WINTHROP SNOQUALMIE sneeuw

Winthrop is volgens de reisgids Lonely Planet fake, faux, vals onecht. Nou dat kan wel zijn, maar wij slapen inmiddels wel in een prachtig hotel dat zo ergens in de 19e eeuw had kunnen bestaan. Niet helemaal natuurlijk want elektriciteit en televisies waren er toen nog niet.
Wel was er toen al een balkon, dat bij dit hotel naar mijn bescheiden mening duidelijk een opknapbuurt nodig heeft. De handgeschreven borden, de wasbak en het vette ochtendontbijt zijn eveneens tijdloos. Kortom en rustiek oord.Na de auto te hebben ingepakt gaan we in het plaatsje met nog geen 360 inwoners rondkijken. Je waant je echt in een stadje waar John Wayne de boeven nog uit moet verjagen. Ik zie gelukkig geen revolverhelden, wel prachtige winkeltjes. We bezoeken er verscheidene. Tineke koopt een vestje en sjaal, ik een cowboyhoed die ik met genoegen op doe, zit best lekker en de zon blijft uit mijn ogen.

Ruim 9000 jaar voordat er blanken in dit gebied kwamen woonden er jagers-verzamelaars aan de oevers van de riviertjes, de Methow, Twisp en Chewuch. Goudkoorts bracht in 1883 drie mannen naar deze omgeving, James Ramsey, Ben Pearrygin en Guy Waring. Waring was de eerste echte inwoners van een dorpje dat langzaam groeide. Hij bouwde een pand dat er nog steeds staat en het “ Castle” wordt genoemd. Heden ten dage is dat het Shafer museum, de plek waar wij later naar toe gaan. Vreemd genoeg is het stadje niet genoemd naar Waring, maar naar de schrijver Winthrop. Deze avonturier schreef het eerste western boek. Wij slapen niet in het in 1891 gebouwde Waring Duck Brand hotel, maar in een later gebouwd hotel. Het originele hotel is een oud gebouw dat nog steeds maar dan als gemeentehuis en onderkomen voor de marshall.
In 1972 werd Highway 20 aangelegd. Toen die weg bijna klaar was dachten een aantal ondernemers na over de toekomst van Winthrop. Het echtpaar Wagner kregen als idee om van Winthrop een thema stadje te maken. Er werd met behulp van ontwerper Robert Jorgenson die ook Leavenworth heeft ontworpen in Beierse stijl, een western dorp gecreëerd.  Echt is het allemaal niet, maar leuk wel. Het Shafer museum dat we later ook bezoeken is een samengeraapt oud ijzer winkeltje. Zeer de moeite waard, maar als je me vraagt wat ik er heb gezien dan blijf ik het antwoord schuldig.

Helaas is route 20 richting westen door de sneeuw afgesloten. Die is volgens de mevrouw van de toeristen informatie nog nooit eerder zo lang afgesloten geweest. Eind mei is die hopelijk weer vrij. We moeten dus terug en via een andere weg naar Seattle.

De droogte blijft aan de andere kant van de Cascades duidelijk zichtbaar. Soms rijden we door gebieden waar nauwelijks een boom staat. ’s Zomers kan het hier makkelijk 45 graden worden.  ’s Winters wordt het er niet echt koud, neerslag is er dan net als in de zomer niet te verwachten. We komen, zodra er water in de rivieren stroomt, weer in de fruitbomen omgeving. Vele kilometers staan de appels, peren en kersenbomen in bloei.

Op een gegeven moment wil de weg weer de Columbia rivier kruizen. De brug die over de rivier gaat is verroest maar pittoresk. Eigenlijk zijn alle bruggen hier oud verroest en dus erg mooi. Er wordt zo weinig mogelijk geverfd, daardoor vallen de bruggen maar al te duidelijk in het landschap op. Voor deze brug is nog een parkje, het Beebe parkje. Wie hier zonder toestemming naar de wc gaat krijgt volgens een bord een boete van $0,00. Wij besluiten het er op te wagen. Verderop in het parkje staan beelden van Indianen. Het park is een thema parkje met twee doelen. Het eerste is de mensen bewust maken dat hier ooit een indianenstam woonde en het tweede is water. Er moet, ondanks het enorme stuwmeer naast dit parkje, bewust omgegaan worden met water. Wie in het parkje wandelt wordt wel aangeraden voorzichtig te zijn, er zitten ratelslangen.

Tegen het eind van de middag arriveren we in Snoqualmie. In de eerste plaats om er te tanken, er is nog maar voor 60 mijl benzine in de tank, maar mogelijk willen we er ook overnachten. We rijden tussen hoge sneeuwbulten door, sneeuw die tot in mei hier is blijven vallen. Daarna rijden we naar het naastgelegen Summit Inn hotel. De prijs van een overnachting valt ons nogal tegen, $ 140 excl. belasting. Na even wachten heeft de receptioniste de prijs al weer laten zakken tot $ 98. We gaan akkoord en brengen onze spullen naar de kamer, deze stinkt naar rook dus krijgen we een andere kamer. Om te zien hoeveel sneeuw hier ligt rijden we ook nog een rondje door het sneeuwresort van Snoqualmie.
De pas ligt zoals gezegd tussen Wenatchee en Seattle op een hoogte van 931 meter. Het is de grens tussen de provincies Kittitas County en King County. De pas wordt ook in de winter opengehouden voor het verkeer, een hele klus, want nu in mei ligt er her en der ruim 3 meter sneeuw. Snoqualmie is genoemd naar de Snoqualmie volken die meer westwaarts wonen. Deze indianen werden begin negentiende eeuw geconfronteerd met pelsjagers en handelaren. De eerste die de pas beschreef was A.C. Anderson, hij ging er met een kudde koeien overheen in 1841. Pas in 1853 en 1854 onderzochten de luitenants McClellan en Tinkham de Snoqualmie pas. Zij hadden de opdracht om te kijken naar een treinverbinding. Op basis van de negatieve verhalen van de Indianen werd toen van de treinverbinding afgezien. In 1867 ging majoor van Bokkelen de omgeving nog eens nader onderzoeken. Hij vond deze verbinding een veel betere dan een oude weg over de Yakima pas. Jarenlang werd de Snoqualmie pas gebruikt om vee en groepen huifkarren over te vervoeren. Om de pas te bereizen moest men wel tol betalen voor het pad dat er was aangelegd. Toch werd er in 1909 een railverbinding over de pas aangelegd net als een verbeterde weg voor karren. In 1927 werd het US route 10, in 1969 werd de weg verbeterd tot een Highway, nr 97. Daar er rond 1930 een goede verbinding met Seattle was en er lang sneeuw op de pas blijft liggen werd in 1931 gekeken naar de eerste skimogelijkheden. Die waren er volop zodat vanaf 1933 er op een nabijgelegen kale heuvel kon worden geskied.  Als wij er rondrijden zien we de skiliftjes stil staan. Het seizoen is ten einde, de meters dikke sneeuw smelt in rap tempo.Als we ’s avonds in het hotel eten bekruipt ons nog wel een echt sneeuwhut gevoel.

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626533453533″]

(gepubliceerd 5 mei 2011)

 

This entry was posted in Reizen, Verenigde Staten and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.