VLIELAND mooie waddentuin

1000001375.JPGVlieland is over ca. 12 km goed begaanbaar. Het eiland is minstens 2x zolang, maar zandplaat en het militair oefenterrein de Vliehors is niet voor ons toegankelijk. We doen dus eigenlijk een halfrondje eiland. Al met al is de begaanbare oppervlakte goed vergelijkbaar met een eiland als Schiermonnikoog. Vanuit het hotel, gelegen in een vakantiehuisjes-omgeving, rijden we direct al een schelpenpad op richting het westen. Zo onderlangs langs hotel Seeduyn rijdend is pas goed te zien hoe slordig met een prachtige omgeving is omgegaan. Daar hebben meer mensen zo over gedacht, het hotel kwam er pas in 1987 na 15 jaar procederen en bezwaren.

Als je als gast, zoals wij, in het hotel verblijft dan is het wel genieten. Vooral de suites hebben een prachtig uitzicht op strand en zee. Daarbij moet wel gelet worden op waar je je kamer neemt. Op de begane grond is het uitzicht alleen maar een duin. De zgn. duinkamer hebben wij dankzij het vriendelijke personeel mogen verruilen voor een suite met badkamer, wc, keuken en woonkamer. Gewoon geweldig om zo je vakantie door te brengen.

We hebben een route gefietst over de westkant van het eiland. Deze is simpel gezegd eenvoudig, hou zoveel mogelijk rechts aan. Diverse duinpaden links laten voor wat het is. We gaan over wegen met mooie namen, Badweg, Veenpad, langs de steile duinen weer over het Kantonnierspad (de kantonnier was in de 19e eeuw een vaste arbeider belast met het dagelijkse onderhoud van de rijkswegen).

De lange duin hier aan de noordkant van het eiland, een zeer hoge stuifduin, ligt er mooi bij. We rijden hier door een van de mooiste tuinen van Nederland. Het pad is er voor toeristen gelegd. Toerisme is sowieso de redding van het eiland, zonder dit was het zelfs eind 19e eeuw ontruimd.

Als de zware mist optrekt is goed te zien hoe mooi de omgeving is. We rijden eerst door de Cranberryvlakte. Cranberries zijn bessen die volop in het najaar worden geplukt. Ergens voor de kust ligt het in 1884 vergane schip de Surrey. De zee is mistig en waarschijnlijk klim ik op het verkeerde stuk duin. Geen schip te zien in elk geval.

Hoe goed bedoeld ook, op diverse plekken die vervelende borden waarin staat dat de natuur is gered. Gered door wie? De Waddeneilanden kennen nauwelijks natuur, de mens is de allesbepalende bouwer. Gered wordt de natuur niet, eerder wordt er een soort supertuin gecreëerd. Daar is niet veel mis me, maar hou het er op. Het enige dat natuurlijk is is de duinvorming. Die kun je een handje helpen met Helmgras, maar wind en zee doen als eersten hun werk. Oude duinen worden uiteindelijk overwoekerd met gras. Uitgerekend dat gras is natuurlijk, Rijkswaterstaat verwijdert dat gras om oude nieuwe duinen te maken.

Het Posthuis zit vol, opvallend vol voor een doordeweeks dagje, wellicht is de Krokusvakantie daarvan de oorzaak (ehhhhh nog geen Krokus gezien trouwens, dus hoe zit dat met die naam?). Ook veel druk spelende kinderen, sowieso een vakantieverschijnsel.
Het Posthuis is ooit een soort afgiftepunt geweest voor post naar Texel op weg naar Amsterdam. De post werd om de een of andere reden (wellicht stond de stroming rond het eiland anders ongunstig) van dit westelijke deel verzonden. Daarvoor moest de post eerst per wagen naar deze plek en later werd het per boot door verzonden. Een handeling die tot 1920 nog plaatsvond. Dit werd zo belangrijk gevonden dat er zelfs een weg, de postweg, voor werd aangelegd. Het gebouw is modern en van veel toeristische gemakken voorzien. Zo kan er zelfs een elektrische fiets met zonne-energie worden opgeladen. Als we na een kop koffie weer buitenstaan is de mist weliswaar nog verder opgetrokken, maar is het wel behoorlijk vochtig. Zo omringd door zee, nooit meer dan 5 km van je vandaan, is dat niet verbazingwekkend.

