WINSUM Joodse begraafplaats

Nog steeds wordt Israël als ideaal gezien, niet alleen door zionisten maar ook door verdwaasde Christenen en anderen het land een warm hart toedragen.
De staat Israël heeft goed en wel beschouwd vanaf de eerste dag van zijn bestaan een gewelddadig leven geleid. Na de Engelsen en de Palestijnen te hebben verjaagd is het onderhouden van de status-quo een lastige en tot nu gewelddadige zaak gebleken. Mensen met vredelievende wil en een goede inborst worden door fanatici gedwarsboomd. De staat Israël, hoe bijzonder ook, is een voortdurend omstreden staat. Voor de een op Zionistisch racisme gebaseerd, voor de ander het beloofde land. Wat in elk geval vreemd is, is dat God, zo die mocht bestaan, een territoriale eis stelt, mits het in overdrachtelijke zin was bedoeld.

Vanaf 1750 tot aan de Tweede Wereldoorlog trokken mondjesmaat mensen met een Joodse achtergrond naar het Noorden van Nederland. In het dorpje Winsum, ca. 13 km ten noorden van de stad Groningen, leefden in 1808 11 joden; in 1879 was dat toegenomen tot 55, maar in 1930 telde Winsum nog maar 17 joden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog woonden er nog slechts 14 joden, die op 12 november 1942 werden gedeporteerd. Ter herinnering aan dit afschuwelijke feit werd in 1993 aan de oostzijde van de voormalige synagoge een monument aangebracht.

Langs de oude weg (Munsterweg) van Winsum naar Onderdendam ligt aan de rechterkant een in 1867 gestichte joodse begraafplaats waar ook joden uit de omringende dorpen als Bedum en Eenrum ter aarde werden besteld.
De laatste begrafenis vond plaats in 1941, de 84 jarige Roosje de Vries overleed op gezegende leeftijd, de achterblijvers werden een jaar later in Auschwitz of Sobibor vermoord. Slechts één onderduiker overleefde de oorlog.

De gemeente Winsum draagt zorg voor de begraafplaats, dit uit respect voor de doden en hun eeuwige grafrust. Dit laatste betekent dat de graven ongemoeid gelaten moeten worden en slechts bij uitzondering, als de overheid dit eist, verplaatst mogen worden.
De gemeente kwijt zich niet als goede beheerder van haar taak. De historische Munsterweg is een lelijk betonpad geworden en op de achtergrond van de begraafplaats staat een nog lelijker zijmuur van een manege. De weg en de paardenstal zullen er wel zijn gekomen door de eeuwig ondoorgrondelijke Ruimtelijke Ordeningspolitiek van Winsum.
Wie de begraafplaats wil bezoeken kan via de sleutelhouder zich toegang verschaffen en er rondkijken, en eventueel een steen op een graf leggen (herinnering aan de tocht door de woestijn waar geen bloemen waren om bij een graf te leggen).
Begraafplaatsen zijn in mijn ogen en in die van de meeste Joden een plaats van rust en overdenking. Voor zeer gelovigen is het zelfs een plaats van hoop.
Helaas snapt men dit in Winsum niet, daar is de begraafplaats een politiek uithangbord. De lang voor het ontstaan van de staat Israël overleden Joden worden gebruikt voor de politieke ambities van nu. Zou de gemeente Winsum dit in de onderhoudsplicht van de begraafplaats hebben opgenomen?

This entry was posted in Winsum and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.