BETT 2009

De Bett (Britisch Educational Technologie Tradefare) is waarschijnlijk de grootste ICT- en onderwijsbeurs in Europa. Het evenement trekt in een week tienduizenden bezoekers uit bijna alle Europese landen en ruim 700 exposanten. De uitstraling overstijgt het Verenigd Koninkrijk. De organisatie van de Bett is zich van dit laatste terdege bewust, immers nooit eerder zag ik dat er voor buitenlandse bezoekers een International Lounge beschikbaar was.  Na een paar uur op de beursvloer heb ik al heel veel Nederlanders, onder wie meerdere bekenden ontdekt, Bett is dan ook voor Nederlanders uitermate boeiend.
De beurs is overzichtelijk opgezet, maar maakt door de veelheid aan exposanten een volle bazaarachtige indruk. Exposanten zijn ondergebracht in diverse ruimtes als de software-,  nieuwe technologie -, nieuwe schoolinrichting- en special needs zone.
Naast een speciale ruimte voor buitenlanders was er ook een besloten omgeving voor lokale autoriteiten en een voor schoolleiders, uiteraard om te netwerken.
Dit jaar werd de 25e Bett gehouden die net als voorgaande jaren ook nu weer georganiseerd werd in Olympia, een complex bestaande uit drie hallen met enorme uit gietijzer en glas opgetrokken daken. Hal 2, de Grote- en de Nationale hal staan vol met stands, zelfs de galerijen herbergen alle mogelijke bedrijven.

Entree
We stonden de eerste dag al vroeg voor de gesloten deuren, met een zeer grote groep wachtenden. Op eens ontstond rond openingstijd uit de vormeloze masse een keurige queue van wachtenden. Als er een groep is die de Britse gewoonte van rijvorming begrijpt zijn het wel docenten. Ook in ons land bezoek ik regelmatig een beurs, gaan daar de deuren open dan zie je deelnemers gezamenlijk een poging doen om met duizenden gelijktijdig door de deur te komen.

e imposante exposantenruimte van de Bett is gevuld met kleuren, licht en geluid. De grootte laat enkel een systematische voettocht toe. Ik begin met een korte verkenningstocht waarbij vooral het uit 1885 stammende gebouw mij in eerste instantie boeit. Door het  gemis aan voldoende referenties zie ik alleen volle stands met vage producten.  Gelukkig zijn er uitzonderingen als Smart, Hitachi, Apple en Microsoft, maar voor het overige is het niet duidelijk voor welke doelgroep het is. Zelfs nauwkeurige inspectie van het aangebodene geeft niet altijd de helderheid of het voor primair dan wel voortgezet onderwijs is.
Grote bedrijven zetten groots in, sterk waren Microsoft en Apple. Zij vertelden verhalen over successen in de school met hun respectievelijke producten. Ook Dell had een bijzondere opvatting over klantenaandacht trekken. Een sprekende robot deelt kleurige linialen uit.
Wie naar alle 700 exposanten gaat zal onvoldoende tijd hebben om dit in het vijfdaagse evenement uit te voeren, het is maar de vraag of dat ook wel zo leuk is, er is uiteraard ook veel van hetzelfde. Om zinvol rond te kijken heb ik me op een aantal thema’s gericht te weten:  mobiel leren, veiligheid, e-learning en multimedia.
Veiligheid
Op het gebied van veiligheid werd ik door verschillende soorten bedrijven verrast. Een aantal softwarefirma’s bezocht ik, telkens weer viel mij op hoe lastig het was om het onderwijsniveau in te schatten. Bij het bedrijf ROAR stond een oudere dame vol enthousiasme te vertellen. De software van ROAR komt oorspronkelijk uit Australië (www.roareducate.co.uk) en draagt de naam USSAFETY. Het is een leerprogramma waar leerlingen door trial en error ontdekken hoe ze o.a. veilig kunnen internetten. Wie zichzelf “opwindende Fleur van de Martin Field school”noemt en in haar profiel een foto in badpak-scene zet chat bijvoorbeeld onveilig. Op een voorzichtige manier wordt 10-12 jarigen uitgelegd hoe je te gedragen op internet.  Het programma geeft daarbij ruimte aan verschillende leerstijlen.
Een ander programma Crisp (www.crispthinking.com) gaat daarentegen uit van controle op leerlingen die binnen een netwerk op msn of Hyves aan het werk zijn. Woorden en zinnen die duiden op fout gedrag worden geregistreerd en kunnen ouder, docent of toezichthouder waarschuwen. Een zekere professor William Fitzgerald geeft hoog op over het programma, maar vergeet te melden wat er met de waarschuwing moet worden gedaan.
Ook virusbestrijder Symantec was aanwezig met weer een nieuw filter.
Helaas komt het nogal eens voor dat schoolspullen ongeoorloofd verdwijnen en mee naar huis worden genomen. Chris Taylor van het bedrijf Selectamark (www.selectamark.co.uk) toonde mij zgn. DNA-verf. Deze verf strijk je op een voorwerp en is daarna voor het ook nauwelijks waarneembaar.  Als de politie met een UV-lamp bijv. een gestolen laptop belicht is deze ingesmeerde plek snel te ontdekken. Met een speciaal microscoopje is het daarna mogelijk de DNA-korrels op te zoeken en de daarop geplaatste tekst te lezen. Deze miniteksten lijken spectaculair maar zijn al sinds de Tweede Wereldoorlog te produceren.

