EEN VULKAAN ALS ATTRACTIEPARK

Mt.St.Helens
Als we Seattle verlaten nemen we de Highway 5 naar het zuiden. Bij exit 49, het plaatsje Castle Rock staat langs de weg een bord met een pijl in de richting van Mount St. Helens. Samen met Mount Rainier is deze vulkaan een van de meest bijzondere vulkanen van de staat Washington. Er liggen weliswaar meer vulkanen in deze staat, want we zitten hier immers op de ring van vuur.
Vulkanen zijn een van de natuurelementen waarop wij als mensheid geen invloed hebben. Ze laten zich moeilijk voorspellen en zijn door hun enorme kracht niet in te tomen. In Amerika maken ze er dan maar een attractiepark van. Want dat doen mensen wel met vulkanen nl. gebruik maken van hun enorme lucrativiteit. Dat laatste is niet enkel voor de Amerikanen weggelegd, ook anderen, meestal agrariërs, gebruiken maar wat graag de vruchtbare hellingen.

Mount St. Helens is een zogenaamde stratovulkaan. Stratovulkanen hebben meestal een hoge kegel die is opgebouwd uit diverse lagen lava, lava dat in de loop van honderdduizenden jaren zich ophoopt. Stratovulkanen liggen meestal in de subductiezones, gebieden waar een oceanische plaat (hier de pacifische plaat), onder de continentale plaat schuift.
Deze tektonische werking vindt plaats in een langgerekt gebied waar de vulkanen dan op een rij liggen. Amerikanen spreken gemakshalve van de “Ring of Fire”.

Regelmatige vinden aardbevingen en vulkaanuitbarstingen in deze gebieden plaats. Honderdrieentwintig jaar na de vorige uitbarsting, barstte op 18 mei 1980 de Mount St. Helens weer uit. Een enorme hoeveelheid as en stoom uitbrakend. Daar de omgeving van deze vulkaan dunbevolkt is bleef het aantal doden beperkt tot 57. De schade van deze uitbarsting was echter enorm. De uitbarsting van de pyroclastische wolk (tot 500 graden) en de daarbij behorende luchtdruk knapten en verbranden hele bossen in enkele seconden. De vulkaan kot voorlopig nog niet tot rust, in september 2004 begon hij opnieuw te roken en in maart 2005 kwam er zelfs een 10 km hoge wolk uit de krater. Kortom Mount St. Helens is dus zeker de moeite waard om te bezoeken.
Louis rijdt in een Honda Jeep. Hij vond dat we stijlvol de Highway 5 moesten berijden. De belevingswaarde voor Louis is geheel anders dan die van mij, hoewel hij zich te laat realiseert dat het een Japanner is waarmee we de berg gaan beklimmen, en Japanse auto’s zijn iets minder jeep dan jeepauto’s van landen waar de jeeps vandaan komen.

weg 504Tien kilometer na de afslag, we rijden over de 504, staat aan onze rechterhand het bezoekerscentrum van het gebied rond Mount St. Helens, een modern houten gebouw met zeer vriendelijke en behulpzame dames achter de kassa. Dit gebouw ligt aan het Silverlake, een meertje met daar langs een natuurwandelroute. In het bezoekerscentrum kijken we naar een film over de uitbarsting van 28 jaar terug. Een dappere eenzame man die meent de berg goed te kennen kon zich niet voorstellen dat deze daadwerkelijk zou uitbarsten, van zijn stoffelijke resten is later nooit meer iets teruggevonden. Ook een groot aantal bewoners van dit deel van Mount St. Helens, die op de dag voor de uitbarsting nog even naar hun huis wilden gaan, zijn jammerlijk om het leven gekomen. De film geeft een spectaculair beeld van wat er verder op grote afstand werd waargenomen. Na nog een kleine tentoonstelling te hebben bekeken gaan we richting Coldwater Ridge of mogelijk zelf naar Johnston Ridge Observatory. Het is echter treurig als we vernemen dat beide bezoekerscentra gesloten zijn. Nog treuriger is het als blijkt dat dikke pakken mist weinig hoop geven op een mooi uitzicht over de vulkaan. Na overleg gaan we in ieder geval maar op stap. Na amper 5 km komen we in Kid Valley aan, een plek waar zomers de commercie hoogtij viert. Vandaag echter liggen diverse kraampjes in een dun laagje snel smeltende sneeuw. Een enorm beeld op het parkeerterrein moet Big Foot voorstellen. Volgens Indianen folklore is Big Foot een schuchtere gigant die maar zelden is waargenomen. Het betonnen beeld is volgens de plaatsers ter ere van deze Big Foot neergezet, omdat hij zo jammerlijk bij de laatste uitbarsting zou zijn omgekomen. De kraampjes gaan pas open in mei, dus zijn wij veel te vroeg om Big Foot T-shirts of andere toeristalia aan te schaffen. Wel lopen Louis en ik nog even een pad af om met natte voeten te krijgen en de Sediment Retention Dam te bekijken. Deze dam is aangelegd om te voorkomen dat de enorme modderstromen ook andere bewoonde gebieden bedreigen. Het water in de North Fork Toutle River stroomt naast de dam. Het water stroomt snel en neemt menig boomstam en takkenbos met zich mee.