1000001383.JPGVanaf het Posthuis rijden we eerst naar de Kroon’s polder. Een vogelnatuurgebied. Op de bordjes, oerlelijk, staat dat je er niet mag fietsen, later staat er ergens dat het een kwetsbaar gebied is. Ik ga niet over de inhoud van die bordjes twisten, maar wat heeft Staatbosbeheer daar een lelijke vorm aangegeven. Het past absoluut niet bij de wonderschone omgeving. Het summum zijn de grote borden die her en der ter informatie zijn aangelegd. Het ziet er naar uit dat je overal opgevoed moet worden. De teksten zijn veelal treurig van soort en aard. Het meest storende is daarbij de tekst die staat bij een plek vlak voor het Poshuys. Op die plek stond een asfaltmolen voor de strekdammen. Die strekdammen zijn bedoeld ter bescherming van het eiland en waren voor Rijkswaterstaat pure noodzaak. De een of andere lolbroek heeft daar met een opgeklopte duurzaamheid manie geschreven dat alles nu is opgeruimd en afgegraven. Er zit geen gif meer in de grond, op de achter het bordje zie je wel een natuurlijk en mooi poeltje. De natuur, gered door verantwoordelijke natuurbeschermers, is echter geen natuur. Alles in de speeltuin van Vlieland bestaat dankzij consequent en kordaat menselijke handelingen.

We zetten onze tocht voort over de eerdergenoemde Postweg. Deze gaat eerst door een prachtig dennenbos. Vreemd overigens waarom dat bos meer loofbomen ten gunste van de dennen moet hebben. Loofbossen zijn veel gevoeliger dan de ruige den. Zal wel weer een belangwekkend milieuvoordeel te halen zijn. Op Vlieland zie je zoveel bos, dat ook de bewoners ervan profiteren. Overal stapels hout voor de open haard, soms liggen de stapels op een braak stukje terrein of langs de weg.

Na de eerste bocht staat onmiddellijk een kruis langs de weg. Hier vonden zeelieden, blijken opschrift, een laatste graf in een houtenkist. De beenderen werden in 1907 opgegraven bij werkzaamheden. De opvarenden waren door de pest getroffen en hier eerder begraven. De laatste overblijfselen zijn in een houten kist ter aarde besteld. Oorlogen laten veel doden op de eilanden achter. Ook het grote kerkhof in Vlieland kent meerdere zeemansgraven. Het graf hier is echter wel heel bijzonder. Naast het graf gaat een weg naar boven. Daar komen we bij de uitkijk post van de Bol van Dooie. De Waddenzee ligt vol ijs. Het geheel ziet er uit als een grijs schilderspalet. Grauwe en witte plekken wisselen elkaar af. De prachtige overgang water – land wordt ook hier weer ontsierd door een bruinbordje. De mededeling is simpel, kwetsbaar land, je mag er dus niet komen. Het gebied hier is inderdaad een vogelbroedplaats waar voorzichtige omgang noodzaak is. We leven in een tijd waarin dierenwelzijn zelfs een politieke woordvoerder heeft, maar om daar nu levensgrote lelijke borden op de mooiste plekken voor te plaatsen.

