SCHIERMONNIKOOG kunst- en taalroute

Klein is Schiermonnikoog zeker, al snel lijkt het alsof er niet zo veel te beleven valt. Ja de natuur is mooi, de standen overweldigend, de duinen ruig. Die rode vuurtoren op Schiermonnikoog heeft misschien wel de mooiste kleur, haast tropisch, voor zo’n bouwwerk. Het eiland met al zijn schakeringen van luchten, sferen en stemmingen is uiterst geschikt voor de muze.
Schiermonnikoog staat bekend als een eiland voor kunst- en natuurminnend publiek. Ondanks de brede stranden is de gang daar naar toe niet waarvoor men in eerste instantie komt. Rust en ruimte daar gaat het om.
Wellicht passen cultureel gebaseerde routes beter bij het publiek dat dit eiland frequent bezoekt. Routes als de taalroute of de kunstroute zijn er niet alleen om af te lopen of fietsen, maar ook als doel. Het doel is een mooie tocht over het eiland. We combineren deze routes, niet om de makers geweld aan te doen, maar gewoon omdat je onderweg beide tegen komt. Het is verstandig de vertaling van de taalroute vooraf bij de VVV op te halen. Voor slechts 50 cent ben je dan in het bezit van route en vertalingen.

De start van de route is de Middenstreek, zeg maar de winkelstraat van Schier. Hier vind je ook galerie Ogygia waar kunst te koop is met een link naar Schiermonnikoog. Ook kun je hier voor 15 euro een kunstroute aanschaffen. Wad, zee en vooral de luchten zijn voor velen, maar bovenal voor deze kunstwinkel de inspiratiebron. Daarnaast verkoopt galerie Ogygia verschillende producten die met de hand gemaakt en of bedrukt zijn. In de galerie staat een alleraardigste verkoopster. We zien aan de muren mooie werken hangen. Wel irriteert een schilderij aan de muur mij behoorlijk. Wandelaars op het strand zweven er over en van het perspectief klopt ook maar weinig. Ben benieuwd of de kunstenaar (van Velthoven) zelf wel zo content is met dit schilderij.
Ogygia is genoemd naar een eiland uit de mythologie, Odyseus zat er ooit zeven jaar vast dankzij de een of andere narrige Nimf.

We rijden eerst richting Westerplas, ooit stond die in open verbinding met de zee, maar dankzij wat aangelegde stuifduinen is het nu een zoetwatergebied. Het westen is de gevaarlijke kant van Schier, zeestromingen en zandbanken voor de kust eisen slachtoffers. Vooral de Westerplas is een mooi stuk leeg land, vogels en wandelaars kennen daar hun plek. We gaan over het Westerpad richting noorden. In de verte de rode vuurtoren. Hier een gedicht van Lammert Wiersma. Het is geschreven in het Schiermonnikoogs, een eigen oud Friese taal. Slechts 50 personen spreken het nog.

IMG_1390.JPGDit stukje duinen kent een mooie brede structuur. Veel aangeplant helmgras, maar ook prachtige duinpannen. Ad van Bokhoven heeft ergens in zo’n pan gelegen en deze kant van Schier geschilderd. Ook hij kon niet om de in 1853 gebouwde Noordertoren heen. Deze toren is nu knalrood, een kleur die hij pas in 1998 kreeg. Wie weet wat een duinpan is weet ook dat de zomer hier al vroeg in het voorjaar begint. Uit de wind lig je daar al snel van de eerste voorjaarszon te genieten.  Natuur, of wat daar voor door gaat, is er in Nederland niet voor mensen, maar voor instellingen en stichtingen. Daarom zijn duinpannen vaak verboden terrein, al is dat in het broedseizoen wel te begrijpen. We zijn in de omgeving van strandpaal 3 en fietsen nu door naar strandpaal 5.

