SNOQUALMIE en SEATTLE grote hoogten

Als je de gordijnen open doet in het hotel van Snoqualmie en je ziet de metershoge sneeuw dan vraag je je af of dat ooit nog zal smelten. Buiten is het boven het vriespunt, over de Highway 97 razen de vrachtwagens voorbij. Wij stappen in onze auto en vertrekken richting Seattle. Eerst gaan we nog kijken in de plaatsjes waar ook de serie Twin Peaks speelde. Vroeger keek ik er een paar keer naar, maar daar het mij maar niet lukte een serie te volgen, heb ik het nooit goed begrepen. Wel herinnerde ik me de altijd groene en vochtige omgeving van dit gebied en bovenal de prachtige muziek die bij de film werd gespeeld. Van omgeving en muziek kan ik zeggen dat die klopt. Het is er groen en mistig. De muziek gebruik ik in een paar filmpjes van onze reis.

We gaan niet naar North Bend maar wel naar Snoqualmie, daar is een indrukwekkende waterval te zien. De waterval is 82 meter hoog. Bekend is de waterval geworden door Twin Peaks, nu nog komen ruim anderhalf miljoen bezoekers per jaar de sfeer van deze omgeving en de serie oppakken. Door de ruim 82 meter hoge waterval valt het water met een donderend geweld naar beneden. Hierdoor ontstaat een grote mistige omgeving. Het water is afkomstig van gesmolten sneeuw en regen. Er is onder de waterval tevens een turbine geplaatst voor elektriciteit. De Puget Sound Energy firma heeft de eerste turbine in 1898 geplaatst, ingehouwen in de rots. Dit was voor het eerst dat men zoiets deed. Er wordt met dit systeem 41.990 kilowatt opgewekt, genoeg voor 16.000 huishouden.

We kijken nog wat in de souvenirwinkel waar we cd’s kopen en gaan dan op weg naar ons motel in Issaquah. Deze hadden we reeds twee weken na ons eerst bezoek gereserveerd. Direct na inchecken vertrekken we naar Seattle. De regen stopt inmiddels en het is redelijk aangenaam.

Doel van ons eerste bezoek is de bibliotheek die door Rem Koolhaas is gebouwd.
We gaan met de lift naar de 20e verdieping en langzaam naar beneden. In de grote hal op de derde verdieping drinken we een kop koffie en kijken naar het wonderlijke allegaartje dat deze bibliotheek als lees-, werk- en slaapruimte gebruikt.
De Seattle Central Library werd van 1999-2004 gebouwd, het is een Public Library en is het eerste project dat Rem Koolhaas op het Amerikaanse continent heeft gerealiseerd. Toen de prijsvraag voor de bibliotheek werd uitgeschreven, hoorde het OMA van Koolhaas niet bij de gegadigde bureaus. Toen een partner van Koolhaas,  Prince-Ramus, een telefoontje van zijn moeder uit Seattle kreeg en zij meedeelde dat ze in een lokale krant had gelezen dat elke architect die een gooi wilde doen naar de prijs zich de volgende dag zou moeten melden voor een briefing, boekte Koolhaas een vlucht en sleepte de opdracht binnen.
Om het gebouw zo functioneel mogelijk te maken, hebben Koolhaas en consorten eerst alle taken en eisen van de bibliotheek ontleed, om die daarna weer bijeen te vegen in vijf hoopjes. Daarna gaven de architecten elk van deze takenclusters een platform met een eigen kleur, dynamiek en interieur, allemaal in overeenstemming met de functie. Zo kwam er een platform voor boeken, een voor de administratieve kantoren, een voor de staf, en een ondergrondse parkeerplaats. Tussen de vijf functiedozen plaatsten de OMA-architecten publieke ruimtes: leeszalen, computerruimtes, ontmoetingsplekken.
Functies moeten duidelijk te herkennen zijn en hebben daarom een eigen vorm gekregen. Liften en roltrappen zijn herkenbaar fel geel verlicht, de toiletruimten feel rood en op elke afzonderlijke balie staat met grote letters vermeld welke verrichtingen er uitgevoerd worden.
Over dit alles is een soort glazen overtrek getrokken, die het gebouw het markante uiterlijk verleent. Deze glazen hoes zorgt enerzijds voor eenheid tussen alle verschillende organen, maar creëert tegelijkertijd verrassende hoekjes en doorkijkjes tussen de etages. Het metalen frame dat de ruiten vasthoudt, is sterk genoeg om flinke aardbevingen het hoofd te bieden.
Vanuit de leeszaal bovenin heeft men een ongebruikelijk uitzicht over de stad, tussen de hoge omliggende flatgebouwen door. Koolhaas vertelde in een interview dat hij het geweldig vindt in een stad te werken die zo ‘seismisch geagiteerd’ en in architectonisch opzicht ‘saai’ is. Met het eerste doelt hij op de aardbevingen die stad vaak plagen en met het tweede op de lange hoge wolkenkrabbers, die rechtop staan als soldaten bij het ochtendappèl. Als publiek gebouw is de Central Library verplicht om uit de toom te springen, vindt Koolhaas. ‘Dat is de schoonheid van deze locatie’.
Bijzonder is de bibliotheek zeker, vooral de roltrap is zeer de moeite waard. Met een goed fototoestel en telelens zijn ook nog eens heel wat markante personen te documenteren. Wat net als boeken, hangen en liggen er daar genoeg van rond.

