3. EVALUATIE ICT in 2004

OVER TECHNIEK

Aad van der Drift (V.O.-Zernike College) en Folkert Oldersma (P.O.-De Starter) houden U al mailend op de hoogte van de gang van zaken rond hun samenwerking met betrekking tot een aantal ICT-projecten.

Beste Aad,

Het onderwijs moppert op Den Haag vanwege de bureaucratische papierwinkel die over hen uitgestrooid wordt.

Ik ben daar voor een deel ook slachtoffer van en creëer zelf ook het nodige papier. Ik had me dit schooljaar heel anders voorgesteld. Werken in de klas, toetsen van leerlingmateriaal;  praktisch bezig zijn. Ik zou dagen op internet willen zoeken naar allerlei bruikbaar materiaal voor school; ik kom er niet aan toe. Maar wel vlieg ik van de ene bijeenkomst naar de andere, schrijf ondertussen de nodige opzetjes waarover dan weer gekletst moet worden. Zo probeer ik ons bestuur en andere scholen mee te krijgen in het samen ontwikkelen van veranderingen in het onderwijs door middel van ICT. Vanwege o.m. de tijdsbesparing. Wat gaat daar een tijd in zitten! En vrijdagsavonds kijk ik terug en vraag me af: wat heb ik eigenlijk gedaan?

Mvg.,   Folkert

Beste Folkert,
Dat gevoel dat je in je mail van vrijdag gaf ken ik. Wat moet je veel gebruik maken van  C(ommunicatie) om een beetje I(nformatie) te krijgen. Ja en over de T(echniek) hebben we al genoeg zorgen. Is ICT dan nog wel zo leuk en levert het iets voor het onderwijs op?  Ja denk ik, maar dan moet je weer heel veel praten, onderhandelen en overleggen en kun je meestal niet doen wat je het liefst wil, er mee werken. Het zit hem bij ICT in het onderwijs dus vooral in Communicatie.
Veel computerprogramma’s die je zou kunnen gebruiken voor je lessen zijn op het eerste gezicht te simpel om je druk over te maken. Helaas moet er wel wat geregeld worden in een school alvorens dat simpele programma bruikbaar is. Het moet ten eerste worden “ontdekt”, dan gefinancierd, dan bekend gemaakt, dan door een beheerder op de server geplaatst, dan door docenten toepasbaar gemaakt en als laatste door de docent aangeboden aan leerlingen. In een een op een situatie zijn er minstens zes personen bij betrokken, maar reken maar dat het er al gauw een tiental zijn. Praten en vergaderen over veel simpels lijkt het wel. Nee geen directe tijdsbesparing dus, hoewel ik zag vanavond op tv een ambtenaar in 1963 vuilnisauto’s wegen en in een boek noteren. Die man deed de hele dag niets anders dan met de hand wegen en noteren. Leek me niet erg spannend.

Uw mentalcoach Aad
Hoi Aad,

Bedankt voor je geestelijke ondersteuning. Ik heb het hard nodig. Niet voor hoe het hier op school gaat. Mijn collega’s waren enthousiast over onze plannen voor een geïntegreerde doorgaande lijn van het ICT-gebruik; de leerlingen leren aan de hand van de bestaande leerwegen de ins and outs van ICT. De leerkrachten zoeken een onderdeeltje uit dat ze voor de zomervakantie testen in hun groep. Ze werken het uit, bespreken het in hun bouw met collega’s, waarna begeleiding volgt bij de praktische uitwerking.
Je weet waar we onze plannen vertellen ontvangen we alleen maar applaus, maar als het er op aan komt om ons te steunen met geld (dus schooltijden) … Afgezien van de uren die ik heb om onze OCW-projecten uit te voeren heb ik één schooltijd om onze ambitieuze plannen te verwezenlijken, dus daar gaan je adv en weekeinden, voor even niet erg, maar …. “Dan kan ik niet, ik werk tot één uur.” Zo’n zin hoor je nooit in het onderwijs, tenminste niet bij ons. Maar al te gek is …

Folkert

This entry was posted in Vives and tagged . Bookmark the permalink.

Comments are closed.