Radio en TV
Midden in de National Hal staat een stand van Teachers TV (www.teachers.tv). Teachers-tv is een exclusieve website voor docenten met ruim 1800 exclusieve programma’s welke nagenoeg het hele Britse Curriculum omvat. Naast de 1800 programma’s voor docenten is Teachers.tv ook geschikt voor leerlingen. Teachers.tv wil immers docenten helpen om hun leskwaliteit te verbeteren. Op www.teachers.tv/tvguide is het weekprogramma te zien, maar er is ook een mogelijkheid om een abonnement op hun nieuwsbrief te nemen. Onder de indruk was ik van een paar getoonde expertlessen. Diverse onderwijsgroepen krijgen daarin uitgelegd hoe zij de kwaliteit van hun vak kunnen verbeteren. Zo is er voor ICT-ers elke donderdag ICT-les.
Op andere stands wilde men i.p.v. passieve kijkers en luisteraars actieve reporters bedienen. Bij de stand van S2R (www.radiowaves.co.uk/s2r) staan heel veel reeds door jongeren gemaakte programma’s. S2R, Supporter to Reporter, heeft heel diverse onderwerpen waarover deze jongeren hun licht laten schijnen.
Clickview is een andersoortig interactieve multimediasite en noemt zich de “Youtube for Schools”. Nu staan op clickview ruim 1700 programma’s (http://clickview.co.uk/lite ) die bekeken kunnen worden. Geen DVD maar internet.  De speler is gratis maar na 30 dagen moet je betalen voor de informatie.
De enorme stand van Microsoft trok met twee activiteiten vele aandacht, ten eerste de schoolverhalen door diverse docenten gedaan en verder de Surface. (http://www.microsoft.com/surface/index.html )
Surface is een interactief tafelblad en lijkt het meest op een beeldscherm plat op een tafel gelegen. Surface is aan de onderkant van een doorzichtige tafel te projecteren maar ook gewoon op de grond. Muis en toetsenbord zijn niet meer nodig, het is natuurlijk schuiven en pakken van digitaal materiaal. Diverse sensoren zijn in staat na te gaan waar je zit en hoe je met de Surface werkt. Foto’s zijn met de hand te verschuiven, te vergroten en te verkleinen. Als je in een virtuele plas water met je hand slaat dan zie je dat water opzij golven. Zelfs als je je arm over het tafelblad legt kan deze arm als dam herkend worden en kun je het water virtueel tegen je arm laten aanklotsen.
Surface is in staat meerdere gebruikers tegelijk te bedienen, een klas rondom een Surface kan interactief aan de slag gaan. Bij diverse schoolvakken is het op verschillende manieren te gebruiken, voor het vak Aardrijkskunde kunnen leerlingen kaarten, foto’s, geluiden en routes combineren. Door over elkaar schuivende kaarten kunnen veranderingen in landgebruik worden vergeleken. Ook het vak Biologie biedt ongekende mogelijkheden. Zo is het mogelijk om als het ware met het opzij schuiven van delen van het menselijk lichaam dit te onderzoeken want interactief kan driedimensionaal in diverse lichaamselementen worden gekeken. Mocht het nodig zijn dan is zelfs het kleinste bloedvaatje simpel uit te vergroten. Mocht de prijs van Surface binnen acceptabele marges vallen en er meer software worden ontwikkeld dan zal het zeker voor een groot aantal  vakken meer waarde hebben dan het nu reeds volop geïntroduceerde digiboard.
Microsoft heeft bij monde van LGL (London Grid for Learning) aangekondigd dat ruim 1 miljoen leerlingen rondom deze Britse hoofdstad geactiveerd gaan worden voor live@edu. Ruim 2.500 scholen zullen aan het megaproject deelnemen. Live@edu biedt mail, opslagruimte voor documenten en space. De pilot in London omvatte 25.000 gebruikers maar zal na het verlaten van de beta-fase snel uitgroeien tot iedere leerling de live toegang heeft.
Wereldwijd zijn ruim 3,5 miljoen studenten aangesloten aan deze gratis Microsoft-toepassing. (www.edulive.com).

