliebol worden er ook nog Berlinerbollen, krentenbollen, bananenbollen, appelbeignets, ananasbollen aardbeibollen rumrozijnenbollen, appelflappen en appelbollen verkocht. Het hele assortiment lijkt gezond, maar in iedere bol zitten ruim 120 kcal, een appelflap is trouwens erger, ruim 560 kilocalorieën.

De bollen worden hier in Winsum achter de toonbank gemaakt in een oliebollenmachine. Door de drukte draait de machine overuren. Direct als de voorraad is aangevuld schuift de rij weer op. Het is druk omdat het de laatste dag van het jaar is, de dag dat we een oude gewoonte in ere houden. Deze gekke gewoonte van oliebollen eten komt van lang vervlogen tijden. Sommigen geven een Germaanse oorsprong. De kwade geesten met scherpe zwaarden doen de eter met zijn volle buik geen kwaad, het zwaard zou er toch vanaf glijden. Een mooiere verklaring vindt zijn herkomst in de Middeleeuwen, toen vastten de mensen tussen Sint Maarten en Kerstmis. Mogelijk deed men dit om de voorraad voedsel te sparen die ze voor de winter hadden aangelegd. Als deze periode van vasten afgelopen was, werd gefeest, gedronken en gegeten. Oliekoeken gemaakt van houdbare ingrediënten, waren rijk aan vet en calorieën, een goede brandstof tegen de winterkou.

Op het lege Boogplein is het niet koud, dit jaar laat de winter ons in de steek. Bijna 12 graden wijst de thermometer aan. Toch staat iedereen geduldig te wachten tot de acht medewerkers van de Oud-Hollandse gebakskraam je helpen. Naast de tien euro aan bollen wil ik ook nog een appelflap. Voor de kraamhulp die mij bedient is dat een tegenvaller. Het lukt hem slechts met de grootste moeite aan de andere kant van de kraam te komen, teveel mensen op een te kleine oppervlakte.
Jaarlijks kijk ik bij het nieuws of Winsum in de oliebollenprijzen bij het AD valt. Ik meen me te herinneren dat dat jarengeleden een keer niet al te best was. De bollen die ik thuis verorber horen niet meer in de onderste regionen, maar de bovenste zullen ze ook wel nooit halen, het zijn immers altijd Rotterdamse (en omgeving) kramen die als beste uit de AD test komen. Niet zo’n vreemd idee ook, het AD komt uit de Maasstad.

This entry was posted in Winsum and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.