Een van de kenmerken van stratovulkanen is dat de lavamassa snel afkoelt en dus niet al te ver stroomt. In Kid Valley kwam deze lavastroom pas na 8,5 uur aan. We zitten hier wel in het door vulkaanas en stenen bedreigde gebied. We rijden rustig de 504, ook wel de Spirit Lake Highway genoemd, verder af. Links en rechts van ons zien we borden waarop recente bosaanplant staat vermeld. We zijn ook niet ver meer van het gebied dat de blast-zone wordt genoemd, de omgeving waarin hete as en lava direct na de uitbarsting terecht kwam. Na ca. 30 km zien we aan de rechterkant Hoffstadt Bluffs. Ook deze plaats is gesloten, jammer want we waren zo langzamerhand aan een kop koffie toe.
Het gaat nu ook zachtjes sneeuwen en de sneeuw smelt niet meer zo snel dan eerder in Kid Valley. Hoewel Louis overweegt om terug te gaan kan ik hem overreden door te rijden, we zien immers nog steeds mensen van de andere kan komen. We rijden tot vlak voorbij Forest Learning Center, een plaats bedoeld om met scholieren milieubewustzijn bij te brengen. Niet voor niks dat dit dan ook een Eco-centrum wordt genoemd.
Meerdere malen stappen we onderweg uit om te genieten van de weidse gezichten. Onder ons is duidelijk de vallei te zien waarin ooit enorme hoeveelheden as en lava stroomden. We zitten hier op een behoorlijke hoogte en treffen dan ook nauwelijks nog bomen aan. Een tijdelijke opklaring met op de topzelfs enige zon verzorgt een korte blik op de vulkaan.
Op de vangrail maken we nog snel even een foto met onze laptops. Als de sneeuwbulten links en rechts naast de weg grote hoogten hebben bereikt en het ook nog eens flink gaat sneeuwen, besluiten we eenduidig om terug te gaan. De weg wordt glad en in bedaard tempo proberen we de 50 km richting bewoonde wereld te aanvaarden. Zonder slip of glijpartij komen we weer in het dal aan. Het bezoek was zeer zeker de moeite waard, met diverse bezoekerscentra is Mount St. Helens gaan lijken op een attractiepark, de wegen naar boven zijn goed berijdbaar en op een zomerse dag is het zeker een genoeglijk uitje in de natuur, met een kopje koffie op zijn tijd.

Hoewel ons deze dag veel regen was voorspeld vinden we onderaan de berg daarvan niets terug. Via de 505 komen we aan in het dorpje Toledo. Wie ooit dacht dat de gemiddelde dominee een vreemde pizzabakker is, krijgt hier gelijk: op de voorgevel van de plaatselijke pizzeria staat een enorm kruis.
’s Avonds overnachten we in een allerminst aansprekende dorpje Centralia, Centralia is meer een plek langs de snelweg dan een stad.

This entry was posted in Verenigde Staten and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.