We gaan niet naar het strand, daarvoor zijn twee redenen, de eerste is de afstand naar de zee, die ligt minstens een kilometer van de duinen, maar ook de kou en de wind weerhouden ons van een vloedwandeling. Ergens wel jammer, want uitgerekend daar is het kunstwerk gemaakt dat wij later gaan kopen.  Vier wandelaars langs het strand, ze lopen een beetje in het water, schoenen in de hand. Het zal er wel warm zijn, al zie je in de verte de eeuwig aanwezige wolken. Een warme dag op het strand staat in Nederland garant voor heel veel drukte. Niet hier, want de brede stranden zijn leeg, omdat Schiermonnikoog niet al te veel bezoekers en bewoners heeft. De vier dames lopen richting oosten, het stilste deel van het eiland waar hooguit een verdwaalde zeehond of kolonie vogels je pad zal kruizen.
Wij komen nog wel even op het strand nabij strandpaal 6. Daar is ook het bunkermuseum en strandpaviljoen Marlijn, vroeger de Boei geheten.
Na een kop koffie met taart gaan we verder oostwaarts het Johannes de Jongpad af richting Kobbeduinen. In deze omgeving geen dijkbescherming meer, met name de waddenzee heeft er vrij spel. Langs de hogere kwelders zie je dat de zee er regelmatig binnen dringt, dat blijkt uit randen met aangespoelde rommel (stro, takken etc). De Kobbeduinen ontstonden in de eerste helft van 1800. Het woord ‘Kobbe’ is een verbastering van ‘Kove’ wat meeuw betekent. Vlier, duindoorn en wilgenroosje geven het gebied het hele jaar door een kleurig aanzien. Ook voor Ad van Bokhoven, hij schilderde ergens in de omgeving van het baken deze kleurpracht. In de winter is dat minder sterk, maar toch zijn de nuances boeiend.
In  de Kobbeduinen bevindt zich ook het baken, een vast meetpunt op ’t eiland. Nou ja, dat was het, satellieten doen het makkelijker en beter. Onder het imposante bouwwerk staat een zin die maar al te helder aangeeft waar we zijn: “de ruimte is leeg, achtergebleven alleen sporen in graniet”. We staan bij een baken dat niet meer verzet kan worden en waar de vuurpotten van gedoofd zijn. De omgeving van het baken is erg mooi. Een unieke plek waar nog steeds de zee vrij spel heeft en waar telkens, onder streng toeziend oog van de Rijks Universiteit Groningen, de duinen mogen aangroeien.
Op het schilderij zien we in de verte een vaag contour van het baken. De stuifduin rechts is er ooit door Rijkswaterstaat neergelegd en beschermt nu het daarachter gelegen gebied. We staan midden op het eiland. Al is er geen fietspad meer in de buurt, aan de oostkant is nog ruim 6 km alvorens brede kreken de eilandgrens markeren.
Kwelders zijn stukken land die direct, zonder duinenrij of dijken, aan ondiepe getijdengebieden zoals de Waddenzee grenzen. Er is een groot verschil tussen lage en hoge kwelders. Lage kwelders staan bij vrijwel elk hoogwater onder water, terwijl hoog gelegen kwelders alleen bij stormvloeden onder water komen. De laagste delen in dit gebied zijn de geulen, slenken en kreken die we hier volop tegen komen.
Heel toepasselijk gaat de route vervolgens verder via het Kwelderpad. We passeren een van de grotere slenken die hier liggen. Ongetwijfeld zal deze slenk een naam hebben, maar op de kaarten is die niet te vinden. Slenken willen nog wel eens van structuur wijzigen, wellicht is dat een reden om dKwelder 3 bij Kwelderpade slenk geen naam te geven maar een nummer. Vanaf het dorp is dit dan de derde slenk. Hier in de Oosterkwelder is heel wat dieren- en plantenleven, deels ook eetbaar al is Lamsoor een beschermde plantensoort. De slenk oogt door de harde wind onbegaanbaar; dat is niet helemaal terecht want er zijn onder betere weersomstandigheden ook kanotochten over dit water.  Vanaf het Kwelderpad naar de Kooiplaats, links staat de Eendenkooi. Deze is gesloten, pas ergens in april kunne we dit terrein van Natuurmonumenten bezoeken. De kooi wordt gebruikt voor het ringen van vogels en het geven van natuuronderricht. We rijden de Kooiweg af richting dorp. Onderweg willen we nog en kaasboerderij bezoeken, helaas is de verkoop daar per 15 februari gesloten. De winkel is leeg maar nog niet ontmanteld.
Uiteindelijk in het dorp terug gaan we naar hotel van der Werff, we vergeten ons gratis kopje koffie en de rest van de kunstroute. Daarvoor is de zomer meer geschikt.

route kunst en taal

This entry was posted in Wadden and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.