De Starter

In de volgende afleveringen van VIVES zal verslag worden gedaan van ervaringen met betrekking tot enkele ict-projecten die op de Groningse basisschool De Starter, het zit ‘m al in de naam, van start gaan.
De school kreeg het afgelopen schooljaar twee ict-ontwikkelsubsidies toegewezen, één op het gebied van ict-netwerkprojecten, de ander betreft een zg. ict-ontwikkelproject cultuur. Daarnaast zocht het personeel op de school een efficiëntere manier van onderwijs geven en kwam het uit op de inzet van laptops. Folkert Oldersma is de projectleider en houdt voor Vives een soort dagboek bij over de ervaringen op de werkvloer, over de mogelijke succesjes en tegenslagen, maar in ieder geval over de worstelingen met ict op de basisschool.
(Vives 3 april 2004)

de starter
Wat is De Starter voor school? In ieder geval geen school waar de ict-ontwikkelingen van een leien dakje gaan of waar het schip met geld is binnengevaren. Integendeel zelfs.
In een wijk nabij het centrum van de stad Groningen is de openbare basisschool De Starter gehuisvest in een in de stijl van de Amsterdamse School opgetrokken monumentaal pand. In dat gebouw krijgen zo’n 250 leerlingen les volgens de principes van het daltononderwijs. De uitgangspunten hiervan zijn een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van het kind, het bevorderen van zelfstandigheid en van de samenwerking tussen de leerlingen. De laatste jaren is De Starter  snel gegroeid en de leerlingen zijn afkomstig uit alle lagen van de Groningse bevolking. Voor de kinderen van asielzoekers is op de school een aparte opvangklas, de zg. prismaklas, gerealiseerd. De Starter neemt deel aan het project De Vreedzame School, waar leerlingen leren bij conflicten te streven naar oplossingen die voor beide partijen bevredigend zijn. Op het schoolplein proberen mediatoren uit groep 8 als scheidsrechters de conflicten te regelen. In het kader van Vensterschool Stadspark, een berde schoolvorm waar De Starter deel van uitmaakt, wordt nauw samengewerkt met ouders en instanties die bij de opvoeding en het welzijn van kinderen betrokken zijn. De Vensterschool wil een geheel van voorzieningen bieden voor kinderen van 0 tot 15 jaar tussen 7 en 19 uur op de werkdagen. In het gebouw van de basisschool bevinden zich in dit kader ook de peuterspeelzaal en een klas van een nabijgelegen ZMLK-school (als onderdeel van “Weer Samen Naar School”).Onder meer het buurtcentrum, de openbare bibliotheek, stichting Thuiszorg, G.G.D. en de naschoolse opvanginstantie maken deel uit van Vensterschool Stadspark en ook, heel belangrijk voor de ict-ontwikkeling op De Starter, de school voor het voortgezet onderwijs het Zernike College, de “grote broer” die reeds over een ict-rijke leeromgeving beschikt met daarbij zelfs enkele laptopklassen, ook nog eens in het verleden computerschool van het jaar was, en die nu het kleine broertje De Starter enthousiast meehelpt met de ict-ontwikkelingen op deze school.

onvrede
Leerlingen werk op maat leveren, het is op De Starter een grote behoefte en de leerkrachten proberen er serieus werk van te maken, maar toch hebben zij vaak momenten dat ze vinden dat ze te kort schieten. Kan het niet beter? Kan het niet efficiënter? Tijd om zich weer eens opnieuw beraden op de aanpak. Op ongeveer het moment van weer eens deze overpeinzingen stelde onze Vensterschool-partner het Zernike College de vraag of de school niets voor het opzetten van een laptopklas voelde om zo de aansluiting van het PO naar het VO op het ict-gebied te vergemakkelijken. De Starter zag meteen dé oplossing voor haar probleem: de laptop als ict-middel om het “probleem” van de diversiteit op de school aan te pakken en het dalton-onderwijs op een bij deze tijd passende wijze te organiseren. Natuurlijk, in iedere klas staan enkele p.c.’s opgesteld en is er op de school sprake van voorzichtige doorgaande lijnen in het ict-gebruik, doch in de praktijk liep het personeel toch vaak tegen praktische problemen aan zoals: “Dertig leerlingen in je klas en dan nog een stel p.c.’s, waar?” Op de gang? Kinderen die daar werken maken op dat moment geen deel meer uit van de groep, hetgeen voor de zg. zorgleerlingen die veel gebruik zullen gaan maken van remediërende programma’s, betekent dat ze zich buitengesloten zullen voelen. En oh ja, waar blijft het toezicht, metname bij het internetgebruik? En wachten op je beurt om met de computer te kunnen werken, terwijl je als leerling juist deze computerlessen voor nu in jhe3 weektaak gepland hebt …

