Dennis Harper GenYes

Op woensdag 7 april was Dennis Harper te gast bij de SLB diensten, waar hij zijn ideeën over docentenondersteuning door leerlingen naar voren bracht.
Dennis Harper (1946) vindt dat wij meer moeten vertrouwen op de mogelijkheden van onze leerlingen. Uitgerekend van hen kunnen we volgens hem nog een heleboel leren. Zij zijn de docentenondersteuners.

Dennis Harper richtte “Generation Yes” op om zijn ideeën in de praktijk te brengen. Met Generation YES (Youth and Educators Succeeding) hoopt hij kennis van leerlingen over te dragen naar docenten. Dit voornamelijk om de mogelijkheden van ICT gebruik in het onderwijs uit te breiden. Van Generation Yes is Dennis Harper overgestapt naar GenYES en TechYES.
Bij GenYES werken leerlingen en docenten samen, de leerlingen verzorgen een helpdesk. TechYES leert daarentegen leerlingen met allerlei ICT middelen werken zodat ze later als ondersteuner kunnen helpen.
Meer dan 100.000 docenten en leerlingen deden mee aan het startproject dat van 1997-1999 in deimage staat Washington begon en zich langzaam over de Verenigde Staten verspreidde. Dennis Harper hoopt voor zijn ideeën ook in ons land voet aan de grond te krijgen. Aan het begin van dit jaar hield het blad “Tech and Learning” een lezersonderzoek. Daaruit bleek dat de invloed van Harper op het ICT-onderwijs in de Verenigde Staten zeer aanmerkelijk was, hij eindigde nog boven Bill Gates en Al Gore.

In de nieuwe openbare bibliotheek van Amsterdam interviewt Vives Dennis Harper.

Hoe bent u op het idee gekomen om met GenYES te beginnen?

Dankzij landelijk subsidies kon ik hiermee beginnen. Om die gelden te krijgen moest ik één heldere vraag formuleren. Samengevat werd het de vraag: “Welke vaardigheden hebben docenten nodig om in het jaar 2000 de computer efficiënt in te zetten in de klas?
Als we dat wisten en de docenten hadden alle vaardigheden dan namen wij aan dat leerlingen daardoor beter en efficiënter kunnen leren. Uiteindelijk ontving ik voor de staat Washington 1,5 miljoen dollar.

Kunt u de Generatie Yes methode in het kort uitleggen?

Centraal staat de vraag “Waarom leggen we de verantwoordelijkheid niet bij leerlingen neer?
De gemiddelde docent is minder goed op de hoogte van Technologische ontwikkelingen dan de leerling. In GenYES laten we daarom de leerlingen docenten helpen. Leerlingen zijn maar al te goed in staat het een en ander uit te leggen . Er zijn zelfs zeer getalenteerde bij die hele zalen kunnen toespreken. Harper vraagt of ik op mijn laptop eens wil kijken naar een filmpje over de 12-jarige Adora Svitak, een leerlinge van hem. Zij spreekt bij de TEDTALKS een volle zaal met de upper ten van de Verenigde Staten toe (http://www.ted.com/talks/adora_svitak.html).
Leerlingen kunnen meer dan wij volwassenen denken, maar daarvoor moeten we ze wel vertrouwen. Als je mensen, in dit geval leerlingen, niet vertrouwt dan beperk je ze.

Volgens mij hoeven docenten ook niet zoveel technologische kennis te hebben, we verspillen een heleboel tijd door hen dit te leren. Ik vergelijk het met een basketbaltrainer, die hoeft zelf niet alle technieken te beheersen om goede trainingen te geven. Zo hoeft een docent niet te weten hoe je een webpagina maakt. Al is het wel goed als docenten voldoende technologische kennis bezitten.

Klopt het nog steeds dat de Technologische kennis van de meeste leerlingen beter is dan die van docenten?

Ja, een doorsnee leerling weet meer van Technologie dan een docent. Ga maar na, geen enkele docent op een middelbare school heeft van jongs af aan met internet gewerkt.

Geeft u eens een paar voorbeelden waar leerlingen over het algemeen beter in zijn dan docenten?