Na de bibliotheek naar de beeldentuin, het Olympic Sculpture Park. Waarom hier alles Olympic wordt genoemd is mij een raadsel, mooi is de naam zeker niet, die hoort ergens in Griekenland thuis maar niet hier.
Het Olympic Sculpture Park ligt midden in het stadscentrum, het park is onderdeel van het Seattle Art Museum. Hoewel het park gemakkelijk te bereiken is en er voldoende parkeerplaats in de buurt zijn verstoort een lange trein de doorstroom. Wij parkeren dan maar op de straat voor het park.
We lopen het park rond en zijn vooral onder de indruk van de grootte van de beelden. Eerst zien we de grote slagschepen van Richard Serra. De bruine roestige en golvende platen zijn net schepen, Serra heeft het over Franse onderzeeërs (2004). Een bekend beeld is de adelaar van Alexander Calder (1971).  Dit rode beeld is bijna een van de kenmerken van Seattle geworden. De Amerikaan Calder wil iets lichtvoetigs met dit beeld aangeven. Het park wordt goed bewaakt door een aantal mensen van een veiligheidsdienst, vreemd want het is tevens onderdeel van de openbare weg. Langs die weg staat ook de zilveren boom van Roxy Paine (2003), dit merkwaardige beeld van ene boom zoekt de grens tussen kunst en natuur. Heel wat anders dan het er tegenover gelegen radeergummetje van Claes Oldenburg (1998). Dit uitvergrootte gummetje is lang overleden, de computer doet het werk nu beter en mooier. Heel bijzonder ervaren we de werken van Louise Bourgeouis. Zij heeft zitbanken gemaakt in de vorm van ogen.  Een ander werk van haar zijn Vader en Zoon. Beurtelings worden de beeldjes van die twee door hoge waterfonteinen aan het zicht onttrokken. Hiermee wil de kunstenaresse aangeven dat er een grote kloof tussen beiden is die moeilijk te overwinnen valt.
Als laatste gaan we naar het Greenhouse. Een omgevallen rottende boom uit het regenwoud doet zijn best onder optimale condities te vergaan. Dit natuur-kunstwerk wordt toegelicht door een bewaarder die niet veel van de planten in de kas weet. Het kunstwerk heet Neukom Vivarium en is van Mark Dion (2004).

imageNa bezoek aan dit museum gaan we naar de Space Needle. We bezoeken eerst nog het gebouw van de EMP. Modern, groot en fantastisch, daarna is de Space Needle aan de beurt die geplaatst werd ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1962. Tijdens de tentoonstelling kwamen er dagelijks bijna 20.000 bezoekers. In heel “62 kwamen meer dan 2 miljoen mensen van het uitzicht genieten. De Space Needle is 184 m hoog, 42 m breed op zijn breedste punt en weegt 9550 ton. Toen de Space Needle klaar was, was het het hoogste gebouw ten westen van de Mississippi. Hij is gebouwd om winden tot 320 km/h en aardbevingen tot 9.5 op de Schaal van Richter te weerstaan.
De Space Needle heeft een souvenirwinkel, een restaurant op 152 m en een observatieplatform op 160 m hoogte. Op foto’s van de skyline van Seattle neemt de Space Needle vaak een prominente positie in en lijkt vaak boven de wolkenkrabbers uit te steken. Dit gebeurt vooral vanwege het feit dat de Space Needle ongeveer 1.3 km buiten het centrum staat en vaak op de voorgrond wordt gefotografeerd, dit doet de toren groter lijken dan hij in werkelijkheid is. Wij gaan met een lift eerst naar het observatieplatform. Het duurt 41 seconden om boven te komen.

Na daar wat rond gelopen te hebben besluiten we eens te kijken of we ook in de Space Needle kunnen eten. We krijgen plaats en draaien ca 4 keer rond in het draaiende restaurant. Het wordt al met al een fantastische maaltijd en een mooie afsluiting van deze vakantie. Morgen de laatste dag, de thuisreis.

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626664585272″]

(gepubliceerd 6 mei 2011)

This entry was posted in Reizen, Verenigde Staten and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.