Route 2 Winsum – Groningen 18 km

http://vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/02-winsum-groningen.kml
Trainen voor een marathon doe je met allerlei door een trainer bepaalde looptijden. Olaf had voor mij zo’n schema samengesteld, opdat ik op 4 juni 2004 een mooie tijd bij de Guldensporenmarathon in Brugge ga lopen. Ik wil graag onder de 4 uur, maar vooralsnog ene hele toer.
01-huisIk vertrok na een mooie ochtend in een licht bewolkt zonnetje. Na enige twijfels en een onheilspellende weersverwachting besloot ik maar laat in de middag te gaan. Route twee is volgens de gegevens 18 km lang en gaat van centrum Winsum naar het hoofdstation in Groningen. Deze afstand loop ik regelmatig dus leek me dat een makkie. Ik wil wel de route uit het boekje aanhouden dus besloot ik ook de griebusweggetjes te nemen.
Direct buiten het dorp vlak voor de boerderij van Drewes is het eerste afwijkende pad reeds aanwezig. Je mag daar over een hek de weilanden in, op weg naar de kronkelige weg naar Garnwerd. Het was geen eenvoudig pad om te lopen, ongelijke kluiten en in totaal drie hoge hekken moesten worden genomen. Dit stukje van de route is sowieso niet zo prettig want de weg naar Garnwerd is door het autoverkeer, laat op de middag, druk.

In Garnwerd werd ik op een alternatief gewezen die ik nog niet kende. Langs en over de camping naar een nieuwbouwwijkje. ‘
De parel’ aan het Reitdiep: zo wordt het wierdedorp Garnwerd genoemd. Het silhouet van dit mooie dorp wordt bepaald door de kerk en de molen. De robuuste kerk heeft een meer dan 200 jaar oud uurwerk en een door de leeuw gekroonde toren.
Door de restauratie van 1976 is de middeleeuwse oorsprong van de kerk (dertiende eeuw) weer duidelijk te zien. De toren en in samenhang daarmee de westgevel dateren in hun huidige vorm van 1751.
Een oud verhaal luidt dat het schip, waarmee het orgel werd vervoerd, in de winter van 1808 op 1809 bij Garnwerd vast in het ijs bleef zitten. Het orgel was door de Heer van Aduard besteld, maar niet voor de kerk van Garnwerd bestemd. Omdat de Heer van Aduard toen in geldnood zat, zouden de Garnwerders de mogelijkheden hebben benut het orgel voor hun kerk te verwerven. Op 2 augustus 1809 is het orgel in gebruik genomen.
Sinds de restauratie kan ook sinds kort in Garnwerd hier weer op gespeeld worden. De hoge toren van de kerk kijkt trots uit over de dorpskern waar oude huisjes nog vertellen van een ver verleden. Op dit moment is er nog maar één winkel in het dorp, maar in een gedicht uit 1817 van schoenmakersknecht Hendrik Vos lezen we hoe in de kleine huisjes talloze winkeltjes gevestigd waren: een bakker, een handelaar in bontgoed en ellewaren, vijf winkels waar men van alles kon krijgen. Ook huisden er o.a. een ijzersmid, drie schoenmakers, vier kleermakers, drie timmermannen en twee hoedenmaaksters. Bovendien diende menig achterkamertje als ‘stille kniep’. Vanaf de kerk loopt richting Reitdiep het smalste autostraatje van Nederland, de Burgemeester Brouwersstraat, met aan weerszijden een aantal monumenten. Dit zeer pittoreske straatje komt uit bij de kade en het vermaarde café Hammingh.
Op de dijk staat korenmolen ‘De Meeuw’. Deze achtkantige stellingmolen dateert uit 1851 en is in het toeristische seizoen elk weekend te bezichtigen. Tegenover de molen staat een zogeheten ‘sarrieshut’ uit 1628. Een sarrieshut was oorspronkelijk het huis bij de molen waar de belastingontvanger de sarries (de tol) hief op het te maaien graan. De brug over het Reitdiep dateert uit 1933 en de brug richting Feerwerd over het Aduarderdiep uit 1938. Pas vanaf dat moment was de geïsoleerd ligging van het schilderachtige dorpje voorgoed voorbij.