Mini
Langs de vele stands lopende is het moeilijk je aan je eigen gekozen thema’s te houden. Schitterende digiborden, prachtige wiskundige programma’s, flitsende leeromgevingen, les- en taalpakketten komen voorbij. Ik richt me toch op mobiel leren en ben op zoek naar oplossingen die mini pc’s leveren. Het eerste bedrijf dat een mini op de markt bracht was Asus met een EE-pc. Deze met freeware programma’s en 9 inch beeldscherm opgetuigde mini maakt bij de andere een wat primitieve indruk. De nieuwe Asus ziet er heel wat beter uit en beweert met droge ogen een ruim 8 uur batterijkracht te hebben. Aan de stand wordt mij niet aangeraden over te stappen op Windows waardoor dit product met recht de gadget of the year kan worden genoemd, de afwijkende software lijkt mij niet praktisch voor het onderwijs. Heel wat aantrekkelijker was een Dell Vostro. Deze mini kost in Engeland 280 pond. Een vreemde interface bracht mij even in verwarring, tot ik zag dat dit de eerste mini was die met windows-7 was uitgerust. De op XP gelijkende desktop functioneerde uitstekend al was de in deze expositiehal afwezige Wifi de beperking die voorkwam dat ik ermee op internet kon komen. De allermooiste mini was voor mij de nauwelijks 1 kg zware MSI met ingebouwde 3G bluetooth en 5,5 uur batterijkracht. De 10 inch display en de 80 gb harddisk-ruimte zijn uitmuntend te noemen. Bij de Acer-stand kreeg ik onmiddellijk een mooi zwart tasje in mijn handen gedrukt en vervolgens door de snel afgeleide standhouder terzijde geschoven. Zij hadden duidelijk geen belangstelling in geïnteresseerde klanten.

Digiborden
Her en der waren digiborden aanwezig. Door mij werd er uiteindelijk een keus gemaakt tussen borden van Smart en Hitachi. Bij de Smart-stand luisterde ik aandachtig naar een mevrouw die liet zien dat de nieuwste borden bijna een multimediashow in hun software omvatte. In en uitzoomende plaatjes met gerichte spotlights en binnenkruipende teksten werden in no-time naar voren geschoven. Filmpjes schuivend vanuit hoeken, beschreven met teksten en direct mailbaar waren spectaculaire hoogtepunten. Op een vraag uit het publiek of de leercurve voor deze Smartprogrammatuur niet al te steil was, werd ontkennend geantwoord. Deze dame van ver voorbij de middelbare leeftijd had alles in 1 weekje eenvoudig geleerd. Een beetje ontluisterd van al het multimediale geweld liet ik me met een blauw T-shirt wegsturen. Als ik het T-shirt aandeed en ermee door de hal ging lopen had ik kans op het winnen van een Smartboard.
De stand van Hitachi was bijna het tegenovergestelde van Smart. Een meneer die duidelijk liet doorschemeren ook maar tijdelijk te zijn ingehuurd liet een tiental trucjes zien waarmee een gemiddelde docent ruim 90% van zijn beoogde doelen kon halen. De bijna als traditioneel schoolbord werkende Hitachi is eenvoudig van opzet en vooral makkelijk bedienbaar. Voor digiborden geldt in het algemeen dat deze er niet voor zorgt, dat traditioneel frontaal lesgeven van de baan is.
Na twee enerverende dagen op zo’n enorme beurs was de Engelse kampioen goochelen de enige met de meest ontluisterende opmerking: it is so easy, you only have to understand it.

This entry was posted in Engeland, ICT and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.