Dat was een eeuw geleden nog wel anders. Er werd van alles aan gedaan om de wilde eenden uit de omgeving te vangen.
De kooi is van oorsprong een plek waar diverse soorten in het wild levende eenden werden gevangen voor consumptie. Als we er heen fietsen is duidelijk te zien dat dit al een oud gebied is. Het bos is de eerste op Vlieland, grillige eiken, esdoorns, berken en elzen maken van de omgeving op een mistige dag een spookbos.
De eendenkooi is in 2008 weer hersteld naar de huidige vorm. De kooi bestaat uit een flinke vijver waar smalle sloten op uitkomen, de zogenaamde vangpijpen. Eenden die uit een ander kouder wordend gebied getrokken zijn om in een warmer gebied te overwinteren, zoeken vaak plekken uit waar ze kunnen uitrusten van de reis. Om overvliegende eenden te lokken heeft de kooiker, de beheerder van de kooi, op de kooiplas een groot aantal staleenden die hij dagelijks voert. Zij zijn gewend aan de kooiker en zijn hond.
Als het jachtseizoen geopend is laat de kooiker zijn hond, de kooikershond, langs de pijp lopen om de rustende vreemde eenden te lokken. De pijp is aan een kant voorzien van rietschermen en de andere een hoge zandmuur, zodat de eenden de kooiker niet zien. Het hondje laat hij voor en achter langs de schermen lopen.
De eenden, nieuwsgierig geworden door het verstopgedrag van het kooikerhondje met zijn opvallende, grote witte pluimstaart, die steeds weer verdwijnt en een eindje verder weer tevoorschijn komt, zwemmen achter het hondje aan de steeds nauwer wordende pijp in. Dan komt de kooiker achter de schermen vandaan en jaagt de eenden op. De eenden vliegen dan verder de pijp in het licht tegemoet.

1000001412.JPGHet kooibos rond de kooiplas wordt namelijk aan het eind van elke pijp opengehouden. De eenden vliegen uiteindelijk tegen de zogenaamde spiegel, een schuin gespannen net aan het einde van de pijp. Ze vallen dan naar beneden en kruipen naar de enige schijnbare uitweg namelijk het einde van de pijp, het vanghokje. De kooiker laat het vanghokje dichtvallen zodat de eenden gevangenzitten en niet meer terug kunnen.

In Nederland zijn er nog ongeveer 119 eendenkooien geregistreerd.
Rondom een eendenkooi geldt van oudsher het kooikersrecht, waardoor de pachter van dit recht het alleenrecht op de eendenvangst heeft binnen een straal van 1130 meter.

 

Eigenaar van dit prachtige stukje bos is Staatbosbeheer. Gelukkig doet deze organisatie hier zijn naam geen eer aan. Bomen groeien en vallen als ware het een natuurlijk proces. Nergens een lelijk en verprutsende bewegwijzering. De bezoeker mag het hier zelf doen. Het kooikershuisje bij de ingang is een vreemd pand. In 1973 wilde Staatsbosbeheer, dit tot ontstentenis van de Vlielanders afbreken. Gelukkig heeft men het in stand gehouden.

1000001422.JPGMerkwaardige houten beelden met doodskop versieren de omheining van dit pand.

 

Als we de Postweg richting dorp vervolgen komen we een soort volkstuinachtig complex tegen. De omheining bestaat er uit aangespoeld wrakhout. Een vogelaar is daar aan het fotograferen, in de verte zien we een aantal wulpen in het weiland naar voedsel zoeken. De wulp is een beschermde vogel die niet zo heel veel voorkomt in Nederland. Als we vrij plotseling het dorp binnenrijden slaan we voor het nieuwbouwwijkje rechtsaf de dijk langs. We kijken daar in de achtertuintjes van bewoners aan de Dorpsstraat.

 

Diverse restaurants beweren een terras met zicht op de wadden te hebben. Dat kan wel, maar dan lijkt me de dijk toch wel een lastige blikvanger. We rijden langs de dijk naar de aanlegplaats voor de veerboot.

Via de Badweg gaan we enigszins verkleumd terug naar ons hotel.

[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626012352071″]

This entry was posted in Wadden and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.