de laptop
Door inzet van ict-middelen wil de school leerprogramma;’s ontwikkelen opdat alle leerlingen waaronder ingestroomde asielzoekerskinderen, uitvallers en begaafde leerlingen binnen de klas op computers op hen aangepaste leerstof ontvangen. Taken in cycli van drie weken (twee weken trainen gevolgd door een toets waarna één week remediëren of verrijken) een door alle leerlingen op te roepen handelingswijzer, een aansluitende taalleerweg tussen prisma en de bovenbouwgroepen en een electronisch klassenboek moeten dit mogelijk maken. De school kiest daarbij voor inzet van de laptops verbonden aan een draadloos netwerk. Erg belangrijk daarbij blijven de uitgangspunten dat de laptop een middel (!) is om efficiënt les te geven en dat er gebruik gemaakt wordt van de bestaande methoden en onderwijsvorm.
Hoe gaat dat eruit zien? Het is kwart over negen op een donderdagmorgen in groep 8. Het taakuur begint. Het eerste halfuur is zoals gewoonlijk het stiltedeel; van de leerlingen wordt verwacht dat ze zelfstandig en stil werken aan hun individuele taak. Tussen acht uur en half negen, bij binnenkomst van de leerlingen op school, hebben ze hun (genummerde) laptops uit de kluis gehaald. Nu worden deze computers geopend. Via een persoonlijke code krijgen de leerlingen toegang tot hun laptop en belanden ze in het elo-programma, waarmee ze ondermeer hun weektaak kunnen oproepen. Op het scherm verschijnt een bericht van de leerkracht. Denken de leerlingen er aan dat ze aanstaande vrijdag een (digitale) topografietoets hebben over Zuid-Amerika? Voor hij zijn weektaak oproept, checkt Robert zijn email. Heeft de leerkracht al antwoord gegeven op de vraag met betrekking tot zijn spreekbeurt. Bij Marjolein verschijnt de weektaak op het scherm. Ze bekijkt wat ze aan het begin van de week voor deze dag aan activiteiten gepland had. Dat wordt vandaag voor haar rekenen en een tekst schrijven. De laptop waarschuwt haar dat ze nog niet alles van aardrijkskunde af heeft. Ze had gepland dat ze dat gisteren af zou hebben.Rutger is klaar met zijn weektaak. Hij roept de afsluitende toetsen op. Gasim, de leerling die nog maar kort geleden uit de prismagroep in groep 8 geplaatst is, kiest het onderdeel spelling. Hij zet de hoofdtelefoon op en oefent lange en korte klanken bij meervoud. Hij krijgt meteen goed- en foutmeldingen. Voor het vak Engels gaat Rik op een Engelse site op zoek naar prijzen en vertrektijden van zowel ferry als “kanaaltrein”. Geertje pakt haar wereldverkenningsboeken, bekijkt nog even de opdracht op de laptop, sluit de laptop en gaat in haar boeken en multomap aan de slag. Ramon bezoekt in verband met een wereldverkenningsopdracht het internet. Zij dient via een zoekprogramma feiten te achterhalen over Brazilië (geld, klimaat, taal, etc.) Manon moet via het netwerk contact leggen met de bibliotheek, dit in verband met haar boekbespreking. Daar zij nog maar kort op onze school is, gaat het contact leggen nog niet automatisch, de instructiekaart brengt uitkomst. Na het stilte-halfuur volgt het overleg-halfuur. De leerlingen mogen nu met elkaar overleggen en samenwerken. Marjolein kiest er voor ongestoord aan haar weektaak door te werken. Ze laat dit aan de medeleerlingen zien door het rode kaartje (“stoor me niet”) op haar tafel. Sietse sluit zijn laptop, maakt in een schrift zijn schrijfles, waarna hij dit onderdeel “aftekent” op de weektaak in de laptop. Wat zal hij nu eens gaan doen? Hij is met zijn geplande taken voor vandaag klaar. Al vast iets van de taak van vrijdag maken of kiezen voor wat “extra werk” nu? Welk extra werk adviseert de laptop hem? Rowan weet niet meer “hoe je dat ook al weer doet met die breuken en dat vermenigvuldigen”. Zij roept op de laptop via het interne netwerk de hulp in van de handelingswijzer. Rima is nu reeds geheel klaar met haar weektaak. Welk advies geeft de computer haar ten aanzien van het Extra Werk. Dat wordt voor allochtone Rima het “spreekwoorden en gezegden-boek” uit de extra-werk-kast. Ze sluit de laptop af en gaat werken in haar schrift. Sani en Saladin oefenen samen topografie van Zuid-Amerika door op de laptop een competitie met elkaar aan te gaan. Rutger heeft inmiddels zijn toetsen gemaakt. Voor rekenen wordt hij naar herhalings- en remediërende leerstof verwezen, voor de rest mag hij verrijkende leerstof maken, zo geeft de computer hem aan. Marjolein beëindigt de werkzaamheden aan haar vrije tekst. Ze print de tekst uit voor het tekstboek en stuurt digitaal de tekst naar haar medeleerlingen, dit in verband met haar presentatie van deze tekst binnenkort voor de klas. Cliff zoekt voor het stillezen een bij hem passend boek. Hij geeft de bibliotheek zijn interesse door. Meteen wordt zijn vraag gekoppeld aan leerlinggegevens waaruit zijn leesniveau tevoorschijn komt. De bibliotheek gaat met de vraag en gegevens aan de slag en mailt hem iets later een lijstje met daarop enkele bij hem passende boeken. Mali, ook al klaar met de weektaak, zoekt als Extra Werk via het netwerk dat de vensterschoolpartners onderling verbindt, contact met het Zernike College. Zij wil graag in het Spaans contact leggen met een leerling daar. En de leerkracht? Nee, niet languit op een stretcher voor de klas. Hij liep enige malen door de klas, controleerde, beantwoorde vragen, keek in het elektronisch klassenboek welke leerlingen hij extra hulp diende te geven. Aan zijn instructietafel gaf hij een groepje rekenzwakke leerlingen extra instructie.