Daarna kwam je op de weg naar Oostum, een kleine wierde die net als vele anderen op de kerk na is afgegraven ten behoeve van de arme landbouwgronden in Drenthe. Na het plaatjes Krassum, zeg maar Noorden loonwerkers bedrijf, kwam tussen het vele fluitenkruid ineens Oostum te voorschijn. Oostum is erg mooi maar ook bizar. Een kerk en enige huizen op een hoge bult dat is Oostum.
Weinig kerken in de provincie Groningen trekken zo sterk de aandacht van fotografen, schilders en dichters als de kerk van Oostum en de kerk van Fransum. De aandacht komt vooral door de ligging van Oostum op een hoge wierde, die tussen 1905 en 1913 voor een groot deel is afgegraven. De kerk en toren steken hoog boven het omringende land uit en zijn van alle kanten duidelijk te zien, omdat het ‘dorp zelf slechts bestaat uit twee huizen en enkele boerderijen in de omgeving. De kerk dateert uit de tweede helft van de dertiende eeuw. Een zeldzaamheid zijn de Middeleeuwse dakpannen die nog op een groot deel van het schip liggen. Het zijn halfronde pannen, waarvan afwisselend een rij met de bolle kant naar boven en naar beneden ligt. Ze worden wel monniken en nonnen genoemd. Aan de zuidzijde zijn nog de restanten te zien van twee kruismotieven in de vorm van een Grieks kruis, vermengd met een Andreaskruis. Deze zijn aangebracht door donkere pannen tussen de rode te leggen. Ook de toren is kenmerkend voor Oostum, deze is niet vierkant, zoals meestal het geval is, maar rechthoekig en noord-zuid gericht. De door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek verrichte opgraving bij de restauratie in 1972 toonde aan dat de westgevel van de toren op de fundering van de westgevel van de vroegere derde travee gebouwd is. Dit is waarschijnlijk de oorzaak dat de toren dwars op de lengterichting van de kerk is komen te staan.

Na Oostum het pad vervolgen naar Wierumerschouw, daar ben ik naar het kerkhofje gegaan waar Leo Cukier, een goede vriend, te vroeg overleden, begraven ligt. Vreemd dat je al rennend daar toch zo maar kan stoppen en een paar foto’s nemen. De echtgenote van Leo heeft op het graf een prachtig monument laten plaatsen. Leo waardig.

De lange Paddepoelsterweg over gaand kwamen de eerste druppels. Geen regen maar druppels. Al lopende viel op hoe mooi dit weggetje in feite is, vooral als je in de richting loopt die ik had, van noord naar zuid.
Nabij Dorkwerd werd in de 12e eeuw een stuk land ingepolderd met als doel het van de periodieke overstromingen te vrijwaren. Deze overstromingen werden zowel door de zee als door de al genoemde riviertjes veroorzaakt. Het ingepolderde gebied wordt aan de westkant begrensd door de Gaaikemadijk en aan de oostzijde
door de huidige Paddepoelsterweg. De Paddepoelsterweg ligt op de plek waar ooit de Hunzedijk lag. De zuidelijke dijk vormt de tegenwoordige gemeentegrens tussen Groningen en Zuidhorn (voorheen gemeente Aduard) en is nagenoeg verdwenen.

Na de Paddepoelsterbrug een aardig paadje gevolgd, al denk ik dat ik de volgende keer langs het van Starckenborghkanaal wil lopen. Je komt dan in de stad. Gek trouwens nergens een bord 30-reiger-in-stadgevonden met Groningen. Eindelijk een plekje waar je stiekem een stad kunt benaderen.

De stad was niet echt lekker lopen. Het is donderdag dus koopavond. De mensen staan verbaasd naar een mafketel met oordoppen te kijken die al lopende door de stad gaat. In het stadspark kwam ik ook andere lopers tegen. Prettig maar die lijpen een stuk sneller dan ik deed, logisch want ik had toen nog 11 km te gaan.

Op het viaduct bij het station van Groningen klokte ik deze tweede route af. Dat liep lekker.

ROUTE 2
[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626293021257″]

6 mei 2004       1 uur 53 min     9,5 km/u
door weilanden naar Garnwerd

Winsum

in Garnwerd direct naar Groningen Garnwerd
via Wierummerschouw en Paddepoelsterweg naar NNZ Krassum
  Oostum
  Wierummerschouw
  Wierum
  Groningen
This entry was posted in Pieterpad and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.