Leerlingen weten veel beter hoe ze zich in sociale netwerken als Hives en Facebook moeten begeven.
Vreemd genoeg leren docenten aan hun leerlingen hoe ze een opstel of verhaal op papier moeten zetten, maar nooit hoe leerlingen kunnen bloggen of twitteren.
Leerlingen zijn erg handig en snel in het opnemen van technologie, mits ze er in geïnteresseerd zijn. Filmpjes met mobile apparaten gemaakt kunnen zij juist eenvoudig bewerken en publiceren. Menig docent krijgt dat niet voor elkaar of heeft er nog heel wat ondersteuning bij nodig.

Om docenten te helpen deze technologie onder de knie te krijgen werken we met een Technology Assistent Project. Daarvoor zijn leerlingen nodig die hebben geleerd hoe je je kennis 1-op-1 naar docenten en andere leerlingen kunt overdragen.

Dat kan wel zo zijn, maar op meerdere technologische zaken is er ook door de leerling nogal wat te leren. Wie denkt u kan beter Googelen, de docent of een leerling?

Ik denk dat het inderdaad zo is dat docenten betrouwbaardere resultaten kunnen vinden. De docent heeft met zijn achtergrondkennis een grotere kans de vraag beantwoord te zien. Toch zal een docent moeten weten en zo mogelijk ook leren hoe hij moet zoeken. Wat de technische aspecten van zoeken betreft is hij dus niet automatisch de betere.

Hoe ziet volgens u de school er over ca. 20 jaar uit. Hebben alle docenten dan voldoende basiskennis en heeft technologie tot een verandering geleid?

Ik vrees dat er niet zo heel veel verandert. In 1980 zat ik in een panel dat ging over het onderwijs in 2010. Naast mij zaten andere bekenden zoals als Steve Jobs en Tobler. Iedereen was het er toen over eens dat er op dit moment eigenlijk geen school meer zou zijn en dat de technologie het overneemt. Het zou zelfs mogelijk zijn met chips in hersenen te gaan werken. Ik gaf toen aan dat er tegen die tijd niet zoveel zou zijn veranderd. Daarvoor kreeg ik een instemmend applaus van de zaal met docenten. Het onderwijs weet zelf maar al te goed hoe moeilijk het is om iets te veranderen. Docentenopleidingen zijn niet of nauwelijks in staat het onderwijs te veranderen omdat zij zelf de school niet meer van binnen kennen. Er is dus maar één oplossing en dat zou zijn het ontslag van alle leraren en dan weer opnieuw beginnen. Een revolutie zeg maar. Eerlijk gezegd heb ik altijd gedacht aan evolutie maar nu ik ouder en pessimistischer word geloof ik steeds meer in de revolutie, radicaal het roer om.

U bent naar Nederland gekomen om STL software en NETS te promoten.

Nets staat voor National Educational Technology Standards. Leerlingen die ermee werken hebben een eigen website www.iste.org. Net zomin als docenten de software kennen, weten ook leerlingen nog niet alles van ICT-technologie. Daarom probeer ik ervoor te zorgen dat leerlingen niet alleen docenten helpen, maar ook elkaar. In Nederland zou zoiets ook kunnen. Leerlingen die anderen wat uitleggen worden zelf sowieso slimmer. Door middel van een website waarin de kennisvraag wordt gekoppeld aan de mensen die de kennis hebben zou je de uitwisseling van technologiekennis kunnen promoten. In de USA doen al honderdduizenden leerlingen en vele scholen mee aan dit programma. Door te gaan kijken naar de website www.demo.genyes.com kun je zien hoe wij dat doen. Iedereen mag inloggen en het zelf eens proberen (inlognaam: genyes, wachtwoord: demo).

Hoe simpel het idee van Dennis Harper ook lijkt het is een over het geheel genomen zeer gewaardeerd idee. Naast de Verenigde Staten was Dennis Harper ook actief in landen als Finland, Australië, Duitsland, Spanje, Maleisië. In vele landen probeert hij dit soort netwerken op te zetten, vandaar wereldwijde erkenning en prijzen.

Links:

This entry was posted in Vives and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.