QUINAULT maar ook nogmaals Clark en Lewis

Als er hier regen wordt voorspeld dan word je niet teleurgesteld, het regent dan ook behoorlijk. Deze dag scheen uiteindelijk in de late namiddag een flauw zonnetje, maar overdag was het een en al nattigheid.  Ik was al vroeg op en ben eerst maar eens naar de nabijgelegen Mall gaan lopen. Een bijzonderheid, want voetgangers zie je hier niet veel. Het was vroeg maar bij alle ontbijttenten zaten mensen van hun All American breakfast te genieten. Terug in het hotel haalde ik bij een alleraardigste en zeer vriendelijke dame mijn koffie.

Uiteindelijk stapten we in onze SUV en met de ruitenwissers op vol rijden we richting kust.  Astoria is de eerste bestemming, het is de plaats waar Clark en Louis uiteindelijk hun fantastische reis door Amerika beëindigden. De stad Astoria ontstond in de winter van 1805-1806. De avonturiers waren in opdracht van president Jefferson op stap en trokken er met een groep mannen en een indiaanse vrouw op uit. Zij gingen van Louisiana naar de westkust, nu Astoria. Deze stad werd vernoemd naar Astor, de man die er later een pelzenhandelspost opzette. Astoria was lange tijd een stad van handelaren, missionarissen en gelukzoekers, met naar alle waarschijnlijkheid een schietijzer op zak. Het Lewis en Clark National Historical Park geeft met behulp van een paar aardige films in het kort de reis van deze mannen weer.

Het laatste stuk van hun reis was een race tegen de klok, ze moesten voor de winter namelijk een plek vinden. Met behulp van de Clatsop indianen hebben ze het uiteindelijk gered. Ze zaten 100 dagen in het kleine fort, waarvan het slechts 12 dagen niet regende.

Het fort werd ergens in de jaren 50 van de vorige eeuw herbouwd als toeristische trekpleister, maar vooral als educatief centrum. Net als eerder bij fort Vancouver zien we hier weer volop schoolbussen en leerlingen. We bezoeken het fort na een aardige en natte wandeling door de bossen. Vanaf het fort besluiten we, tegen beter weten in, toch naar het noorden te gaan. We passeren eerst de Astoria Megler Bridge. Een zeer lange brug over de  Columbia rivier, die hier in de zee uitmondt. De regen neemt onderweg zeer ernstige vormen aan, tot en met hagel toe. Uitzicht op de kust is dan ook nogal nat en derhalve teleurstellend.

In de omgeving van Aberdeen zien we grote lege vlakten langs de weg. Hier is veel, heel veel hout verdwenen. De enorme boomkap die hier vele jaren plaats had laat overal in het landschap nog diepe sporen na. Grote grijze vlakten met boomstronken van bomen die meestal aan het begin van de 20e eeuw waren geveld geven het landschap een trieste indruk. Er wordt weliswaar weer aan herbeplanting gedaan, maar vaak lijkt dat eerder op een schaambosje. Achter het rijtje groen strekken zich alsnog grijze velden uit.

Aan het begin van de 20e eeuw was het noordwesten van de Verenigde Staten op weg om de plek te worden waar kwaliteitshout te krijgen was. De balken uit ons huis zijn zelfs nog van Amerikaans grenen. Aan het eind begin van de 19e eeuw stond hier in de buurt al een eerste houtzagerij,  tegen 1890 vergaarden houthakkersbedrijven in Washington jaarlijks ruim 144 miljard kubieke duim hout. In 1905 produceerde deze Amerikaanse staat het meeste hout. In 1926  bereikte de houtoogst een recordhoogte van 1094 miljard kubieke duim, ter vergelijking, in 2000 was de houtoogst nog maar een kwart, 590,4 kubieke duim. (Een duim hout heeft een lengte ongeveer gelijk aan de breedte van het bovenste kootje van een duim van een volwassen man, nu is het een ander woord voor inch =2,54 cm)

Vroege houthakkers en kolonisten hakten hout in de buurt van water en gingen dan steeds verder weg naarmate dat land leeg raakte. Het water maakte het makkelijk om het hout te transporteren naar houtzagerijen en overzee. Als houthakkers in de buurt van een stroompje werkten, werden er boomstammen-vervoerders gebruikt om het hout naar bredere waterwegen te brengen, waar ze samengebonden werden tot vlotten. In diverse watertjes, zo ook bij Fort Astoria zie je nog resten van de boomstammen in het water staan. Hier werden de bomen samengebonden. Of alle milieumaatregelen helpen is nog maar de vraag, vreemd genoeg overstijgt in de VS de kap de aanplant. Ca. 100 km voorbij Aberdeen slaan we af richting Lake Quinault; hier vinden we het prachtig hotel aan het meer. In dit hotel overnachtte in 1937 president Theodor Delano Roosevelt. De man was een liefhebber van dit soort gebieden en heeft er mede voor gezorgd dat hier het Olympic National Forest ontstond. Heel bijzonder was dat deze president, die maar liefst 4 keer herkozen werd, toch van een ander kaliber is dan wat de huidige presidenten naar voren brengen. Zijn inauguratierede van 1932 bezorgde hem een grote reputatie. Hij verkondigde dat het zijn vaste overtuiging was dat het enige waarvoor men angst hoefde te hebben, de angst zelf was.

’s Avonds eten we aan een tafeltje met uitzicht op het prachtige meer. De zon en de bergen zorgen voor vele prachtige momenten. ’s Avonds is het zeer romantisch, met iPad en laptop voor de openhaard. Er zijn weinig gasten, dus zitten wij er gezellig met een fles Columbia Crest Merlot.

 

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626480682273″]

(gepubliceerd 28 april 2011)

 

 

This entry was posted in Reizen, Verenigde Staten and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.