TRANS CANADA naar het oosten

Vandaag begint de dag met slecht nieuws. Gisteravond hadden we al vernomen dat Osama Bin Laden ge

dood was in de een of andere obscure plek in Pakistan. Ons ministerie van Buitenlandse Zaken waarschuwt dat “de dood van Osama bin Laden kan leiden tot repercussies van al-Qaedazijde en daaraan gelieerde organisaties”. Het departement adviseert Nederlandse reizigers in het buitenland dan ook dringend de komende periode extra waakzaam en alert te zijn, zo liet een woordvoerder maandag weten. Zo dat zal langer wachten op het vliegveld worden.Wij gaan echter naar het oosten eerst via de veerpont daarna per auto. Helaas is het weer omgeslagen en regent het weer zoals het hier volgens de weerberichten rond deze tijd meestal doet. We rijden eerst naar Swartz Bay, de plek waarvandaan de veerboten naar Vancouver varen.  De boot van 11 uur weten we makkelijk te halen, al vertrokken we laat, het is niet zover vanaf Victoria. De haven heeft nog het meest weg van een Franse tolpoort op de snelwegen. We betalen 80 dollar en wachten op het inschepen, de organisatie is dermate efficiënt dat alles snel aan boord is. Amper een kwartier na inschepen vaart de boot door de straat van Georgia. We varen tussen meerdere eilanden door,  om tussen Mayne Island en Galiano Island te komen moet de boot flink bijsturen. Na ruim 1½ uur meert de boot aan bij Tsawassen, ten zuiden van Vancouver. In file rijden we vervolgens naar het noorden, naar Vancouver.

Tineke leest ondertussen in een folder over de Capilano hangbrug. We besluiten er naar toe te rijden. In feite is het een heel aardige rit, want we moeten dwars door Vancouver. Vancouver is de snelst groeiende stad van noord Amerika. Er wonen nu ruim 600.000 mensen, in 2020 rekent de stad op meer dan 2½ miljoen inwoners. Het is voor het eerst dat we weer hoogbouw zien waarin gewoond wordt, er is een aantrekkelijk centrum.

Deze stad is vernoemd naar de Engelse kapitein George Vancouver, die in 1792 de streek aandeed en grote delen van British Columbia verkende en veel van deze plekken een Engelse naam gaf.
Verder noordelijk ligt Capilano, met als belangrijkste attractie de Capilano hangbrug. Deze  zgn. Capilano Suspension Bridge overspant de Capilano rivier De eerste hangbrug op deze plaats werd gebouwd in 1889 door de Schot George Grant Mackay, die 24 km² land had gekocht aan beide kanten van de rivier. Aan één kant bouwde hij een hutje dat uitkeek op de Capilano Canyon. De brug en het hutje groeiden al gauw uit tot een geliefde toeristenbestemming. In het park ligt een fotoalbum waar de Schot voldaan zit te kijken. Die Schot moet er veel aan hebben verdiend, ook wij betalen in elk geval de  zeer forse toegangsprijs van 30 dollar. De huidige brug is de vierde die op de plaats werd gebouwd. Het heeft een lengte van 136 meter en hangt 70 meter boven de rivier. Het uitzicht vanaf de brug is formidabel. Een wandeling door de dichtbegroeide bossen aan de overkant van de brug is eveneens de moeite waard, al hebben we de gele bananenslak (de Ariolimax columbianus) nergens kunnen ontdekken.
Koud en nat lopen we nog het drieboomtoppenpad langs. Het uitzicht is zeker om te genieten. Waar we minder over te spreken zijn is het smakeloze broodje zalm. Die vissen kun je maar beter laten zwemmen in de rivier, dan ze zo zielloos te presenteren.

We besluiten vervolgens naar Princeton te rijden, ca. 240 km ten oosten van Vancouver. De rit is langer dan we dachten, mede door de file die tot vele tientallen kilometers buiten Vancouver zijn weg vindt gaan de eerste kilometers langzaam. We besluiten uiteindelijk het eerste mooie plekje na Vancouver te nemen, het plaatsje Hope. Dit stadje ligt aan de Trans-Canada Higway, ook wel Highway 1 genoemd. Morgen zullen we de tocht voortzetten, niet meer over deze snelweg, maar in het Skagit gebied ten noorden van de Cascaden.

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626511360977″]

(gepubliceerd 2 mei 2011)

 

 

This entry was posted in Reizen, Verenigde Staten and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.