projecten
Het schooljaar 2002-2003 wordt voor de leerkrachten en leerlingen van de groepen 7 en 8 extra spannend door deelname aan twee ict-projecten. In het kader van het ict-netwerkproject “Digitaal leesadvies”wordt in nauwe samenwerking met het eerder genoemde Zernike College en de openbare Bibliotheek-Zuid gepoogd vragen van leerlingen met betrekking tot een boekadvies via een netwerk bij de bibliotheek te deponeren, waarna de bibliotheek op grond van de vraag en met behulp van enkele leerlinggegevens (voorkeuren, leesscores) en het jaarprogramma van de betreffende groep probeert te komen met hèt boek voor die betreffende leerling. Dit zowel op het gebied van lees- als studieboeken, het laatste in verband met spreekbeurten en werkstukken. Alle leerlingen vermelden op aparte sites hun favoriete schrijvers cq. boeken, boekverslagen worden naar de bibliotheek gemaild en hen wordt geleerd om een boekwens te formuleren. Reden voor de ontwikkeling van dit project is de fysieke afstand tussen school en bibliotheek, die is groot.
Wel dichtbij de school staat het Grafisch Museum. Ooit was zo’n elf procent van de beroepsbevolking van Groningen werkzaam in de grafische industrie. Reden genoeg om een museum te stichten om dit verleden van vijf eeuwen boekdrukkunst vast te leggen als ook leerlingen in het kader van “leer je eigen omgeving kennen” te informeren over deze cultuurhistorie. Op De Starter wordt gewerkt met de Vrije Tekst, een Freinet-taalonderdeel waar de leerlingen wekelijks een tekst leveren die vervolgens uitgangspunt is voor een gesprek over zaken als inhoud, stijl en spelling. Onderdeel is het “versieren”van de tekst. Met behulp van het netwerkcontact met het Grafisch Museum, een eigen website van de leerling alsmede lesprogramma’s zullen de leerlingen in het kader van dit project hun teksten voorzien van typografie gehaald van de databank van het museum of van een zelf ontworpen typografie. Alles op en via de computer.

De Starter gaat een (in)spannend schooljaar tegemoet en laat U graag in volgende VIVES-afleveringen daarvan deelgenoot zijn.

This entry was posted in Vives and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.